PBL: beleidswijziging nodig voor knelpunten PAW

Geplaatst op 03-11-2022 door Stichting Warmtenetwerk

In het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) zijn sinds 2018 tientallen gemeenten aan de slag met de uitvoering van de warmtetransitie van de gebouwde omgeving. PBL heeft onderzocht hoe binnen het programma wordt omgegaan met de knelpunten waar deze gemeenten tegenaan lopen. Voor het oplossen van een aantal knelpunten is het nodig dat het (Rijks)beleid wordt gewijzigd. Daarvoor zijn de positionering van en capaciteit voor een dergelijk beleidsprogramma belangrijke randvoorwaarden, constateerden de onderzoekers.

 

Nederland heeft de nationale ambitie om aardgas uit te faseren als warmtebron voor de gebouwde omgeving, een belangrijk deel van de uitvoering van deze warmtetransitie ligt bij gemeenten. Om deze uitvoering op gang te brengen wordt interbestuurlijk (gemeenten, provincies, Rijk, waterschappen) samengewerkt binnen het Programma Aardgasvrije Wijken. Waar uitvoerders op gemeentelijk niveau tegenaan liepen is in een eerdere PBL-studie onderzocht (Dignum et al. 2021). In deze nieuwe studie is gekeken hoe knelpunten uit de uitvoering in het PAW zijn vertaald naar lessen op rijksniveau. 

Knelpunten voor gemeenten liggen enerzijds bij de behoefte aan kennis, en anderzijds bij de behoefte aan veranderingen in beleid of wet- en regelgeving. Gemeenten willen bijvoorbeeld graag weten welke gebouwen een gasaansluiting hebben, maar kunnen dit door privacywetgeving niet altijd te weten komen bij netbeheerders. In de afgelopen twee jaar zijn slechts enkele aanpassingen in beleid en wet- en regelgeving doorgevoerd: onder andere in de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie. 

 

Beperkingen voor doorvertaling
Het PBL heeft een aantal beperkingen gevonden voor de doorvertaling van knelpunten. In het algemeen is institutionele verandering langzaam van aard, het kost tijd om wetswijzigingen door te voeren. Daarnaast zijn twee beperkingen gevonden specifiek voor het PAW. Ten eerste iets wat bijna een open deur is, maar wel relevant: het kost tijd en inzet om ervaringen uit de uitvoeringspraktijk te vertalen naar haalbare en gepaste beleidswijzigingen. Ten tweede de plek die het PAW binnen de rijksoverheid heeft. Het programma agendeert geconstateerde knelpunten via monitoring en rapportage. Voor onafhankelijke rapportage is het wenselijk om op grotere afstand te staan van de ministeries dan nu het geval is. Voorbeelden van programma’s waarbij dit het geval is zijn het Deltaprogramma en het Nationaal Programma Regionale Energie Strategieën. Bij een grotere afstand tot beleid kan het daarentegen moeilijker zijn om capaciteit te vragen om mogelijke beleidswijzigingen uit te werken. Dit zijn belangrijke aandachtspunten, ook voor andere interbestuurlijke programma’s die proberen op institutioneel niveau inzichten uit de uitvoeringspraktijk te vertalen naar aanpassingen in beleid of wet- en regelgeving. 

 

Meer informatie:

Ga naar de website van PBL om het onderzoek te downloaden.

Lees ook onze andere berichten