Een warmtebuffer van 3600 m³ gaat straks het fossiele warmtenet van NUON/Vattenval in de wijk Duinwijck op Oost-Vlieland vervangen. Zonnecollectoren op het dak van de Vliethorst vangen de warmte op die ‘s winters in deze waterzak wordt opgeslagen. Aan het eind van de cyclus, in de lente, is het water nog 55 graden. Warmtepompen krikken dat vervolgens tot 65 graden op. Het project is één van de 27 landelijke projecten dat een rijkssubsidie voor aardgasloze wijken kreeg.
Vlieland was begin 2008 de laatste gemeente in ons land die door middel van een walverbinding op het landelijke stroomnetwerk werd aangesloten. Voorheen stonden er twee dieselgeneratoren die de stroom voor de bijna 1150 eilanders opwekten. Het koelwater daarvan diende voor verwarming van de woningen. Toen die generatoren overbodig werden, moest NUON een truc verzinnen om de huizen van Oost-Vlieland toch via het bestaande warmtenetwerk van warmte te voorzien.
Oost-Vlieland is overigens het enige dorp op het eiland: de laatste twee huizen op West-Vlieland, door een slenk van Oost gescheiden, verdwenen in 1736 in de golven. Sinds 2009 heet het dorp dan ook officieel Vlieland, net als het eiland.
Gasturbines
De oplossing waar NUON mee kwam, was om twee gasturbines in het nieuwe ketelhuis neer te zetten. De oude dieselgeneratoren zijn naar een ander deel van Vlieland voor back-up stroomvoorziening gegaan. NUON, nu definitief Vattenfall geheten, was vanaf het begin niet gelukkig met deze situatie. Het energiebedrijf wilde eigenlijk van het kleinschalige warmtenet af, het net paste niet langer in hun bedrijfsdoelstelling. De gemeente benaderde vervolgens Stichting Urgenda om een pad uit te stippelen waarmee Vlieland zichzelf volledig met water en duurzame energie kan bedruipen. Dat stond al in het ambitiemanifest van de Waddeneilanden uit 2007 en is zo’n tien jaar later in het convenant tussen de gemeente Vlieland en het Ministerie van BZK nogmaals overeengekomen.
Met die gasketels was wel het nodige aan de hand, bleek uit de analyse die Urgenda in 2016 trok. “De mensen in de wijk Duinwijck, gebouwd in 1999, maar ook daarbuiten zijn ontevreden over het warmtenet”, zegt Antoine Maartens, sinds 2013 programmaleider Duurzame Wadden bij Urgenda. “Het is de hoogste tijd voor onderhoud. De ketels zijn veel te groot voor dit warmtenet, ze lekken en in veel van de huizen raken de radiatoren vervuild door minerale afzettingen.”
Dankzij een subsidie van drie ton vanuit de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) kon voor een innovatieve aanpak worden gekozen. Urgenda schakelde bureau Greenvis uit Utrecht in om met kansrijke alternatieven voor een CO2 vrije gebouwde omgeving op de proppen te komen. Samen met Urgenda stellen ze voor om het warmtenet te moderniseren.
Warmtebuffer
Waar komt hun aanpak nu op neer? In het uitvoeringsprogramma 2017 heeft de gemeenteraad voor de overgang naar aardgasloos op het eiland besloten. Met de ‘warmtebuffer Vlieland’ kan ongeveer 130 van de 9.850 ton aan CO2 uitstoot van het eiland worden weggewerkt. Het geheim van de innovatieve aanpak schuilt, zoals zo vaak, boven en onder de grond: zonnecollectoren en een enorme warmtebuffer die de thermische energie van de zomer voor de winter bewaart. Het gaat om een HoCoSto warmtebuffer (zie afbeelding).
Maartens licht toe. “Toen was er geld en draagvlak om de technologie uit te werken. NUON blijft nog voor onbepaalde tijd voor het onderhoud van de gasketels zorgen die als achtervang blijven staan, de gemeente heeft uit het programma Aardgasvrije Wijken van het Rijk geld voor uitvoering en materialen gekregen. Zonnecollectoren op het dak van de Vliethorst, een groepsaccommodatie aan de rand van het dorp, wekken ruim voldoende warmte op. Dat wordt later onder het grasveld vlak naast Duinwijck in een warmtebuffer van 3600 m3 voor de winter opgeslagen. Aan het afgiftesysteem hoeven we weinig te veranderen. Dat blijft bijna gelijk. Ook extra isolatie van de woningen is niet noodzakelijk”.
Onderzoek
Het innovatieve concept om 38 woningen van warmte en warm tapwater te voorzien, is nog lang geen gelopen race. Weliswaar kan men de kosten van de onrendabele top – geschat op 665.000 euro – dankzij bijdragen van het Ministerie van BZK afdekken, voor veilig warm tapwater staan nog meerdere opties open.
“De opgeslagen warmte gaat bij 55 graden het afgiftesysteem in en zal”, legt Maartens uit, “ter voorkoming van legionella tot 65 graden moeten worden opgekrikt. Dat vergt via warmtepompen extra energie. Uiteindelijk willen we een situatie bereiken dat de hele warmtevoorziening van de wijk Duinwijck uit de zon wordt gehaald waarbij de totale woonlasten voor de bewoners gelijk blijven. Daaraan moet we nog rekenen. De werkgroep is eind april naar de notaris gegaan om een warmtecoöperatie op te richten. De warmtebuffer gaat naar verwachting wel zestig jaar mee. In de winter van 2020/2021 zullen we het grasveld voor ondergrondse wateropslag gereed maken”, besluit de programmaleider duurzame Wadden.
Tseard Zoethout