Jaarbijeenkomst 2019: aftermovie en verslag

Geplaatst op 14-06-2019 door Stichting Warmtenetwerk

In de samenleving is het nog niet helemaal geland. Maar gemeentes kunnen het zich goed bewust zijn: de overheid geeft hen de regie gegeven om Nederland van het gas af te krijgen. Warmtenetten zullen een prominente rol hierin gaan spelen in nieuwbouw en bestaande wijken.


Dit, en nog veel meer, werd verduidelijkt tijdens de bijeenkomst van Stichting Warmtenetwerk op 12 juni in het Spoorwegmuseum. Klimaatmaatregelen zijn vooral voor de rechtse partijen een moeilijke discussie. Toch is al gestart met de wetgevingsagenda voor toekomstige energie-infrastructuren. In 2021 moet de nieuwe Warmtewet 2.0 aangenomen zijn. Wanneer Nederland van het gas af moet zijn, is echter nog niet uitgekristalliseerd. Twee innovatieconsortia zijn gestart met het schrijven van onderzoeksplannen. Daarvoor zijn miljoenen euro’s subsidies in het vooruitzicht gesteld. Het onderzoektraject bedraagt vijf jaar: MMIP4 (dit staat voor Meerjarige Missiegedreven Innovatie Programma’s, red.) gaat op basis van zes thema’s kijken naar bij voorbeeld duurzame bronnen, seizoenopslag van warmte, sleufloze aanleg van warmtenetten. Gijs de Man, Stadsverwarming Purmerend, meldde dat 27 zogenoemde proeftuinen waardevolle leerpunten geven voor dit programma. Reeds 35 partijen hebben zich aangesloten bij dit onderzoeksprogramma. Het andere onderzoeksproject, MMIP3, richt zich vooral op gebouwniveau bij de aanleg, daarvoor meldden zich al 123 partners aan. Op 12 september aanstaande moeten de projectplannen ingediend worden. Volgens De Man komt er een heel pallet van samenwerking tussen vele private en publieke partijen. In de aanleg in de bestaande bouw vormen de kosten de grootste business-uitdaging. Het grote spel is evenwel de wijkgerichte aanpak van aanleg en exploitatie van warmtenetten: het sleutelen aan het grondrecht wordt volgens hem nog een interessante casus.

 

Meedoen met het Warmtepact
Stichting Natuur en Milieu omarmt de aanleg van warmtenetten en heeft als ambitie dit te stimuleren. Liefst zien ze dat 1,2 van de 7,6 miljoen Nederlandse woningen in 2030 al op warmtenetten of alternatieven zijn aangesloten. Ter vergelijking: In Finland zijn nu al 2,8 van de 5.1 miljoen woningen op een warmtenet aangesloten. Vandaar ook dat de Stichting Warmtenet dit jaar een excursie organiseert naar dit land. Een andere weetje: Finland kent meer dan 300 warmtebedrijven. Wilma Berends van Stichting Natuur en Milieu ziet overigens voor biomassa en groene waterstof op termijn alleen een rol weggelegd als piekbron: ‘In 2035 moet 75 procent van de warmte uit duurzame bronnen komen, waaronder geothermie en aquathermie.’ Zij verwees hierbij naar de Warmtewijzer die de Stichting Natuur en Milieu ontwikkelde. Daarnaast riep ze de aanwezige organisaties op zich aan te sluiten bij een zogenoemd Warmtepact, waarvan de partijen de materie beter onder de aandacht brengen van een breed publiek en betrokken partijen. Medio juli worden de handtekeningen gezet voor het Warmtepact: Nuon-Vattenfall, Eneco en Ennatuurlijk doen zeker mee! 


‘Handel pragmatisch’
Ontwikkelingen in de wet- en regelgeving werden besproken door Wim Mans, adviesbureau Innoforte. De Warmtewet 1.0 en 2.0 kwamen aan de orde. De tariefregulering in een niet splitsbaar gedeelte voor de commodity en infrastructuur wordt zeker een uitdaging. Hij sprak over de complexiteit van het geheel, maar zijn boodschap was: ‘Je komt er – nog – niet uit, maar we moeten volle kracht vooruit, wees dus vooral pragmatisch en handel nu vooral naar de geest van wet- en regelgeving. Voor de aanwezigen was het goed om hiervan kennis te nemen. De lezing van Jade Oudejans, adviseur warmtetransitie bij gemeenten,  sloot daar goed op aan: „Ondanks vele onzekerheden moeten gemeenten keuzes maken en hun zogenoemde Warmtevisie ontwikkelen. Een proces dat zeker zes tot twaalf maanden in beslag neemt en in 2021 gereed moet zijn”, vertelde ze. Onder meer Amsterdam, Nijmegen en Hoorn werken er al voortvarend aan en zij liet zien welke vijf stappen doorlopen worden: het formuleren van uitgangspunten, analyse en inzicht, de fasering – leidend tot een tijdpad voor allereerst de meest kansrijke wijken -, de uitvoeringsstrategie en ten slotte het eindresultaat: de Warmtevisie. Bewonersavonden zijn hier in meer of mindere avonden natuurlijk ook wenselijk. “Succesfactor voor zo’n intensief gezamenlijk project voor gemeente en stakeholders is bestuurlijk commitment”, vatte deze projectleider van Overmorgen samen.” Dat geldt voor gemeentes, maar ook voor besturen van bijvoorbeeld woningcorporaties. Het is heel verstandig de overwegingen bij genomen beslissingen goed op papier te zetten: wat past het best bij het uit te rollen concept? Waarom zijn bepaalde keuzes en criteria gehanteerd? Die informatie kan een gemeente – later – ook digitaal beschikbaar stellen bij het presenteren en publicatie van de Warmtevisie.” Verder adviseerde ze ook de nemen stappen te beschrijven na het gereed komen van de gemeentelijke Warmtevisie: „Een uitvoeringsplan op wijkniveau wordt een heftig gebeuren.”

Tijdens de borrel na afloop, ging de discussie er vaak over, wie de straks de warmtenetten moet gaan beheren: -meerdere- private partijen, zoals nu bij gas, water en elektra of dat de overheid ‘net als vroeger’ die rol bij warmtenetten op zich moet nemen. De kans van slagen werd door menigeen, onder het genot van een drankje, het grootst genoemd als die rol bij de gemeentes komt te liggen!

Dagvoorzitter Erik Stronk, CEO bij Ennatuurlijk, vatte na de lezingen en de vele vragen de lezingen kort samen. De complete presentaties van alle inleiders zijn voor leden van Stichting Warmtenetwerk zijn beschikbaar via deze link. Daar ziet u gedetailleerder hetgeen de inleiders besproken hebben en ook de foto’s. 

Auteur:
Broer de Boer

Lees ook onze andere berichten