In de 15 jaar dat Stichting Warmtenetwerk bestaat, is de warmtesector hard gegroeid en zijn er veel nieuwe mensen bijgekomen. Dat valt Jannis van Zanten op als hij de evenementen van Stichting Warmtenetwerk bezoekt. Hij is zelf al 16 jaar bezig met het onderwerp warmte en kwam via de gemeente Amsterdam uiteindelijk bij Vattenfall terecht. Stichting Warmtenetwerk interviewde hem over deze periode in de warmtesector.
“De aandacht voor warmtenetten is groeiende, het verschil met 10 tot 15 jaar geleden is immens. Een teken aan de wand is dat ik in het begin echt iedereen kende bij Stichting Warmtenetwerk, nu zijn er vaak veel mensen die nieuw voor me zijn.” Met deze woorden legt Jannis van Zanten, projectmanager warmte bij Vattenfall, uit dat er de afgelopen 15 jaar veel is veranderd in de warmtesector. Datzelfde geldt voor hem. Hij is vanaf 2014 nauw betrokken geweest bij Stichting Warmtenetwerk en was bestuurslid en penningmeester tussen 2014 en 2021. Hij werkte zelf in verschillende rollen, eerst voor de gemeente Amsterdam, later voor het Amsterdamse Afval Energie Bedrijf (AEB Amsterdam) en inmiddels dus bij Vattenfall. In die jaren zag hij Stichting Warmtenetwerk veranderen als organisatie. “In het begin deden we als bestuur bijna alles zelf. We organiseerden bijvoorbeeld zelf de evenementen en studiereizen. Tegenwoordig wordt dat door professionals gedaan of goed ondersteund.”
250.000 woningen op stadsverwarming
De loopbaan van Van Zanten loopt synchroon met de warmtetransitie in Amsterdam. “Met Westpoort Warmte wilden Amsterdam en Vattenfall grote delen van de stad aansluiten op het warmtenet. Het ging daarbij vooral om nieuwbouw. Toen in 2013 de Gemeenteraad besloot om 250.000 woningen op de stadsverwarming aan te sluiten, zei toenmalig wethouder Maarten van Poelgeest: ‘Dan moeten we dat wel ook echt gaan doen.’ In dat jaar heb ik de overstap gemaakt naar AEB en ging ik me alleen nog maar met warmte bezig houden. Toen viel AEB in 2019 bijna om en heb ik de overstap gemaakt naar Vattenfall. Inmiddels werk ik niet alleen in Amsterdam, maar ook in Arnhem en Rotterdam aan de lokale warmtenetten.”
Groei aansluitingen
In Amsterdam is de groei van het aantal warmtenetaansluitingen hard gegaan, zegt Van Zanten. “Amsterdam telt ongeveer 600.000 woningequivalenten waarvan er nu 120.000 zijn aangesloten op een warmtenet, terwijl dat er in 2008 nog maar 40.000 waren. Er is dus in een behoorlijk tempo ontwikkeld in nieuwbouw en collectieve bestaande bouw. Dat komt door de samenwerking tussen de gemeente, gebouweigenaren en het warmtebedrijf. Als je elkaar zekerheden geeft, dan is het plezierig werken.”
Beste organisatievorm
De samenwerking in de publiek-private sfeer zoals die voorgesteld wordt in de nog in te voeren Wet collectieve warmte, bestaat voor een deel dus al, zegt Van Zanten. “Je ziet nu dat veel private partijen, waaronder ook Vattenfall, zich terugtrekken door de voortdurende onzekerheid. Dat komt vooral doordat de situatie in de bestaande bouw veel risico’s kent. In een gereguleerde markt staat de opbrengst vast, maar de verliezen komen wel op het conto van de bedrijven. Dat kunnen we niet dragen.” De veranderingen in wetgeving hebben mogelijk positieve effecten, denkt Van Zanten. “De acceptatie van warmtenetten wordt er misschien groter door.” Daarbij is het belangrijk om te constateren dat de kosten van de energietransitie collectief gedragen worden, zegt Van Zanten. “Het kost geld, maar dat is logisch. Onder de Deltawerken zit ook geen businesscase. Het gaat in het geval van warmtenetten om collectieve infrastructuren die je moet organiseren als samenleving. De techniek en de middelen zijn er maar nu moeten we nog de beste organisatievorm vinden.”
Marketing
Volgens Van Zanten hebben warmtebedrijven niet per se problemen met het publiek maken van de warmtevoorziening. “In Berlijn hebben we als Vattenfall pas nog het hele warmtebedrijf aan de stad verkocht. Het probleem is de onzekerheid, daardoor loopt de energietransitie schade op. Mensen gaan andere keuzes maken.” Warmtenetten hebben volgens hem bovendien een ingewikkelde propositie. “Met een warmtenet krijgen mensen warmte uit de afleverset in plaats van uit de cv-ketel. Die warmte is wel duurzamer, maar voelt niet anders, levert gedoe op tijdens de aanleg en heeft een hoger vastrecht. Dat maakt dat warmtenetten marketingtechnisch op dit moment een ingewikkeld verhaal hebben.”
Gas uitfaseren
Aan de andere kant ziet hij een enorme toename van belangstelling voor warmtenetten. “Als we in de beginjaren bij Stichting Warmtenetwerk een evenement organiseerden, waren we blij als er vijftig mensen kwamen en die kende ik dan allemaal. De afgelopen 15 jaar zijn er veel mensen naar de warmtesector gestroomd. In de gemeente Amsterdam zijn nu bijvoorbeeld ongeveer 100 mensen bezig met de warmtetransitie. Het is veel meer ingebed in organisaties.” De reden hiervoor is natuurlijk het besluit om aardgas uit te faseren, zegt Van Zanten. “Aardgas wordt al niet meer toegepast in nieuwbouw, maar we zien dat als we aardgas helemaal uit willen bannen er nog wel wat voorwaarden zijn op te lossen.” Het komt er volgens hem op neer dat de warmteketen nog niet optimaal georganiseerd is. “Warmtebedrijven, gemeenten, gebouweigenaren en bewoners kunnen het allemaal niet alleen. Ze hebben elkaar nodig en daarvoor moeten de juiste randvoorwaarden gecreëerd worden. Want ze moeten met elkaar verder.”
Auteur:
Joop van Vlerken
Joop van Vlerken