Het online event ‘Nieuwe handvatten en tools voor gemeenten en warmtesector’ op 7 oktober leverde een aantal belangrijke inzichten op. Zo stellen twee pilotgemeenten vast dat bewonerscommunicatie voorop staat bij het aansluiten van bestaande particuliere woningen op een warmtenet. Daarnaast blijkt de financiering een belangrijk issue. Hoe dan ook neemt het aantal betrokkenen bij warmtenetten snel toe. Zij kunnen profiteren van de door Stichting Warmtenetwerk gelanceerde Warmteprojectentool, waarin informatie over Nederlandse warmtenetten gebundeld is.
“We zijn bezig met de grote klimaatverbouwing. Dus is het belangrijk om vooruit te kijken en van elkaar te leren.” Met deze woorden daagt Guus van Leerdam, managing partner bij TwynstraGudde, de bezoekers en sprekers van het online event ‘Nieuwe handvatten en tools voor gemeenten en warmtesector’ uit om met elkaar in gesprek te gaan. Stichting Warmtenetwerk heeft TwynstraGudde gevraagd onderzoek te doen naar de processtappen die je als gemeente kunt nemen om te komen tot een warmtenet. De bevindingen zijn verwerkt in een whitepaper en een inspiratieplaat die nog gepubliceerd worden.
Appeltje-eitje
Als eerste spreker is Jaspert Verplanke, projectleider aardgasvrij bij de gemeente Purmerend, uitgenodigd. 75% van de woningen in de gemeente is al aangesloten op het warmtenet van Stadsverwarming Purmerend. Alleen de resterende 25% hoeft nog aangesloten te worden, vertelt Verplanke: “Appeltje-eitje zou je zeggen. Nou ik kan na vier jaar zeggen dat het dat niet is. De koppelkans die wij zagen in het gelijktijdig vervangen van het riool was bijvoorbeeld niet optimaal. Het vervangen van het riool duurde veel langer waardoor het warmtenet al snel vertraging opliep.” Daarnaast verslikte de gemeente zich in het kostenbatenverhaal, legt hij uit. “Er zit veel arbeidscapaciteit in dit project. We hebben heel veel contact met de bewoners gehad.”
Communicatief team
“De eigenaar beslist, niet de overheid”, benadrukt Verplanke. “Het enige wat je kunt doen is met de mensen blijven praten. Zorg dus voor een communicatief team.” Uiteindelijk lukte het om 86 van de 95 woningen uit de eerste fase over te laten gaan naar het warmtenet van Stadsverwarming Purmerend en kijkt de gemeente verder. “We hebben nu besloten dat als de subsidies opdrogen, we niet verder kunnen gaan. Er moet meer geld en regelgeving komen van de Rijksoverheid.” Het overtuigen van particuliere bewoners zou een stuk makkelijker kunnen gaan, benadrukt hij. “Als je kunt zeggen: ‘1 januari gaat hier de gaskraan dicht en wij bieden u dit alternatief’, dan krijg je pas echt versnelling in de warmtetransitie.”
Eigen bijdrage
In Rotterdam loopt opgavemanager Gebiedsaanpakken en Duurzame Ontwikkeling Karen Jakschtow tegen soortgelijke problemen aan. “Voor de 600 woningen in Heindijk zijn we letterlijk bij alle mensen aan de deur geweest en hebben we iedereen soms meerdere keren gesproken. Dat heeft uiteindelijk wel geleid tot 70% deelname. Dat is mooi, maar in grotere wijken is dat niet te doen.” Net als Verplanke loopt Jakschtow tegen de betaalbaarheid aan. “Wij vragen in Heindijk 1500 euro eigen bijdrage van de particuliere bewoners bij de aansluiting op het warmtenet. Ze kunnen daarvoor een renteloze lening krijgen. Maar we merken nu al dat we in andere wijken niet een hoger bedrag kunnen vragen.”
Dwang-frame
Van Leerdam vat de bijdrages van Jaschtow en Verplanke mooi samen. “Uit beide voorbeelden blijkt dat de omgang met de bewoner belangrijk is. Bewoners moeten zelf de keuze maken voor het warmtenet. Laten we uit het dwang-frame stappen.” Floor hooge Venterink en Freija Rappoldt van TwynstraGudde brengen een aantal interessante observaties naar voren uit het onderzoek dat TwynstraGudde deed voor Stichting Warmtenetwerk. Hooge Venterink vertelt dat je de bronnenstrategie goed moet uitleggen. “Leg goed uit hoe je naar 100% duurzaam gaat en geef daarbij ook de mijlpalen aan. Zoek naar de sweet spot tussen betaalbaarheid, duurzaamheid en betrouwbaarheid. Breng de onrendabele top in kaart en ga er eerlijk over in gesprek met de verschillende belanghebbenden.”
