Onderzoek naar restwarmte uit Gelderse papierfabrieken

Geplaatst op 30-11-2020 door Stichting Warmtenetwerk

Honderden woningen in de Gelderse dorpen Loenen en Eerbeek kunnen mogelijk aangesloten worden op een warmtenet. De provincie Gelderland laat een haalbaarheidsonderzoek uitvoeren of een warmtenet dat gevoed wordt door warmte uit de nabijgelegen papierfabrieken mogelijk is. Dat het niet eenvoudig is om een warmtenet aan te leggen met zoveel verschillende belanghebbenden is nu al duidelijk.

 

In Loenen en Eerbeek zijn papierfabrieken al sinds de zeventiende eeuw een belangrijke bron van inkomsten. Nu wordt onderzocht of de fabrieken mogelijk bij kunnen dragen aan de warmtevoorziening van honderden woningen in de dorpen, vertelt Robin van der Sande van Sweco. “Vanuit de provincie Gelderland ligt er de doelstelling voor CO2-besparing. En in Loenen en Eerbeek liggen een aantal papierfabrieken. Daar bestaat eigenlijk al langer het idee om iets met de restwarmte van deze fabrieken te doen.”

 

Restwarmte

Van der Sande legt uit dat drie zaken in Loenen en Eerbeek bij elkaar komen. “CO2-beperking en het verduurzamen van industriële processen kunnen hier samenvallen met de verduurzaming van een wijk. Woningcorporatie Veluwonen staat voor de opgave om een groot aantal woningen in de beide dorpen te renoveren. Dus hebben we met Sweco de opdracht gekregen om uit te zoeken of het haalbaar is om de restwarmte van de fabrieken te gebruiken voor een warmtenet waarmee de woningen verduurzaamd kunnen worden.”

 

Veel belanghebbenden

Het haalbaarheidsonderzoek van Sweco bekijkt of de restwarmte van de papierfabrieken DS Smith, Mayr-Melnhof en Smart Packaging Solutions gebruikt kan worden in een warmtenet. Er zijn nogal wat belanghebbenden in dit proces: woningcorporatie, gemeenten, papierfabrieken, bewoners, provincie. Dat maakt het onderzoek er niet eenvoudiger op, vertelt Van der Sande. “Het is een leuke puzzel om met zoveel verschillende partijen samen tot een gedragen uitkomst te komen. Het ontwikkelen van warmtenetten is voor geen van de deelnemende partijen corebusiness. We zijn dan ook begonnen met het geven van een mini-masterclass: hoe werkt een warmtenet, en wat komt er allemaal bij kijken.”

 

Kansen

Door informatie te verzamelen kon Sweco een betere inschatting maken van de kansen voor het warmtenet. Van der Sande: “We zijn bij alle partijen langs geweest om te vragen hoe zij naar de toekomst kijken. Nu is er nog restwarmte die vrijkomt bij de warmteopwekking in de papierindustrie en daarnaast is er warmte uit rioolwater. Maar we weten nog niet hoe deze bedrijven in de toekomst hun warmte op gaan wekken. Als bijvoorbeeld blijkt dat de papierbedrijven overgaan op elektrische bronnen, is er minder restwarmte beschikbaar.”

 

Hoge temperatuur

Als door de verandering van de industriële processen minder warmte van hoge temperatuur beschikbaar is, heeft dat mogelijk gevolgen voor de kansen van het warmtenet, vertelt Van der Sande. “De huizen in Loenen en Eerbeek die nu gerenoveerd moeten worden zijn vaak wat oudere woningen met slechte energielabels. Die zouden gebaat zijn bij warmte van hoge temperatuur.” Maar ook lagetemperatuurwarmte is een optie die bekeken wordt, vertelt hij. “Belangrijk is dat de woningen er altijd warm bij zitten. We bekijken nu de optie om de restwarmte die vrijkomt uit het afvalwater van de papierfabrieken op te hogen met een centrale warmtepomp.”

 

Opties

Eind 2020 wil Sweco de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek presenteren aan de Provincie Gelderland. Van der Sande werkt hard aan de analyse van de onderzoeksresultaten. “Op dit moment kunnen we echter nog niks uitsluiten. We bekijken nog welke voorwaarden en risico’s aan de opties verbonden zijn.”

Auteur:
Joop van Vlerken

Lees ook onze andere berichten