Ook de Amsterdamse binnenstad ontkomt er niet aan: de woningen en gebouwen zullen energiezuiniger moeten worden. En dat terwijl de meeste panden niet makkelijk te isoleren zijn. Volgens de warmtetransitievisie van de hoofdstad richt Amsterdam zich op 70% gasreductie in 2040 en voor de rest biogas en waterstof in combinatie met hybride oplossingen. Maar er is ook een andere mogelijkheid: maak gebruik van de warmte van het grachtenwater en lokale restwarmtebronnen zoals warmte die vrijkomt uit koeling, en distribueer de warmte in lokale netten naar de grachtenpanden. En als je dat ook nog eens doet door in kademuren – die meer en meer vervangen of verbeterd moeten worden – warmtewisselaars op te stellen, dan zijn die kades weer up to date.
Dat laatste ultieme plan komt sinds vorig jaar wat dichterbij, nadat de kademuur aan de Grimburgwal van de Universiteit van Amsterdam vorig jaar instortte. Deze is tijdelijk hersteld, maar voor de definitieve oplossing wordt gekeken naar de mogelijkheid om hier als eerste een kademuur met een warmtewisselaar te realiseren, om ervaring op te doen met grachtenwater als bron voor verwarming van gebouwen. Dit is een onderdeel van een groter voorstel om de Amsterdamse binnenstad met zeer veel historische panden te voorzien van een vijfdegeneratiewarmtenet. Een en ander gebeurt in het kader van het project Green Light District, een samenwerkingsverband van de gemeente Amsterdam, TU Delft, De Groene Grachten, NV Zeedijk, De Gezonde Stad, Rooftop Revolution en EIT Climate KIC.
Aquathermie reële optie
Leo Gommans van de TU Delft (faculteit Bouwkunde, leerstoel Climate Design and Sustainability) vertelt over het plan. “Voor binnensteden met veel historische panden is het gebruik van aquathermie een reële optie om gebouwen van duurzame warmte en koeling te voorzien. We zien nu in veel warmtetransitievisies van dit soort steden – niet alleen Amsterdam maar ook kleinere steden als Zutphen en Elburg – dat men wil inzetten op groen gas en waterstof. Dat wordt nog behoorlijk ingewikkeld: zo veel groen gas is er niet, en waterstof is nog toekomstmuziek en het kost ook veel energie om waterstof te maken.”
De Waag en Universiteitskwartier
Daarom is vanuit het Green Light District een plan bedacht voor aquathermie met gebruik van Amsterdams grachtenwater. Het gaat om een plan voor een lokaal lage temperatuur warmtekoudenetwerk bij het gebouw De Waag aan de Nieuwmarkt en om een pilot die wordt uitgevoerd bij de UvA. Gommans: “Voor gebouw De Waag aan de Nieuwmarkt en omliggende gebouwen hebben we plannen gemaakt om warmte en koude uit grachtenwater en lokale restwarmte, bijvoorbeeld uit de productkoeling van de nabijgelegen Albert Hein, te gebruiken en op te slaan in een wko, dat we in een lokaal warmtekoudenet distribueren. Voor het Universiteitskwartier willen we een pilot realiseren voor op dit moment nog slechts één universiteitsgebouw, waarbij het grachtenwater als bron voor een warmtepomp dient. Hierbij worden nu nog niet de kademuren zelf als warmtewisselaar gebruikt, maar wordt het water langs een warmtewisselaar gepompt. De lagetemperatuurwarmte wordt dan met een elektrische warmtepomp met hoge efficiëntie en dus weinig elektriciteitsgebruik naar een hogere temperatuur gebracht voor ruimte- en tapwaterverwarming.”
Bij dit project speelt ook het Amsterdamse waterbedrijf Waternet een belangrijke rol, stelt Gommans. “Zij hebben in Amsterdam in kaart gebracht wat er aan potentieel aanwezig is en wat het onttrekken van warmte of koude voor een effect heeft op het grachtenwater in de stad.”
Kademuren
Met het meest ultieme voorstel om de kademuren als warmtewisselaar te laten dienen zou Amsterdam meerdere vliegen in één klap kunnen slaan: duurzame aquathermie in combinatie met herstel van kademuren. Want de gemeente Amsterdam staat voor de uitdaging om circa 200 kilometer aan historische kademuren te renoveren. Door hun leeftijd – deze kades kunnen tot 300 jaar oud zijn – en veranderde omstandigheden zijn veel kademuren als ondermaats en potentieel onveilig te beschouwen. Zoals vorig jaar bleek aan de Grimburgwal. Zo ver gaan de huidige plannen en pilots nog niet, stelt Gommans, maar de potentie van een dergelijk lokaal warmtekoudenet kan nu al wel worden aangetoond.
Tot slot zit achter het plan nog een klimaatadaptief element, vertelt Gommans. “De warmte uit de zomer wordt opgeslagen in de ondergrond om in de winter te gebruiken, waardoor het grachtenwater in de zomer minder warm wordt. Dit is beter voor de planten en vissen, er is minder overlast van onder andere blauwalg en het koelt de stad ook enigszins”, aldus Gommans.
Auteur:
Harmen Weijer
Harmen Weijer