Deelname aan de Stichting Warmtenetwerk is waardevol voor gemeenten. Ze kunnen er informatie ophalen, krachten bundelen en kennis delen. Dat was voor de gemeente Almere in 2018 de reden om deelnemer te worden, vertelt bestuurslid en zelfstandig adviseur Anne Marie van Osch. Volgens haar is het essentieel dat Stichting Warmtenetwerk geen lobbyorganisatie is voor warmtenetten, maar de hele keten vertegenwoordigt.
“Ik was actief in een groep van de Metropoolregio Amsterdam over warmtenetten. Daar ontmoette ik Jannis van Zanten, die zei dat ze voor Stichting Warmtenetwerk nog een bestuurslid vanuit een gemeente zochten.” Aan het woord is Anne Marie van Osch, voormalig projectleider Duurzame Energie van de gemeente Almere en inmiddels zelfstandig adviseur bij Amergie Advies. Ze herinnert zich hoe ze voor het eerst kennismaakte met Stichting Warmtenetwerk. “Ik vroeg Jannis: ‘waar gaat Stichting Warmtenetwerk over?’ Want ik kende het nog niet en ik kan moeilijk bestuurslid worden als we zelf niet eens deelnemer zijn.”
Krachten bundelen en kennis delen
Over de reden waarom ze graag deelnemer wilde worden, is ze duidelijk. “Ik vind krachten bundelen en kennis delen altijd een goed idee. Omdat Stichting Warmtenetwerk nadrukkelijk een ketenorganisatie is en geen lobbyclub, is het voor gemeenten zeker interessant. Daarom is het ook goed dat de gemeenten vertegenwoordigd zijn, dat brengt meer evenwicht.” Voor ambtenaren is het niet altijd eenvoudig om een nevenfunctie te bekleden, benadrukt ze. “We moeten alle nevenfuncties vastleggen en zorgen dat er geen belangenconflicten zijn.”
Publieke partij aan tafel
Van Osch legt uit waarom kennisdeling zo belangrijk is. “Nu zie je een versnipperd landschap waarin elke gemeente zelf het wiel aan het uitvinden is. Steeds meer gemeenten willen een warmtenet, maar er zijn nog maar heel weinig gemeenten met een warmtenet. Deelname aan Stichting Warmtenetwerk levert voor gemeenten veel op, want ze hebben toegang tot een groot netwerk van mensen in de sector.” De gemeenten leveren zelf ook een belangrijke bijdrage aan het netwerk, zegt ze. “De manier van denken bij overheden is anders en daarom is het voor het evenwicht in de stichting belangrijk dat er niet alleen bedrijven in het bestuur zitten. Iemand moet kunnen doorvoelen wat de publieke belangen zijn. Ik treed 31 december af als bestuurslid, maar pleit ervoor dat er altijd een publieke partij aan tafel blijft zitten.”
Cruciaal voor de warmtetransitie
Gemeenten hebben een andere kijk op de warmtetransitie, merkt Anke Delfos, de huidige projectmanager Energie van de gemeente Almere op. “Iedereen heeft het over de Wet collectieve warmte (Wcw), maar voor gemeenten is de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) veel belangrijker. Ook deze moet nog ingevoerd worden en geeft gemeenten meer bevoegdheden bij het aanwijzen van aardgasvrije gebieden. Dat zijn dingen die cruciaal zijn voor de warmtetransitie, maar die niet zo op de radar van bedrijven staan.” Van Osch geeft aan dat er twijfels zijn over de effectiviteit van de Wgiw. “De verplichting om een besluit te nemen over het aanwijzen van aardgasvrije gebieden staat er niet in. Dus ik denk dat 90% van de bestuurders de wet niet gaat inzetten. Gemeenten hoeven dan geen einde aan de aardgaslevering te maken en hoeven hun handen er politiek niet aan te branden.” Het lidmaatschap van Stichting Warmtenetwerk past bij de missie van de gemeente Almere, zegt Van Osch. “De gemeente werkt aan duurzame warmtenetten waar dat een verstandige keuze is. Maar als all electric een betere oplossing is, kiezen ze daarvoor. Het gaat dus om de beste keuze voor een bepaald gebied, waarbij alle belangen gewogen worden.”
Warmtenet-gemeente
Almere is misschien wel de grootste warmtenet-gemeente van Nederland, waar grote delen van de stad op het warmtenet zijn aangesloten, zegt Delfos. “We hebben eigenlijk maar twee stadsdelen die op het aardgasnet aangesloten zijn. Dat is gebeurd in de jaren zeventig in Almere Haven toen er voldoende aardgas beschikbaar was. Daarna kwam de oliecrisis en is in Almere Stad een warmtenet aangelegd. Daarna werd in de jaren 90 weer een gasnet aan gelegd in Almere Buiten. En in 2003 werd het besluit genomen om Almere Poort ook op het warmtenet aan te sluiten.” Het zijn vaak lange processen die hieraan vooraf gaan, legt Van Osch uit. “En soms loopt het niet zoals je wilt. Ik heb er lang voor gevochten om Almere Hout op het warmtenet aan te sluiten, maar daar is uiteindelijk toch een gasnet aangelegd, want het warmtenet zou duurder zijn.”
Publiek warmtebedrijf
Gemeenten zouden zelf een grotere rol kunnen spelen in de warmtevoorziening, denkt Delfos. “Gemeenten zijn goed in grote nutsvoorzieningen zoals rioolaanleg en vervanging. Voor de energievoorziening zijn we dat nog niet gewend, maar het is wel interessant om uit te zoeken wat daar de effecten van zijn. Wij willen deze puzzel ook gaan leggen voor Almere Pampus. Daarvoor maken we nu het grand design.” De gemeente Almere onderzoekt momenteel de mogelijkheden voor een publiek warmtebedrijf. Delfos: “We kijken wat een goede vorm voor een publiek warmtebedrijf zou kunnen zijn. Dat kan een gemeentelijk warmtebedrijf zijn, maar hier in Flevoland kijken we ook naar een provinciaal warmtebedrijf. Er zijn hier maar zes gemeenten, waarvan de twee grootste veel ervaring hebben met warmtenetten. Daarnaast blijft er een noodzaak om samen te werken met Amsterdam, omdat we op het Diemen-net zitten.”
Rol warmtebedrijven
De rol van warmtebedrijven verandert door nieuwe wetgeving, zegt Delfos. “Op de leveringskant blijven ze vrijwel zeker een rol spelen. Maar het beheer van de netten gaat misschien naar de netwerkbedrijven. We weten nog niet welke variaties er allemaal zullen ontstaan. Maar het lijkt logisch dat er publiek-private samenwerkingen komen. De gemeente Almere is in ieder geval op dit moment niet van plan om zelf bronnen te gaan exploiteren.”
Auteur:
Joop van Vlerken
Joop van Vlerken