Vraagtekens bij de nieuwe Warmtewet

Geplaatst op 24-09-2020 door Stichting Warmtenetwerk

In juni publiceerden zo’n vijfenveertig partijen onder de naam Warmtecoalitie een Manifest met een oproep om het voorstel voor de nieuwe Warmtewet aan te passen. Onder de ondertekenaars zijn woningcorporaties, branchevereniging NEPROM, energie- en netwerkbedrijven en de Consumentenbond. Inmiddels hebben ook verschillende gemeenten zich erbij aangesloten. Hoe is er op dat Manifest gereageerd? Wat is het belangrijkste bezwaar? En wat gebeurt er nu verder? Leen van Dijke, bestuursvoorzitter van medeondertekenaar Stroomversnelling, geeft tekst en uitleg.

 

Stroomversnelling, een non-profitorganisatie waarbij onder meer gemeenten, woningcorporaties, bouwers en toeleveranciers zijn aangesloten, beijvert zich voor een schaalsprong in renovatieconcepten en een goed verlopende energietransitie in Nederland. Iedere woningeigenaar moet, volgens de missie, ‘kunnen kiezen voor een mooie, comfortabele, betaalbare én duurzame woning.’

En precies in dat ‘kunnen kiezen’ zit ‘m het probleem bij het wetsvoorstel Wet Collectieve Warmtevoorziening, in de volksmond de nieuwe Warmtewet, die op 1 januari 2022 moet ingaan. De ondertekenaars van het Manifest, waaronder Stroomversnelling, vragen de politiek om af te zien van het voorgestelde one size fits all-model met integrale warmtebedrijven, die voor geruime tijd verantwoordelijk worden voor de warmtevoorziening. Dat zou de keuzes voor lange tijd inperken, terwijl een goede Warmtewet juist diversiteit mogelijk zou moeten maken. Dat kan door betaalbaarheid voor bewoners centraal te stellen, warmte-coöperaties en duurzame innovatie te stimuleren, en de kennis, ervaring en uitvoeringskracht van publieke netwerkbedrijven beter te gebruiken.

In de consultatie op de Warmtewet bekrachtigde Stroomversnelling dat standpunt nog eens. Nu warmtenetten de komende decennia veel belangrijker gaan worden (het aantal aansluitingen moet gaan groeien van ruim 5,5% nu naar zo’n 25% in 2050), is het principieel onjuist dat de wet alleen integrale warmtebedrijven toestaat. Daarmee worden onnodig nieuwe monopolies geschapen en is er geen ruimte voor meerdere kwaliteiten van warmte. 

 

Hoe is op het Manifest gereageerd?

Leen van Dijke: ‘We hebben veel positieve reacties gekregen, onder meer van Tweede Kamerleden. Dit najaar voeren we overleg met topambtenaren van het Ministerie van EZK om door te praten. Onze gedachten worden breed gedragen, merken wij. Ook bij veel gemeenten, die nu werken aan hun Transitievisies Warmte. De VNG kwam met een stellingname die precies aansloot op de onze. We gaan daarom ook vervolggesprekken voeren met wethouders van verschillende gemeenten.’

 

Al iets van de minister zelf vernomen?

‘Minister Wiebes komt nog met een formele reactie op de consultatie. Bemoedigend vind ik dat de Tweede Kamer met een grote meerderheid een motie heeft aanvaard waarin de minister wordt gevraagd alle belangen af te wegen, inclusief andere marktmodellen. Daarmee wordt ruimte opgeëist voor wat in het Manifest wordt aangereikt. Ik verwacht dat Kamerleden ook kritisch zullen zijn tijdens de parlementaire behandeling van de Warmtewet.’

 

Er waren toch niet alleen positieve reacties?

