De potentie voor bodemenergie als bron voor lagetemperatuur warmtenetten is groot. Maar dat wordt nog lang niet door iedereen gezien. Dat komt ook doordat lage temperatuur warmtenetten met name in de bestaande gebouwde omgeving als complex worden gezien. Volgens Frank Agterberg, voorzitter van de Branchevereniging Bodemenergie, zijn lagetemperatuur warmtenetten een belangrijke oplossing waarmee de verschillende wijken in Nederland van betaalbare warmte kunnen worden voorzien in de toekomst.
“De kansen voor de combinatie van warmtenetten en collectieve bodemsystemen liggen bij zogenaamde vijfdegeneratie warmtenetten. Deze netten hebben een lagere temperatuur dan traditionele stadswarmtenetten en hebben meerdere warmtebronnen. Ze kunnen ook koelen in de zomer, en door af te voeren warmte in een bodembron op te slaan kan deze in de winter via een warmtepomp weer worden benut. Dat kan een grote collectieve warmtepomp zijn of meerdere individuele kleinere.” Met deze woorden legt Frank Agterberg uit dat de potentie van bodemsystemen voor warmtenetten groot is. “En dan hebben we het alleen nog over de bodem als warmtebron, maar het dient ook als seizoensopslag omdat je in de zomer de warmte door koeling uit de woning haalt. Deze warmte sla je op in de bodem, tot je die er in winter weer uit haalt om te verwarmen.”
Complex verhaal
De warmtetransitie is volgens Agterberg geen eenvoudige opgave en laat zich daarom ook niet plat slaan. “Het is een complex verhaal met verschillende oplossingen voor de diverse gebouwen in verschillende wijken. Die complexiteit is ook nodig, want er zijn veel opties nodig om alle woningen en gebouwen in Nederland aardgasvrij te krijgen.” Hij pleit daarbij voor een betere informatievoorziening voor beleidsmakers. “Zij moeten uiteindelijk plannen welk systeem je waar aan gaat leggen. Dan moeten ze ook weten wat er kan en wat de randvoorwaarden zijn. De bodemenergiebranche, vertegenwoordigd door de Branchevereniging Bodemenergie, is een goede bron van die informatie.”
De eindgebruiker
Deze informatie is niet statisch, legt Agterberg uit. “Een aantal jaren geleden is er de zogenaamde Startanalyse gemaakt die voor alle wijken in Nederland de opties voor verduurzaming op hun maatschappelijke kosten vergeleek. Deze analyse wordt momenteel geüpdatet.” Een dergelijke analyse is bovendien niet sluitend, zegt hij. “Voor ambtenaren die concrete plannen maken voor wijken spelen er ook andere dingen dan kosten. Zij hebben bijvoorbeeld te maken met draagvlak bij de eindgebruiker die ook onderdeel is van dit verhaal.”
Weinig tractie
Vanuit het perspectief van bodemenergie verloopt de warmtetransitie op twee sporen, zegt Agterberg. “We hebben het dan over all electric warmtepompen met kleine gesloten of grote open bodemsystemen. De kleinere bodemsystemen worden vaak individueel per woning veel toegepast in de nieuwbouw. Je ziet dat de grotere collectieve warmtepompen met een bodembron achterblijven qua groei. Dat komt nog niet echt van de grond. Er is wel veel potentie, maar weinig tractie. Men ziet vooral wat het kost en bodemsystemen zijn vaak relatief duur. Maar er is nog onvoldoende besef van de voordelen van bodemenergie. Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheden van passieve koeling in bodemsystemen die veel efficiënter is dan actieve koeling met airco’s.”
Netcongestie
Een ander voordeel is volgens hem gerelateerd aan netcongestie. “Bodemenergiesystemen hebben een veel hoger rendement dan andere all electric systemen. De seizoenspieken op het stroomnet spelen op de momenten dat het koud, bewolkt en windstil is. Een bodemsysteem heeft dan juist een zeer lage piekvraag door de relatief hoge brontemperatuur. Je kunt dus heel wat van dit soort systemen kwijt in een krap net. In alle opzichten is dit een efficiënt systeem als oplossing voor potentiële netcongestieproblemen.” Natuurlijk zijn er ook barrières voor collectieve lage temperatuur warmtenetten, zegt hij. “Je hebt dezelfde uitdagingen als bij gewone warmtenetten. De straat moet open, maar daarnaast moet er in de woning ook wat gebeuren aan isolatie en afgiftesystemen. Vooral in de bestaande bouw is het een aanzienlijke opgave. Je moet mensen echt overtuigen van het project. In nieuwbouw is dat veel eenvoudiger. Maar als je het van de andere kant bekijkt; als de straat toch open moet, ga dan voor een toekomstbestendig systeem waarmee ook koeling en seizoensopslag mogelijk is.”
Kwestie van verleiden
Toch zijn deze technische en organisatorische uitdagingen momenteel niet de lastigste, zegt hij. “Het belangrijkste struikelblok op dit moment is het gestoei met de regels, zoals de Wet collectieve warmte. Er moet snel meer duidelijkheid komen, dan kunnen we door. Wij zijn er klaar voor en wachten op de orders. Technisch zit ons niets in de weg. De techniek is volwassen, de regulering volledig op orde en de branche staat klaar om te leveren.” Dat er momenteel nog geen mogelijkheden zijn om aardgasvrij te verplichten, helpt ook niet, legt hij uit. “Er is geld en er zijn subsidieregelingen die dit soort projecten ondersteunen. De wortel is er maar er is ook een stok nodig en die ontbreekt nog. Dat maakt dat dit soort projecten eerder een kwestie van verleiden dan moeten is.”
Meer bekendheid
Wat Agterberg wel eens dwars zit, is dat de potentie van bodemenergie nog niet bij iedereen bekend lijkt te zijn. “We hopen maar op meer bekendheid en dat opdrachtgevers denken aan bodemenergiesystemen als ze lage temperatuurbronnen overwegen. Brancheorganisatie Bodemenergie is mean and lean en we doen wat we kunnen, maar het speelveld is breed. We hebben te maken met een nog te weinig bewuste keten, en met drie verschillende beleidszuilen: energie, bouw/renovatie en milieu. Ook de bestuurlijke agenda heeft niet altijd aandacht voor bodemenergie. Men doet echter zichzelf tekort als bodemenergie wordt genegeerd.”
Meer weten over bodemenergie?
Download hier het document “Op bodemenergie kun je bouwen”
Auteur:
Joop van Vlerken
Joop van Vlerken