19, 20 en 21 maart zijn ongeveer 4000 zakelijke bezoekers naar de Expo Haarlemmermeer gekomen voor het congres Duurzaam Verwarmd. De nieuwste technieken op het gebied van collectieve warmte passeren er de revue. Verschillende leden van Stichting Warmtenetwerk zijn dan ook exposant of bezoeker van het congres. Zij laten hun licht schijnen over deze nieuwe technieken, vertellen welke ontwikkelingen de komende jaren een rol gaan spelen en laten zien hoe ze met hun innovatieve producten inspelen op het aardgasvrij maken van gebouwen.
De leden van Stichting Warmtenetwerk zijn in grote getale op het congres Duurzaam Verwarmd aanwezig. Zij zien er de nieuwste trends op het gebied van collectieve duurzame warmte. Volgens Ronnie Startman, sales manager bij Kamstrup is het aansluiten van bestaande gebouwen op warmtenetten een belangrijke ontwikkeling. “Dit is geen gemakkelijke opgave, maar ik zie bijvoorbeeld in Dordrecht en Groningen mooie initiatieven. Daarnaast is er bij veel projectontwikkelaars ook hernieuwde interesse voor een collectief systeem voor complexen tot ongeveer 100 woningen. Deze projecten leken afgelopen jaren minder interessant voor een collectieve oplossing.” Ook Kees Molenaar, account manager bij G2 Energy, ziet duidelijke trends op het gebied van collectieve warmte. Zo wordt opslag steeds belangrijker, denkt hij. “Er is veel aandacht voor de opslag van duurzame warmte. Hier komen steeds meer mogelijkheden voor en er lopen allerlei onderzoeken.” Wim Jacobs, general manager van Zero Friction, noemt ook de zoektocht naar opslagmogelijkheden. “Solar to heat en kleinschalige buffering zien we als mooie trends.” Daarnaast speelt de steeds verdere professionalisering van de warmtemarkt een rol, vertelt Thomas van den Groenendaal, commercieel manager bij Thermaflex. “Door professionalisering komen er steeds meer specifieke oplossingen voor specifieke projecten, maatwerk dus.”
Bestaande bouw
In de aardgasloze warmtetransitie zien de leden goede mogelijkheden voor warmtenetten in bestaande wijken. Christian Broks, branche manager bij Eurowater, wijst er op dat er voldoende warmtevraag moet zijn voor een haalbare businesscase. “Dit is eerder het geval in de bestaande bouw bij huizen van voor 2000 vanwege de isolatie. Compacte bebouwing is het laaghangende fruit, waarbij de overige woningen in de nabijheid van een net in de toekomst aan kunnen haken.” Van den Groenendaal gaat nog een stapje verder. “Voor alle hoogbouw en geschakelde grondgebonden woningen van 1945 tot 1990 is collectieve warmte op basis van een duurzame bron een zeer haalbaar en betaalbaar perspectief.” Startman trekt het breder. Volgens hem is niet de bouwperiode leidend maar de manier van bebouwing. “Duurzame collectieve warmte kan in alle woningen; bestaande bouw en nieuwbouw, als er maar een dichte bebouwing is. We zien veel woningcorporaties die echt wel stappen willen zetten. Het is prettig als je in de wijk enkele grotere complexen kunt meenemen.” Ook Sicco Rust, business development manager bij KZ, ziet mogelijkheden voor collectieve warmte in alle woningtypen. “Collectieve warmte is in te zetten voor ieder woningtype, de variatie zit in de temperatuur van het primaire net, de benodigde temperatuur in de woning en de mogelijke warmtebronnen. Deze variabelen samen maken het mogelijk om voor iedere situatie collectieve warmte toe te passen, eventueel met de toepassing van naverwarming in de woning.”