‘Nee. Grote warmtebedrijven waren niet positief over het Manifest. Dat is verklaarbaar, vanuit hun positie en hun belangen. Maar ik wil die bedrijven absoluut niet tot vijand. Wij zijn ook zeker niet tegen warmtenetten. Integendeel. Ik wil de discussie aanzwengelen. In wezen zijn we hier in debat over de inrichting van het warmtesysteem in Nederland voor de komende decennia. Dat is heel belangrijk, die discussie moet je goed voeren. Wij vinden dat je de ontwikkeling van innovaties niet moet verbieden in een wet. Laat in de praktijk concurrentie ontstaan tussen verschillende oplossingen. Daar is de burger uiteindelijk ook bij gebaat.’

 

Het Manifest is van papier. Wat wijst er momenteel op dat u een punt heeft?

‘Kijk naar Amsterdam Fossielvrij. (Amsterdamse Milieubeweging die stadsverwarming in nieuwbouwwijk Sluisbuurt met succes aanvocht bij de rechter, red.). Een van de belangrijkste punten uit die rechtszaak was: als je nu volledig inzet op collectieve warmte, met hoge temperatuur voor een nieuwbouwwijk nota bene, zit je daar heel lang aan vast en belemmer je innovatie. Wij juichen het toe als bewoners zelf met ideeën komen en iets gaan ondernemen in de energietransitie. Dat is ook cruciaal voor het draagvlak. Maar dat gebeurt met deze wet niet. Je ziet de maatschappelijke weerstand tegen een collectief systeem nu al toenemen, ook omdat mensen niet gek zijn en zien dat er allerlei duurzamere alternatieven zijn.’

 

Wat zijn uw andere bezwaren?

‘Minstens zo belangrijk als de keuzevrijheid vinden wij de CO2-neutraliteit. We zijn nu allemaal bezig om het aardgas weg te krijgen. Prima. Maar dat het alternatief CO2-vrij moet zijn, lijkt soms minder belangrijk. Als je aardgas vervangt door warmte uit niet-duurzame bronnen, ben je eigenlijk niets opgeschoten. En dan nog een punt: een hogetemperatuursysteem houdt woningisolatie tegen. Die isolatie zou dan immers toch niet meer zo hard nodig zijn. Maar dat is een denkfout. Warmte is niet gratis. Warmte zal alleen maar duurder zal worden, onder meer vanwege de oplopende CO2-belasting. En duurdere warmte is weer in strijd met het principe van woonlastenneutraliteit. Oplopende energiekosten gaan maatschappelijk veel pijn doen. Ik ben bang dat het toch al wankele draagvlak voor de energietransitie verder zal worden aangetast.’

 

Hoe verklaart u nou dat het concept van de Warmtewet eruit ziet zoals het eruit ziet?

‘Daar heb ik over nagedacht. Ik kom op twee zaken uit: ten eerste is het voorstel gebaseerd op de inrichting van de huidige warmtenetten, en niet op die van de toekomst. Ten tweede is het gebaseerd op andere, maar gedateerde politieke keuzes. De wet geeft antwoord op een inrichtingsvraag voor de samenleving, voor langere tijd. En dat antwoord is gestoeld op de visie dat de markt bij die inrichting een cruciale rol speelt. Maar is dat nog wel zo verstandig? De laatste tijd zien we juist een kentering. We gaan naar meer overheid en minder markt, omdat we zien dat marktwerking op veel terreinen is doorgeslagen. In vitale delen van de samenleving – en daar hoort de warmtevoorziening voor Nederland nadrukkelijk bij – zou de markt het juist niet zo sterk voor het zeggen moeten hebben. Daarover gaat deze discussie in wezen: hoe gaan we een toekomstig systeem, cruciaal voor decennia, goed inrichten?’ 

 

Op de foto (v.l.n.r.)

  1. Presentatie van de warmtecoalitie (copyright Stroomversnelling)
  2. Leen van Dijke (copyright Stroomversnelling)
Auteur:
Edwin Lucas

Lees ook onze andere berichten