Soms willen meerdere gemeenten gebruikmaken van één en dezelfde duurzame warmtebron. De provincie Noord-Holland ontwikkelt een tool die inzicht geeft in waar de duurzame warmte het best kan worden ingezet. Beleidsmedewerker Pim van Herk: ‘Het is nu vaak wie het eerst komt, het eerst maalt.’
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale warmtetransitie: het aardgasvrij maken van gebouwen en woningen. In 2021 leverden zij daarvoor hun transitievisies warmte op, waarin staat met welke wijken zij tot en met 2030 aan de slag gaan. Het warmteprogramma, dat gemeenten uiterlijk 31 december 2026 moeten hebben vastgesteld, laat zien hoe zij daar tot 2035 mee verdergaan.
Om te voorkomen dat iedereen zelf het wiel moet uitvinden, ondersteunt de provincie Noord-Holland de gemeenten bij het uitvoeren van de warmtetransitie, aldus Pim van Herk, beleidsmedewerker duurzame energie bij de provincie en regiocoördinator voor het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie. ‘We doen dat bijvoorbeeld via het Servicepunt Duurzame Energie. Dat bestaat uit een consortium van adviesbureaus die in opdracht van de provincie hun expertise en kennis op het gebied van de energietransitie in de gebouwde omgeving delen met de gemeenten. Dat gebeurt heel praktisch, bijvoorbeeld met toolkits, een isolatieaanpak of een ondersteuningsaanbod voor verenigingen van eigenaren.’
Warmteviewer biedt actuele data
Waar mogelijk zijn collectieve, duurzame warmtenetten de beste oplossing om wijken en buurten aardgasvrij te maken. Die warmtenetten moeten worden gevoed door duurzame energiebronnen, zoals restwarmte van bedrijven, geothermie (aardwarmte) of aquathermie (energie uit water). ‘De Noord-Hollandse RES-regio’s hebben die bronnen, net als de andere RES-regio’s, geïnventariseerd in de Regionale Structuur Warmte in 2021’, zegt Pim. ‘Maar daarmee is niet bepaald op welke manier en door wie die bronnen gebruikt gaan worden. Daar moeten gemeenten nu en in de komende jaren mee aan de slag, en ook daar ondersteunt de provincie hen bij.’ De provincie doet dat onder andere met een warmteviewer: een openbaar te raadplegen geografisch informatiesysteem dat inzicht geeft in zo actueel mogelijke data over bijvoorbeeld beschikbare warmtebronnen in de provincie, de vraag naar warmte en de warmte-infrastructuur, dus de leidingen en aansluitingen.
Concurreren om bovenlokale warmtebronnen
Op basis van die data kunnen gemeenten onder andere zien van welke bronnen in de buurt zij gebruik kunnen maken voor de aanleg van een warmtenet. Maar ze kunnen níet zien of de bron al gebruikt wordt door een andere gemeente. Soms kan dat leiden tot de situatie dat verschillende gemeenten van één en dezelfde bron gebruik willen maken. ‘We zien dat vooral in het zuidelijk deel van de provincie Noord-Holland’, zegt Pim. ‘Het noordelijk deel bestaat meer uit landelijke gemeentes, die verder uit elkaar liggen. Daar zijn warmtenetten niet altijd de meest voor de hand liggende oplossing. Bovendien zitten deze gemeentes elkaar niet in de weg. In het zuidelijk deel van de provincie, dat veel stedelijker en dichter bebouwd is, kunnen warmtenetten een goede oplossing zijn voor het aardgasvrij maken van bestaande en nieuwe woningen. Maar daar zien we wel eens dat gemeenten met elkaar concurreren om warmtebronnen. De ene gemeente is soms al wat verder met de warmtetransitie dan de andere. Gemeentes die nog niet zo ver zijn, vissen dan achter het net, omdat de beschikbare warmtebron in de buurt al door een andere gemeente is gereserveerd. Het is nu vaak wie het eerst komt, het eerst maalt.’
Voor gebieden waar dit speelt, wil de provincie een dynamische tool ontwikkelen die inzicht geeft in welke bron je waar het best kan inzetten. ‘Het idee staat nog in de kinderschoenen’, zegt Pim. ‘Dus hoe de tool eruit komt te zien staat nog niet vast. Maar het is in elk geval de bedoeling dat je per situatie kunt zien – bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal geïsoleerde woningen – op welke plek de warmte het meest efficiënt en tegen de laagste kosten kan worden ingezet. Gemeenten kunnen op basis van die inzichten dan samen een onderbouwd besluit nemen over het gebruik van de warmtebron.’
Warmteregisseur brengt partijen bij elkaar
De tool is niet voor alle gebieden nodig, zegt Pim. ‘In sommige gebieden hebben gemeenten al aangegeven dat zij willen samenwerken op het gebied van warmte. Daar hebben we een warmteregio ingericht, en een warmteregisseur aangesteld die knelpunten signaleert en partijen bij elkaar brengt. Een voorbeeld daarvan is de regio Alkmaar en Dijk en Waard. Daar hebben de gemeenten een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met onder andere verschillende woningcorporaties, Warmtebedrijf HVC en warmte- en koudebedrijf Duurzame Ring Heerhugowaard over de aanleg van een warmtenet, waarvoor ook weer de restwarmte van een azijnbedrijf in Heerhugowaard een bron is.’
Al met al ervaart Pim dat het verdelen van bovenlokale warmtebronnen nog een onontgonnen gebied is. ‘Het is per gebied een zoektocht hoe je dergelijke grote duurzame bronnen het best kunt gebruiken. In Noord-Holland doen we het, per situatie, stap voor stap. Het maken van een samenwerkingsovereenkomst, het inrichten van een warmteregio en het aanstellen van een warmteregisseur werkt goed in gebieden waar het, bijvoorbeeld vanwege de geografische ligging, logisch is dat gemeenten samenwerken. Waar gemeenten concurreren om warmtebronnen, hoop ik dat de tool die we gaan ontwikkelen, kan gaan helpen.’ Pim ziet in ieder geval een goede rol weggelegd voor de provincie. ‘Wij zijn een onafhankelijke partij. We hebben geen lokale belangen, maar zijn wel een organisatie die verantwoordelijkheid kan nemen. We doen dat uiteraard in nauw overleg met gemeenten en de RES-regio’s. We worden uiteindelijk alleen aardgasvrij, als we er samen de schouders onderzetten!’
Meer informatie
Servicepunt Duurzame Energie Provincie Noord-Holland
Provincie Noord-Holland: aanpak duurzame warmte
NP RES: werkblad uitwerking Regionale Structuur Warmte
Contactpersoon
Pim van Herk, beleidsmedewerker duurzame energie provincie Noord-Holland
herkp@Noord-Holland.nl
Auteur: NPLW
Foto: NPLW
*Stichting Warmtenetwerk is niet verantwoordelijk voor de inhoud van (nieuws)berichten van deelnemers. Dit ligt, net zoals de rechten, bij de auteur. Stichting Warmtenetwerk publiceert persberichten van deelnemers om het debat over de ontwikkeling van warmte te stimuleren en kennisdeling te bevorderen. Deze berichten zijn geen weergave van de standpunten van Stichting Warmtenetwerk. Wilt u in gesprek komen met de auteur van het bericht? Dit kan Stichting Warmtenetwerk bemiddelen (mits de auteur akkoord gaat). U bent welkom om een contactverzoek in te dienen via het deelnemersprofiel.