Partijen in warmteketen gaan samenwerken voor betaalbare, duurzame warmte

Geplaatst op 17-12-2019 door Stichting Warmtenetwerk

Als onderdeel van het Klimaatakkoord wordt de gebouwde omgeving aardgasvrij gemaakt. Warmtenetten zijn daarbij één van de oplossingen. Uitdaging daarbij  is om in de bestaande bouw op een kosteneffectieve manier, duurzame warmte te leveren. Verder is een versnelling van het realisatietempo nodig, gezien de grote opgave waar Nederland voor staat.

 

Subsidie voor Innovatieprogramma 
Een consortium van partijen die actief zijn in de hele keten, van warmtebron tot klant, is hiervoor een samenwerking aangegaan. Vandaag maakte RVO bekend dat het nieuwe innovatief duurzaam warmtecollectief WarmingUP 9,3 miljoen euro subsidie ontvangt in het kader van het Meerjarige Missie-gedreven Innovatieprogramma (MMIP). Met een investering van 9,5 miljoen euro door de samenwerkingspartners zelf komt het totaal aan beschikbare financiële middelen op 18,8 miljoen euro.
 


Samenwerking
In de integrale warmteketen, van bron tot klant, werken verschillende partijen. Om de hele warmtevoorziening efficiënter te ontwerpen, aan te leggen en te beheren zijn systeem- en procesinnovaties noodzakelijk. Het warmtecollectief WarmingUP is opgericht om deze innovaties in samenhang en in hoger tempo te ontwikkelen. “We hebben met het consortium de zes grote thema’s voor duurzame collectieve warmte opgesteld. De bedoeling is dat op deze manier innovaties sneller en in de praktijk toepasbaar bij marktpartijen terecht komen.” Met deze woorden legt Frits Verheij, consultant energietransitie bij TNO, de bedoeling uit van dit nieuwe innovatief duurzaam warmtecollectief. 


 
Doel
WarmingUP, onder leiding van TNO, is als collectief in staat om vraagstukken over kostenreductie en verduurzaming integraal aan te pakken en oplossingen daarvoor te ontwikkelen die op vele locaties toepasbaar zijn.
Het belangrijkste doel van WarmingUP is de ontwikkeling van collectieve warmtesystemen die betaalbaar, duurzaam, betrouwbaar, praktisch uitvoerbaar en maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Het betekent bijvoorbeeld dat met nieuwe kennis duurzame warmtebronnen met verschillende niveaus van temperatuur en volumes slim gecombineerd kunnen worden. Ook kennisontwikkeling voor het realiseren van grootschalige warmteopslagsystemen en het integreren daarvan in warmtenetten is een beoogd resultaat. Onderzocht wordt bijvoorbeeld waar en tegen welke kosten warmte gewonnen kan worden via aquathermie of geothermie. Tot slot richt het samenwerkingsverband zich op de ontwikkeling van nieuwe samenwerkings- en financieringsvormen én nieuwe werkwijzen om maatschappelijk draagvlak te realiseren.
 

Innovatieplan duurzame warmte
Om het doel te bereiken is een innovatieplan opgesteld dat bestaat uit 32 projecten, gegroepeerd in zes inhoudelijke, samenhangende thema’s, met focus op:
·       Ontwerp en aansturing van warmtenetten, systeemintegratie en cascadering (thema 1) resp. methoden voor aanleg van deze netten (thema 2) en vraagsturing (thema 6);
·       Duurzame bronnen en seizoenopslag – aquathermie (thema 3), geothermie (thema 4) en warmteopslag (thema 5);
·       Sociaal-maatschappelijke inpassing van collectieve warmtesystemen (thema 6).
 
De opschaling, kostenreductie en verduurzaming van collectieve warmtesystemen vereist een nieuwe manier van denken over de warmtevoorziening. In de looptijd van 3 jaar legt dit innovatieplan het fundament voor het realiseren van de ambities voor verduurzaming van de warmtevoorziening in gebouwde omgeving.
 

Deelnemers

Warmtebedrijven Eneco, Ennatuurlijk, HVC, SVP en Vattenfall
Netbedrijven Capturam, Enpuls, Firan/Alliander en NetVerder
Partijen in de watersector Rijkswaterstaat, STOWA en Unie van Waterschappen
Partijen in bodem en ondergrond BodemenergieNL, EBN, Engie, Huisman en Shell
Gemeenten en regio’s Almere, Amsterdam, Breda, Den Haag, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht, en regio Holland-Rijnland
Provincies Limburg en Zuid-Holland
Onderzoeksorganisaties Deltares, Erasmus Universiteit Rotterdam, KWR Water Research, Saxion Hogescholen, TNO (penvoerder), TU Delft, TU Eindhoven en Universiteit Utrecht
Overige deelnemers De Efteling, Adviesbureau Greenvis, Coöperatie Duurzame Vruchtenbuurt en living lab The Green Village.

 

Innovaties
Volgens Verheij zijn innovaties in alle zes thema’s nodig om de benodigde groei en tevens verduurzaming van collectieve warmte mogelijk te maken. “Het laatste thema gaat bijvoorbeeld over sociaal maatschappelijk inbedding en sociale innovatie. Dit thema verbindt de andere vijf meer technische thema’s met de wijze waarop de energietransitie maatschappelijk moet worden ingebed.” Het innovatieplan van WarmingUP richt zich op het ontwikkelen van technische en sociaal-maatschappelijke kennis met als doel daar praktisch bruikbare instrumenten van te maken voor het ontwerpen en realiseren van kosteneffectieve, maatschappelijk aanvaardbare, betrouwbare, collectieve warmtesystemen in de gebouwde omgeving die door duurzame warmtebronnen worden gevoed.

 

Nieuwe technieken
Ook relatief nieuwe technieken zoals ondergrondse warmteopslag, geothermie en aquathermie worden nadrukkelijk als innovatiethema genoemd door het consortium. “Aquathermie is bijvoorbeeld een nieuw thema, waar we eigenlijk nog niet genoeg vanaf weten. Vragen die we hierbij bijvoorbeeld stellen zijn: ‘Hoe ga je warmte onttrekken uit oppervlaktewater?’, ‘Wat betekent aquathermie voor ecologie?’ en ‘Is er al regelgeving op dit vlak?’” De MMIP4 mag volgens Verheij niet verward worden met de Green Deal Aquathermie, die op 14 mei is ondertekend door een aantal partijen. “Het gaat wel over dezelfde techniek, maar de Green Deal is ondertekend door deels andere partijen en heeft een ander karakter. De Green Deal gaat vooral over de potentie van aquathermie en om het beter op de agenda te krijgen bij de stakeholders. Ons consortium richt zich op innovatieve ontwikkelingen.”

 

Geothermie
Een andere techniek die nader onderzoek nodig heeft, is geothermie, legt Verheij uit. “Geothermie staat nog maar aan het begin van de ontwikkeling. We hebben nu 18 doubletten in Nederland, die leveren ongeveer 3 PJ aan warmte. Als we naar het doel van 50 PJ in 2030 willen, moeten er nog tien keer zoveel bronnen bij komen. We moeten onderzoeken waar de potentie van deze bronnen zit. De kosten voor de boringen willen we helpen omlaag te brengen. En een andere vraag is hoe het zit met de seismiciteit. Met Groningen vers in het geheugen, is dat thema erg belangrijk.”

Lees hier de Samenvatting Innovatieplan WarmingUP.

Op de foto:
1. Boorstreng TBM Bleiswijk (Bron: Visser & Smit Hanab)
2. Frits Verheij, TNO 
 

Lees ook onze andere berichten