Koppelkansen benutten
Haar collega Rappoldt belicht het perspectief van de vastgoedeigenaren. “Betrek zeker de woningcorporatie bij je plannen. Zij weten veel over de wijk. Zo wordt het ook makkelijker om koppelkansen te benutten en maatschappelijke meerwaarde te creëren door bijvoorbeeld energie-armoede tegen te gaan en te zorgen voor klimaatadaptatie. Je kunt ook invloed uitoefenen op cherry picking door bijvoorbeeld mandjes met gemengd bezit aan te bieden als gemeente. Zo voorkom je dat energiebedrijven de lastige woningen vergeten.” Vervolgens is het zaak om te kijken naar de rol van de gemeente, vertelt Rappoldt. “Hoeveel sturing neemt de gemeente? Het warmtebedrijf hoeft ten slotte niet publiek te zijn. Je kunt als gemeente ook concessies uitgeven of samenwerken met een woningcorporatie of warmtebedrijf. Kies als gemeente nadrukkelijk voor de rol die je het beste ligt. En heel belangrijk: ga achter het warmtenet staan en toon commitment.”
Onrendabele top
Van Leerdam poneert vervolgens een aantal stellingen over kosten en draagvlak. De eerste stelling luidt: ‘Gemeenten moeten garant staan voor de onrendabele top van warmtenetten’. Hiermee is 61% van de bezoekers het eens. Maar Verplanke vraagt zich af waarom. “Waarom moet de gemeente dit doen? De gemeente kan een bijdrage leveren, maar de overige kosten zijn toch voor de belastingbetaler. Het rijk moet met de financiële en wetgevende middelen komen.” Jakschtow is het met hem eens. “We hebben nu bijvoorbeeld in Heindijk de vooruitbetaling gedaan, maar dat kunnen we niet blijven doen. We betalen nu nog het leergeld en zijn nog op zoek naar kostenreductie. We zitten echt nog in de pioniersfase.”
Bestuurlijke moed
De tweede stelling is: ‘Als mensen niet vrijwillig van het gas af willen, moeten ze gedwongen worden.’ Van de bezoekers is 55% het eens met deze stelling. Verplanke nuanceert: “Je kunt zeggen: ‘Wij gaan het warmtenet aanleggen. U kunt meedoen of niet, maar over een tijdje komt er geen gas meer naar deze wijk.’ Maar daar is bestuurlijke moed voor nodig.” Frank Kersloot sluit het eerste gedeelte van het webinar af. Hij resumeert: “Ik zie twee partijen die al gewend zijn aan warmtenetten. We zien dat er vragen zijn rond de financierbaarheid en we zien de eerste voorzichtige stappen op het gebied van kennisdeling. Wij doen daar ook aan mee door de resultaten uit het onderzoek van TwynstraGudde te vatten in een white paper waar we nog over zullen berichten.”
Warmteprojectentool
Het tweede gedeelte van het webinar is volledig ingeruimd voor de warmteprojectentool die Stichting Warmtenetwerk samen met Talent voor Transitie ontwikkelde. Albert Bloem, partner bij Talent voor Transitie, verzorgt de presentatie van de tool. Hij heeft gemerkt dat het voor mensen die nieuw zijn in de sector soms flink zoeken is naar alle informatie over warmtenetten in Nederland. “Ik dacht: ‘dat moet op te lossen zijn’. Daarom hebben we de warmteprojectentool ontwikkeld.” In deze tool zullen nog onvolkomenheden zitten, denkt Bloem. “Daarom is er de feedbackfunctie. Neem contact met ons op en we verwerken de opmerkingen. We willen er echt voor zorgen dat de database voldoende nauwkeurigheid biedt.” Kersloot is enthousiast over de tool. “We hebben ervoor gekozen om hierin te investeren en deze informatie op deze manier in beeld te brengen. Als alle warmteplannen in Nederland gerealiseerd worden, neemt het aantal betrokkenen snel toe en kunnen ze zich alle bestaande informatie makkelijk eigen maken. Dus doe ik hier de oproep: Heeft u een warmteproject? Laat het ons weten!”
Meer informatie:
Kijk het evenement in zijn geheel terug.
Ga naar de Warmteprojectentool.
Op de foto (v.l.n.r.):
-
Guus van Leerdam
-
Frank Kersloot opent het Webinar
-
Floor hooge Venterink en Freija Rappoldt
-
De eerste stelling met Jaspert Verplanke in beeld
-
Karen Jakschtow presenteert
-
Screenshot Warmteprojectentool
Auteur:
Joop van Vlerken
Joop van Vlerken