Regelgeving
Op het gebied van wet- en regelgeving kan de overheid warmtenetten nog verder stimuleren, vindt Richard van den Berg, directeur van Scheer & Foppen Installatietechniek. “De regering moet hier meer druk op uitoefenen en gemeenten zouden minder kritisch kunnen zijn in vergunningstrajecten.” Molenaar mist duidelijkheid in de wet- en regelgeving. “Er is vaak nog geen sprake van eenduidig beleid. De temperatuur waar een bron mee gevoed mag worden bijvoorbeeld, is provinciaal én zelfs plaatselijk heel verschillend.” Startman ziet momenteel weinig hindernissen in de regelgeving voor warmtenetten. “Ik vind dat vooral de markt als geheel verder volwassen moet worden en dat de politiek dit signaal moet oppakken. De initiatieven van Stichting Warmtenetwerk dragen hier zeker aan bij.”
Verduurzaming
Verduurzaming van warmtenetten is iets dat de leden van Stichting Warmtenetwerk belangrijk vinden en waar ze zelf met hun producten aan bijdragen. Molenaar vindt bijvoorbeeld dat de focus bij collectieve warmte nog te veel op restwarmte ligt. “Er wordt veel gekeken naar restwarmte die niet altijd beschikbaar is, terwijl er steeds meer zonuren in Nederland komen. Laten we daar in ieder geval gebruik van maken. Zonneboilers horen daar zeker bij” Ook Henk Zuidersma, mede-eigenaar van Resolar is enthousiast over het inzetten van zonnewarmte in collectieve projecten. “Het efficiënt omzetten van zonnewarmte in heet water is onze business. De opslagcapaciteit met factor 3 tot 4 verhogen, doen we zonder dat het volume vergroot wordt.” Niet alleen de zon is populair als bron, benadrukt Van den Groenendaal: “De variëteit en creativiteit van bronnen neemt zienderogen toe. Geothermie, restwarmte en aquathermie zijn prachtige bronnen en een welkome aanvulling op bijvoorbeeld wind en zon.” Marcel Olijerhoek, sales director van Logstor Nederland, noemt nog een ander aspect van verduurzaming in warmtenetten. Hij vindt dat de netten zelf een stuk duurzamer en efficiënter aangelegd kunnen worden. “De huidige trend is dat er nog steeds gekozen wordt voor aanleg van warmtenetten tegen de laagste investering en daarmee de slechtste isolatiewaardes.”
Vereenvoudiging transitie
De leden van Stichting Warmtenetwerk laten op Duurzaam Verwarmd verschillende producten zien. Die producten moeten de warmtetransitie vereenvoudigen, vertelt Rust. “Wij dragen bij aan de transitie van gas naar collectieve warmte met innovatieve producten specifiek voor renovatietoepassingen. Denk bijvoorbeeld aan onze warmteleidingen met een minimaal warmteverlies en onze innovatieve afleversets.” Ook Van den Berg benadrukt het belang van materialen in de warmtetransitie. “De beste materialen met de hoogste kwaliteit moeten toegepast worden. En we moeten als bedrijf meedenken over innovaties en prefabricage. Het prijsniveau moet dalen door slim en innovatief te zijn, zoveel mogelijk prefab toe te passen en innovatieve nieuwe producten te bedenken en te ontwikkelen.” Veel mensen vergeten volgens Broks waar de term duurzaamheid ook voor staat; namelijk het verlengen van levensduur. “Wij behandelen stadverwarmingswater op een duurzame, milieuvriendelijke manier, zonder toevoeging van chemicaliën. Zo voorkomen we corrosie van leidingen en andere systeemcomponenten, waardoor de levensduur verlengd wordt.” Jacobs helpt met Zero Friction de warmtetransitie weer op een heel andere manier. “Onze kracht ligt in de totale ontzorging van de backoffice door het wegnemen van arbeidsintensieve processen. We doen dat door het aanbieden van gebruiksvriendelijke, altijd up-to-date en betaalbare metering en billing.”
Joop van Vlerken