Keuzehulp voor woningcorporaties bij aansluiting op warmtenet

Geplaatst op 09-06-2020 door Stichting Warmtenetwerk

Bij de aansluiting van bestaande wijken op warmtenetten spelen verschillende factoren die de keuzes in dit proces beïnvloeden. De studenten van de Hbo-opleiding Bouwkunde aan de Hogeschool Rotterdam hebben in het afstudeeratelier Duurzame Renovatie onderzoek gedaan naar de keuzes waar woningcorporaties voor staan en hebben deze in kaart gebracht. Door het ontrafelen van de techniek worden de beslismomenten voor woningcorporaties makkelijker gemaakt.

 

“Technisch weten we wel hoe we woningen moeten aansluiten op een warmtenet. Maar het gaat veel meer om de context. Hoe organiseer je het aansluiten van de woningen en hoe voer je de maatregelen uit. Dat is wat we onze studenten mee willen geven.” Aan het woord is Haico van Nunen, lector duurzame renovatie aan de Hogeschool Rotterdam. “We willen onze studenten in contact brengen met de renovatieopgave. Dat doen we in het afstudeeratelier. De studenten zitten dan vier dagen bij een woningcorporatie en voeren daar een opdracht uit. Een dag zijn ze nog op de hogeschool.”

 

Aanvullende maatregelen

Student Bouwkunde Bas Wingelaar onderzocht vorig jaar het aansluiten van vooroorlogse portiekwoningen van Woonstad op een warmtenet. Van Nunen: “Veel van deze woningen staan op het punt gerenoveerd te worden. De belangrijkste reden voor de renovatie is funderingsherstel. Dat kost 75.000 tot 100.000 euro per woning zonder aanvullende maatregelen.” In het rapport ‘Energietransitie bij Woningcorporaties en Gemeenten’ doen de studenten van het afstudeeratelier verslag van hun bevindingen. Wingelaar heeft voor de aanpak van de woningen die aangesloten gaan worden op een warmtenet een beslisboom gemaakt die de mogelijke keuzes voor werknemers van Woonstad Rotterdam makkelijker kan maken. 

 

Onzekerheid

Hulp bij de keuzemomenten is belangrijk voor woningcorporaties omdat ze nog niet precies weten waar en wanneer de warmtenetten precies komen, vertelt Van Nunen. “Vanwege deze onzekerheid kan het verstandig zijn om vanuit de techniek te ontrafelen welke maatregelen tot welke effecten leiden. Dat kan door scenario’s op te stellen voor de verschillende mogelijkheden. Je krijgt dan bijvoorbeeld de resultaten van alleen het vervangen van glas, of het vervangen van het glas en nieuwe radiatoren en isolatie. Door verschillende variaties te maken met de maatregelen kunnen woningcorporaties kiezen welke maatregelenset het beste bij de gekozen aanpak past.”

 

Integraal denken

Van Nunen legt uit dat het aanpakken van de fundering of een andere renovatie een goed moment is om ook te kijken naar de verduurzaming van de woningen. “Een van de problemen is dat woningcorporaties renovaties vaak als losstaande projecten zien. De aanpak van de fundering ligt bijvoorbeeld bij een andere afdeling dan verduurzaming van de woningen, terwijl de aanpak van de fundering een goed moment is om duurzame maatregelen te nemen. Het ontbeert woningcorporaties soms nog aan dit integrale denken.” Hoewel het soms dus verstandig is om bepaalde maatregelen tegelijkertijd uit te voeren, is dat niet altijd mogelijk. Van Nunen: “Het budget past niet altijd bij zo’n integrale opgave. Je kunt niet zomaar 30.000 euro extra uitgeven aan een woning, als die in principe nog prima functioneert en verhuurd kan worden. En het gaat niet alleen om geld, maar ook of de renovatie in bewoonde staat uitgevoerd kan worden. Maar soms leiden een paar stapjes meer tot een hogere kwaliteit en moet je die heroverweging maken. Als je bijvoorbeeld de fundering van een woning vervangt, kan het wel slim zijn om meteen zonder veel extra kosten vloerverwarming aan te leggen met het oog op de toekomst.”

 

Warmtenet goedkoper

De keuze voor een warmtenet heeft voordelen voor een woningcorporatie, vertelt Van Nunen. “Woningcorporaties zien bij het aanpakken van woningen grofweg gezien twee uitersten. Of je pakt een woning helemaal aan op het gebied van installaties en isolatie of je isoleert minder en sluit een woning aan op een warmtenet. Die laatste optie is natuurlijk goedkoper voor de woningcorporatie, maar een woningcorporatie heeft geen invloed op de CO2-uitstoot van een warmtenet. Daarmee is het duurzaamheidsgehalte van deze oplossing nog een onzekere factor.” Welke temperatuur een warmtenet heeft, is van grote invloed op de maatregelen die voor de woningen genomen moeten worden, vertelt Van Nunen. “Bij een hogetemperatuurwarmtenet hoef je weinig aan de woning te doen, maar de prijs voor de bewoners kan hoog zijn omdat ze veel warmte moeten afnemen. Bij een lagetemperatuurnet is het net andersom. Daar moet je veel meer isoleren en waarschijnlijk ook het afgiftesysteem aanpassen. Maar dat levert voor de bewoners waarschijnlijk minder kosten op.”

 

Macht

Wat zeker is, is dat woningcorporaties een belangrijke factor zijn bij het verduurzamen van wijken, beaamt Van Nunen. “Woningcorporaties hebben meestal grote aantallen woningen in bezit in bepaalde wijken. Als er een aansluiting op een warmtenet overwogen wordt, kunnen die woningen belangrijk zijn. Woningcorporaties kunnen voor het omslagpunt zorgen waarbij een warmtenet rendabel wordt door hun woningen in te brengen.” Dat geeft woningcorporaties een zekere macht, bevestigt Van Nunen. “De context bepaalt wat er gaat gebeuren in een bepaalde wijk. Daarbij kunnen woningcorporaties een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld om voor draagvlak te zorgen en meer duidelijkheid over de maatregelen te communiceren. Enerzijds kunnen ze gewicht in de schaal leggen, maar anderzijds wordt er ook veel voor ze besloten. Zoals bijvoorbeeld wanneer welke wijken van het gas af gaan.”

Meer informatie:
Lees welke maatregelen corporaties kunnen nemen in de energietransitie in de publicatie van het afstudeeratelier Renovatie.  (Pdf)

Op de foto:

  1. Haico van Nunen, lector duurzame renovatie Hogeschool Rotterdam
  2. Overzichtsfoto Rotterdam
Auteur:
Joop van Vlerken

Lees ook onze andere berichten