Voortgangsrapportage Programma Aardgasvrije Wijken

Geplaatst op 20-02-2020 door Stichting Warmtenetwerk

Uit de voortgangsrapportage van het Programma Aardgasvrije Wijken blijkt dat gemeenten actief bezig zijn om oplossingen te vinden voor het aardgasvrij maken van wijken. Het grootste deel van de 27 proeftuinen heeft een warmtenet als oplossing. Gemeenten zien knelpunten op het vlak van bewonersparticipatie, betaalbaarheid en marktordening. Gelukkig zijn er succesverhalen waar gemeenten samen met lokale initiatieven nu al stappen maken om warmtenetten aan te leggen. 

 

Het rapport ‘Voortgang & Leerervaringen 27 proeftuinen aardgasvrije wijken is op 22 januari gepubliceerd. Hierin staan de eerste bevindingen van de 27 proeftuinen in het Progamma Aardgasvrije Wijken (PAW) dat op 1 oktober 2018 van start is gegaan. Andere gemeenten die met de materie aan de slag willen, kunnen leren van de ervaringen van de 27 proeftuinen. De afgelopen maanden heeft het programmateam van het PAW gesproken met wethouders en projectleiders van de 27 gemeenten. In dat team zat ook Harmke Bekkema voor RVO.nl. “De belangrijkste partij in de proeftuinen zijn de bewoners. Voor hen is betaalbaarheid heel belangrijk. Daarnaast willen ze zo min mogelijk overlast in hun huizen. Al heel snel komt de vraag wat het oplevert. En willen ze weten waarom zij van het gas af moeten en andere wijken nog niet. Er is ook veel positieve betrokkenheid van burgers in bijvoorbeeld lokale initiatieven, zogenaamde energiecoöperaties. Daarnaast zie ik een enorme drive bij wethouders en gemeenteambtenaren.” 


Niet transparant
Van de 27 Proeftuinen is er één all-electric en daarnaast lopen een paar groengasprojecten, maar het grootste gedeelte heeft een warmtenet als oplossing. Dat betekent dat gemeenten in veel gevallen met warmtebedrijven te maken krijgen. Die ervaringen zijn niet overal positief, weet Bekkema. “De warmtebedrijven die al een concessie hebben in een bepaald gebied, zijn regelmatig niet transparant over hun businesscase. Als je met open boeken tegenover elkaar zit als gelijkwaardig partner, heb je een heel andere discussie. De warmtebedrijven hebben een duidelijk commercieel belang. Dat kan hier en daar een belemmering zijn. Het is natuurlijk logisch dat ze rendement willen maken voor het risico dat ze lopen. Maar hoeveel dat is, heeft grote invloed op bijvoorbeeld de aansluitkosten.”

 

Gemeentelijke warmtebedrijven
Gemeenten zien ook dat alternatieve businessmodellen waarbij de gemeente bijvoorbeeld eigenaar is van een warmtebedrijf niet ideaal zijn, benadrukt Bekkema. “Gemeenten zien wat er wat er nu in Amsterdam en Rotterdam gebeurt, daar lopen de gemeenten enorme financiële risico’s doordat ze zelf in warmtebedrijven deelnemen.” De marktordening voor warmtenetten is volgens Bekkema dan ook een van de belangrijkste knelpunten in het Programma Aardgasvrije Wijken. “Daarnaast is er nog veel onzekerheid. Hoe zit het over twee jaar? Zijn er alternatieven? We dachten vooraf dat woonlastenneutraal mogelijk zou moeten zijn met warmtenetten, maar dat blijkt nog heel pittig.” Daarnaast geeft ze aan dat de omvang van een gemeente cruciaal is. “Kleine gemeenten hebben veel minder capaciteit en kennis beschikbaar voor het realiseren van een aardgasvrije wijk. De grote steden hebben veel ervaring met warmtenetten, maar kleinere gemeenten hebben dit niet. Het ontbreekt hen ook aan financiële slagkracht om eventuele tegenvallers op te vangen.”


Aansluitkosten
Het zijn niet alleen bewoners die zich zorgen maken over betaalbaarheid, benadrukt Bekkema. “Gemeenten maken zich zorgen over de hoge aansluitkosten bij warmtenetten. Ze vinden het lastig uit te leggen dat deze kosten bij elektra en gas gesocialiseerd zijn, maar bij warmtenetten niet. Er kan daardoor variatie zitten in die aansluitkosten per wijk, bijvoorbeeld een hoger bedrag in Leidsche Rijn dan in Overvecht die beide in de gemeente Utrecht liggen. Dat heeft te maken met het type warmtebron, de ondergrond waarin het warmtenet komt en of er al een warmtenet in de nabije omgeving ligt waarop aangesloten kan worden.” 


Elke woning bekijken
Uit de rapportage blijkt dat alle proeftuingemeenten actief aan de slag zijn gegaan om een doordacht en doorgerekend aanbod te doen aan bewoners en gebouweigenaren. Bekkema: “Het lijkt bijvoorbeeld heel logisch om als de straat toch open ligt voor het vervangen van het riool, je meteen ook een warmtenet erin legt. Maar daardoor ligt de straat wel veel langer open, met de bijkomende overlast voor omwonenden. In een van de proeftuinen gaat de gemeente daarom eerst het riool vervangen, dan het warmtenet leggen en daarna het gasnet eruit halen. De straat gaat drie keer open op verschillende momenten, juist om de overlast beperkt te houden.” Gemeenten willen graag met de juiste informatie komen naar bewoners en gaan daarom volgens Bekkema zeer nauwkeurig te werk. “Gemeenten gaan dus echt inzoomen op een wijk. Voor wijken met oudere woningen ontdekten meerdere gemeenten dat alle woningen net even anders zijn. De gemeente moet daar toch elke woning schouwen, bepalen wat er nodig is, voor ze met een concreet aanbod naar de bewoners kunnen.”


Succesverhalen
Succesverhalen zijn er genoeg in de proeftuinen, vertelt Bekkema. “Het belangrijkste is dat er momentum is. Dat zie je in verschillende gemeenten waar bijvoorbeeld al een lokaal initiatief actief is. Daarnaast zie je ook dat verschillende dingen bij elkaar komen. Gemeenten spreken bijvoorbeeld al over duurzame wijkvernieuwing. Dus met het aardgasvrij maken van een wijk, wordt die ook sociaal aangepakt bijvoorbeeld. Andersom gebeurt dat natuurlijk ook, wijkverbetering is het moment om ook verduurzaming mee te nemen.” 


Nieuwe ronde
Gemeenten kunnen weer deelnemen aan de tweede ronde proeftuinen aardgasvrije wijken.  Tot 1 april 2020 kunnen zij hiervoor een aanvraag indienen. Het Ministerie van Economische Zaken is bezig met het ontwerp van een nieuwe warmtewet die in 2022 in moet gaan. Hierin worden fundamentele wijzigingen voorgesteld voor de marktordening, tariefregulering en de verduurzaming van warmtenetten en biedt daarmee ondersteuning aan de regierol van gemeenten op basis van de wijkgerichte aanpak, de bescherming van eindgebruikers en een bestendig investeringsklimaat voor warmtebedrijven. 


Op de foto (v.l.n.r):
1. Harmke Bekkema (RVO)
2. Gaphic Programma Aardgasvrije Wijken

Auteur:
Joop van Vlerken

Lees ook onze andere berichten