Duurzame warmte-oplossingen met datacenters: de lessen uit de praktijk

Geplaatst op 04-01-2021 door Stichting Warmtenetwerk

Nederlandse datacenters stellen steeds vaker restwarmte ter beschikking van lokale warmtenetten. Erik Barentsen van branchevereniging de Dutch Data Center Association (DDA) en Douwe van der Meer van infraspecialist Firan vertellen over de succesfactoren voor duurzame concepten en de voorbeelden uit de praktijk.

 

Nederland heeft zich ontwikkeld tot een internet hub voor de wereld, en daardoor vestigen steeds meer datacenters zich in ons land. De restwarmte van de digitale industrie geldt als een duurzame bron voor warmtenetten en andere collectieve warmte-oplossingen. De restwarmte, die ontstaat door het stroomverbruik van datacenters, levert lage temperatuur warmte voor de gebouwde omgeving. 

“Negentig procent van de stroom die datacenters gebruiken, wordt omgezet in thermische energie die nuttig kan worden gebruikt voor de verwarming van gebouwen. Als Dutch Data Center Association zien we dan ook een duidelijke rol voor datacenters om bij te dragen aan aardgasvrije warmte voor de gebouwde omgeving”, zegt Erik Barentsen, beleidsmedewerker energie & duurzaamheid bij de Dutch Data Center Association (DDA), de brancheorganisatie van datacenters in Nederland.

 

Continue warmte

Datacenters zijn momenteel goed voor drie procent van het Nederlandse elektriciteitsgebruik, vertelt Douwe van der Meer, senior businessontwikkelaar van infraspecialist Firan. “Er wordt veel geïnvesteerd in efficiëntere installaties en processen, maar door het alsmaar groeiende dataverkeer neemt het stroomverbruik onderaan de streep toch licht toe. Het grote voordeel daarvan is dat datacenters kunnen fungeren als een betrouwbare leverancier van een continue stroom van restwarmte.” De retourtemperatuur van het warmtenet reduceert bovendien de energie die datacenters nodig hebben voor de koeling van de installaties. Dat scheelt de datacenters exploitatiekosten, en vermindert de belasting van het elektriciteitsnet.

 

Routekaart voor gemeenten

De toepassing van datacenterwarmte sluit aan bij de landelijke ambities uit het Klimaatakkoord om de gebouwde omgeving in 2050 aardgasvrij en CO2-neutraal te verwarmen. Door de inzet van de restwarmte van datacenters kan Nederland jaarlijks structureel naar schatting 600 kiloton CO2-emissie overbodig maken, wat neerkomt op ongeveer één procent van de totale opgave voor 2030. 

Met een Routekaart Datawarmte, die wordt ontwikkeld door het ministerie van Economische Zaken, worden gemeenten ondersteund om de restwarmte van de digitale sector optimaal te benutten voor warmtenetten. Een groot voordeel van datacenterwarmte is dat de restwarmte al volop beschikbaar en relatief eenvoudig inzetbaar is. Bij de ontwikkeling van een bron zoals biomassa en geothermie komt veel meer kijken. 

 

Voorkeursoptie van gemeenten

Er zijn verschillende manieren om restwarmte uit datacenters te benutten, vertelt Van der Meer. “De warmte is uitkoppelbaar naar een lagetemperatuurwarmtenet en er is uitwisseling mogelijk met warmte-koude-opslagsystemen. Een andere toepassing is de inzet bij modulaire warmtesystemen die zijn toegerust op het toekomstige gebruik van restwarmte uit datacenters.” De restwarmte van datacenters is toepasbaar in nieuwbouwprojecten en – in combinatie met bijvoorbeeld een warmtepomp – ook voor de bestaande bouw.

