Vakmensen opleiden voor de warmtetransitie

Geplaatst op 16-04-2020 door Stichting Warmtenetwerk

De komende decennia spelen warmtenetten een belangrijke rol in de energietransitie. Regionale Opleidingscentra (ROC’s) leiden de vakmensen op die de warmtenetten gaan realiseren en hebben behoefte aan informatie over dit onderdeel van Infratechniek. De leermiddelen en examenproducten hiervoor worden ontwikkeld door Stichting BLEI. Namens Stichting Warmtenetwerk is Peter Schaap bestuurslid voor Stichting BLEI. 

 

“Het doel van Stichting BLEI is om de leermiddelen en examenproducten voor de infratechniek te beheren.” Aan het woord is Peter Schaap, projectleider warmte en koude bij Eneco, die vorig jaar namens Stichting Warmtenetwerk in het bestuur van Stichting BLEI is aangetreden. Schaap vertelt dat Stichting BLEI de leermiddelen en examenproducten ontwikkelt, onderhoudt en beheert voor de opleidingen Infratechniek op mbo-niveau 2, 3 en 4. “Stichting BLEI ontvangt per leerling een vergoeding om de lesstof te ontwikkelen, maar ook de deelnemende bedrijven dragen bij. De lesstof die we aanbieden gaat eigenlijk over alles wat je in de straat graaft.“ De leermiddelen die worden gebruikt zijn door de samenwerkingspartners beschikbaar gesteld. Dit materiaal biedt een goede basis om de opleidingen infratechniek naar een hoger niveau te tillen. BLEI zet zich in om het lesmateriaal steeds verder te verbeteren en actueel te houden.


Infrastructurele aannemers
Op de ROC’s voor Infratechniek worden toekomstige vakmensen in de beroepspraktijk opgeleid. Daarnaast worden werknemers van Infrabedrijven bijgeschoold. Dit zijn bedrijven die werken aan aanleg, distributie, onderhoud en beheer van de ondergrondse infrastructuur in Nederland. Schaap: “De studenten komen vooral bij de infrastructurele aannemers terecht. Op de opleidingen lopen allerlei verschillende mensen rond. Natuurlijk zijn er de jonge mbo-ers, maar er zijn ook veel zij-instromers. Mensen uit andere beroepen die willen omscholen. Daarnaast worden werknemers van infrabedrijven bijgeschoold.”


Warmtenetten
Omdat het aantal warmtenetten in de komende jaren snel toeneemt, ontstaat er meer vraag naar vakmensen die de leidingen hiervoor kunnen aanleggen. Dat speelt vooral op mbo-niveau, vertelt Schaap. “Voor de mensen die het grondwerk doen, verandert er niet zoveel. Daar zit niet de pijn. Het is juist op mbo-niveau dat er veel specifieke kennis nodig is, bijvoorbeeld voor het maken van moffen.” Dat warmtenetten een grotere rol gaan spelen, merken ook de opleidingen, benadrukt Schaap. “Het besef dringt door dat er meer mensen nodig zijn om warmtenetten aan te leggen nu het aardgas eruit gaat. We hebben als sector in de komende jaren duizenden extra mensen nodig. We scholen onder meer de technici voor gastechniek om naar warmtetechniek, maar er zijn daarnaast ook veel extra mensen nodig.”


Vakmensen
Dat warmtetechniek meer vakmensen nodig heeft, is dus duidelijk, vertelt Schaap. “We merken wel dat er meer belangstelling is vanuit de scholieren, maar er zijn nog niet genoeg mensen die zich aanmelden. We zijn nog op zoek naar manieren om meer mensen naar de opleiding te trekken. Dat doen we onder meer met open dagen en beurzen. We maken duidelijk dat het een interessante business is. Zeker op mbo-niveau is het echt technisch interessant werk. Ze maken bijvoorbeeld de moffen voor de leidingen en moeten ervoor zorgen dat er op het gebied van veiligheid niets mis gaat.” 


Onderbelicht
Aan leerkrachten op het gebied van warmtetechniek is nog een tekort, vertelt hij. “Warmtetechniek was binnen de opleidingen altijd een beetje onderbelicht, maar dat is niet meer zo. De ROC’s zijn ook op zoek naar goed leraren die specifiek veel over warmtenetten kunnen vertellen.” Moderne cursisten en scholieren vragen erom dat de leerstof op een innovatieve manier wordt aangeboden. Dat betekent dat er naast boeken ook apps worden ontwikkeld. “We werken er ook aan om de lesstof op andere manieren aan te bieden. Zo werken we aan een leerconcept, waarmee studenten bij de hand worden genomen om zich de lesstof eigen te maken. Zo hopen we de theorie ook wat smeuïger te maken. Hoe minder boeken hoe beter is toch de ervaring bij deze jongeren.”

www.stichtingblei.nl

 

Auteur:
Joop van Vlerken

Lees ook onze andere berichten