De afgelopen maanden wordt de berichtgeving in de landelijke pers gedomineerd door de energietransitie en de hoge energiekosten. Logisch, want we hebben er allemaal mee te maken. Niet voor niets gaan de gesprekken met de buurman of op verjaardagsfeestjes steeds vaker over de energievoorziening thuis, voor het bedrijf of voor de auto. Voor Warmte365 schreef ik er een column over.
In de politiek en binnen de duurzame energiebranche draaien de gesprekken daarnaast vooral om de klimaatdoelen: 49% minder CO2-uitstoot in 2030 en 95% minder CO2-uitstoot in 2050, ten opzichte van 1990. De verbranding van olie en aardgas zorgt daarbij voor de meeste CO2-uitstoot, naast vervoer, industrie, het kappen van regenwoud en andere menselijke activiteiten.
Zoveel mogelijk duurzame alternatieven
Hoe je het ook wendt of keert: de energietransitie is een belangrijke puzzel die we met z’n allen goed moeten leggen. Vanuit de warmtesector bezien is het benutten van zoveel mogelijk duurzame alternatieven voor aardgas hiervoor de enige manier. En die alternatieven zíjn er, in de vorm van duurzame energiebronnen en technieken, die samen de puzzelstukken vormen voor de totale opgave. Nog meer voer voor gesprekken dus, want wat vinden wij (bedrijven, leveranciers en overheden) dan het juiste puzzelstuk op de juiste plaats?
Stimuleren van kennisuitwisseling
Daarover wordt veel gesproken binnen Stichting Warmtenetwerk. De ca. 230 deelnemers van Stichting Warmtenetwerk werken samen aan duurzame collectieve warmte voor Nederland. De deelnemers komen uit de gehele warmteketen, van gemeenten en woningcorporaties tot leveranciers, adviseurs en warmtebedrijven, publiek en privaat. Binnen de stichting richten wij ons op het verbinden van spelers in de warmteketen en het stimuleren van samenwerking en onderlinge kennisuitwisseling over collectieve warmtesystemen, omdat je daarmee in één keer volledige wijken van duurzame warmte kunt voorzien.
Steeds meer inspirerende voorbeelden
Omdat we zo dicht bij het vuur zitten, zien we een hard groeiend aantal nieuwe voorbeelden van grote én kleinere collectieve warmteprojecten, privaat én publiek. Samenwerking is daarbij altijd de key-factor voor het succes ervan. En met samenwerking bedoel ik hier nadrukkelijk ‘samen verder vooruitdenken’ over alle mogelijke opties en de te nemen stappen richting een aardgasvrij Nederland in 2050. Met een stapsgewijze aanpak kunnen warmtenetten steeds verder worden uitgebreid of kunnen er steeds meer duurzame bronnen aan kunnen worden toegevoegd.
Een voorbeeld hiervan zijn de modulaire warmtesystemen, die een laagdrempelige manier bieden om een warmtenet met lokaal beschikbare warmtebronnen te ontwikkelen. De systemen, die gebruik maken van collectieve warmtepompen, zijn al geschikt voor buurten met tweehonderd tot achthonderd woningen. Een modulaire aanpak vereenvoudigt daarmee de transitie naar aardgasvrij wonen.
Lokaal beschikbare bronnen
Ook aan de ontwikkeling van duurzame lokale bronnen voor de warmtenetten, wordt met man en macht gewerkt. Zo is geothermie een voordehandliggende hernieuwbare warmtebron en zien we dat combinaties van bodemenergie- en aquathermiesystemen om bestaande warmtenetten mee in te voeden, sterk in opkomst zijn. Het ontwikkelproces is vaak complex en de investering voor partijen in de warmteketen is groot. Daarom is het belangrijk om goed samen te blijven werken en ver vooruit te blijven denken, samen met lokale partners en gemeenten.