Veel gemeenten hebben een voorkeur om restwarmte van datacenters te benutten voor nieuwbouw en voor woningen die na renovatie goed zijn geïsoleerd. De hogetemperatuurbronnen komen dan vooral ten goede aan bestaande bouw. Zo heeft de gemeente Amsterdam de restwarmte van datacenters als voorkeursoptie benoemd voor de warmtevoorziening voor ontwikkelingsgebied Amstel III in Zuid-Oost. Daar onderzoeken vastgoedbeheerder Caransa, datacenterbedrijf Equinix, waterbedrijf Waternet, de DDA en Firan – ondersteund door de gemeente – de mogelijkheid om vierhonderd nieuwe woningen aan te sluiten op een warmtenet met de restwarmte van een nabijgelegen datacenter. 

 

Zoektocht naar afnemers

De Nederlandse datacentersector kan naar schatting een miljoen huizen van warmte voorzien. Barentsen: “Natuurlijk zijn er voor de warmtetransitie ook andere bronnen nodig, maar het zou doodzonde zijn als de restwarmte van datacenters niet nuttig wordt gebruikt. Daarom zijn we actief bezig met matchmaking, om ons aanbod onder de aandacht te brengen van mogelijke afnemers en stakeholders zoals gemeenten, woningcorporaties en vastgoedontwikkelaars.” Ook bij energiecoöperaties staat datacenterwarmte in de belangstelling. Zo hebben bewoners in de Amsterdamse Watergraafsmeer het initiatief genomen om een warmtenet te ontwikkelen met de restwarmte van een datacenter van Equinix in het nabijgelegen Science Parc. 

“Er is een goede match nodig tussen het vermogen van het datacenter en de warmtevraag in de omgeving”, zegt Barentsen over een actuele uitdaging. “Voor een sluitende business case is in de nabijheid voldoende vraag nodig. De uitkoppeling en distributie van de warmte zijn namelijk kostbaar, en bij het transport over lange afstanden treedt warmteverlies op.” Op sommige plekken leveren datacenters juist een veel groter vermogen dan nodig is in de nabij liggende gebouwde omgeving. In dat geval komt de business case voor het datacenter niet uit en moet er worden gezocht naar extra afnemers. 

 

Lokale duurzame ambities en plannen

Op verschillende plekken in Nederland zijn inmiddels goede voorbeelden en vernieuwende projecten die gemeenten en andere stakeholders in de energietransitie inspireren om aan de slag te gaan met datacenterwarmte. Naast studentenwoningen (in Amsterdam) en kantoren (in onder andere Eindhoven) zijn ook een zwembad, kinderdagverblijf en kwekerij (in Aalsmeer) al aardgasvrij gemaakt dankzij de restwarmte van een datacenter. 

Daarnaast zijn er vergevorderde plannen in de maak. Ook buiten de Randstad ontstaan er initiatieven, benadrukt Barentsen. “In Groningen gaan duizenden bestaande woningen gebruik maken van de restwarmte van twee datacenters. De inzet van datacenterwarmte is echt al veel meer dan een belofte: het is technisch goed mogelijk en het sluit aan bij de lokale duurzame ambities en plannen.”

 

Communiceren over een complex verhaal

Een duurzaam concept, een juiste match tussen vraag en aanbod en een sluitende business case zijn cruciale factoren voor de succesvolle inzet van restwarmte van datacenters, constateren de DDA en Firan. “De verschillende belangen binnen de lokale warmteketen in balans brengen, dat is nog een grote uitdaging”, zegt Van der Meer. 

“Het gaat erom een open gesprek te voeren, structureel samen te werken, en daadwerkelijk stappen te zetten”, voegt Barentsen toe. “Dat vraagt van ons als sector – en van partners zoals Firan – ook een goede communicatie over de oplossingen die we kunnen leveren. Ik ben ervan overtuigd dat de voorbeelden uit de praktijk een sneeuwbaleffect gaan creëren. De praktijk leert dat het concept gewoon werkt.”

Auteur:
Karlijn Baselaar

Lees ook onze andere berichten