Richtlijn Warmtemeting: kwaliteit en transparantie rond meting van warmtegebruik

Geplaatst op 16-04-2019 door Stichting Warmtenetwerk

Met de nieuwe Richtlijn Warmtemeting komt de warmtesector tegemoet aan de groeiende behoefte aan kwaliteit en transparantie rond de meting van warmtegebruik. Op 10 april organiseerde Stichting Warmtenetwerk in Vianen een workshop over deze nieuwe Richtlijn. Teneur van de discussie: we streven naar breed gedragen zelfregulering, in afwachting van wettelijke verankering op de langere termijn.

 

Vergeleken met de elektriciteits- en gassector heeft de warmtesector nog een inhaalslag te maken op het gebied van professionalisering en ontwikkeling, met name op het gebied van regelgeving. Zo werken de elektriciteits- en gaswet al geruime tijd met meetcodes, maar de warmtesector heeft die nog niet. Niet voor niets pleitte Rik Altena, adviseur bij DWA, onlangs in een blog in Cobouw voor een slimme warmtemeter. Dit is temeer van belang, merkte Altena op, omdat er bij consumenten vaak enige scepsis bestaat jegens warmtenetten. Ze denken dat verwarmen via een warmtenetwerk duur is, en ze vertrouwen de warmtemeters vaak niet helemaal – of helemaal niet.

De sector neemt die handschoen op. ‘Aan de behoefte aan kwaliteit, uniformiteit en transparantie komen wij tegemoet,’ zei Wim Mans, bestuurslid van Stichting Warmtenetwerk, op 10 april in Vianen bij een workshop over de Richtlijn Warmtemeting. Aan die Richtlijn heeft een aantal werkgroepen van Stichting Warmtenetwerk sinds 2018 gewerkt. Hij komt tegemoet aan artikel 8, lid 6 van de Warmtewet: ‘Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de eisen waaraan een meetinrichting ten minste voldoet, waarbij ten aanzien van meetinrichtingen die op afstand uitleesbaar zijn in ieder geval regels worden gesteld ten aanzien van de beveiliging van meetgegevens.’ De Richtlijn bevat de afspraken (techniek, communicatie, data verkeer, administratie) die nodig zijn om tot een goede warmtemeting te komen en geeft aan hoe we moeten handelen als de juistheid van een meter wordt betwist.


Zelfregulering
Philip van der Zwan, namens de Stichting lid van de Stuurgroep Richtlijn Warmtemeting, lichtte de aanpak en organisatie toe. De warmtebedrijven zijn formeel opdrachtgever van de nieuwe Richtlijn, Stichting Warmtenetwerk coördineert en beheert het document. Omdat aanvankelijk sprake zal zijn van zelfregulering vanuit en door de sector is het nu vooral belangrijk om breed draagvlak te verkrijgen. Bedrijven, leveranciers en adviseurs moeten dus aan de slag met de Richtlijn, die inmiddels is aangeboden aan het ministerie van EZK, de ACM en de Agentschap Telecom. Maar daarmee zit het werk er dus niet op, zei Van der Zwan. ‘Het is een dynamisch document waar ruim een jaar keihard aan is gewerkt. De basis is gelegd gaan we ermee door. De Stuurgroep blijft dan ook intact.’

De bijeenkomst in Vianen was vooral bedoeld om uitleg te verschaffen en vervolgens van gedachten te wisselen over het vervolg. Aan de orde kwamen de uitgangspunten en inhoud van de Richtlijn, de technische details van de meetinrichting en de vereiste nauwkeurigheid en de kwaliteit van het medium, de plaatsing en wisseling van de meetinrichting, de uitlezing en de administratie. Daaronder vallen ook de privacy van de gebruiker en – heel belangrijk vanuit het perspectief van de consument – de vraag wat er gebeurt als er geschillen zijn rond de meterstand. Voor gas- en elektrameters waarvan de uitlezing wordt betwist, ligt er al een procedure op tafel. De termijnen daarvan zijn overgenomen in deze Richtlijn. Ander belangrijk punt, zeker ook vanuit consumentenperspectief: de Richtlijn is ontworpen met het oog op de toekomst. Mans: ‘Mochten we ooit een open warmtenet krijgen, met meerdere warmteleveranciers, dan is dit reglement daar geschikt voor.’

 

Status
Als eerste ligt nu echter de vraag op tafel welke status de Richtlijn moet krijgen. Voorlopig wordt het een kwestie van zelfregulering, vooruitlopend op wettelijke verankering, bijvoorbeeld in de volgende versie van de Warmtewet. Stichting Warmtenetwerk stelt voor om bedrijven die de Richtlijn te hanteren, van een soort keurmerk te voorzien. De ongeveer veertig aanwezigen in de zaal in Vianen bleken het daarmee overwegend eens: de warmtesector is gebaat bij een krachtig, breed gedragen initiatief vanuit de deelnemende bedrijven, ook om de wetgever van goede input te kunnen voorzien. Een aanverwante vraag is hoe het toezicht op de naleving eruit moet zien. Bij wettelijke verankering bestaat daarover geen discussie, maar bij zelfregulering zijn er diverse opties, zegt Mans. Te denken valt aan een vorm van auditing, maar hierover zijn de meningen vooralsnog verdeeld.

Aan de totstandkoming van de Richtlijn Warmtemeting is door ongeveer 30 medewerkers van circa 10 organisaties gewerkt. Die werkwijze – met diverse werkgroepen van experts – is voor herhaling vatbaar, zei Mans, bijvoorbeeld als er op termijn een Richtlijn Waterkwaliteit moet komen. Vooruitlopend daarop gaf Christian Broks (Eurowater BV) in Vianen een presentatie over de Deense versie van deze Richtlijn.

Wanneer het ministerie van EZK met een reactie komt op de Richtlijn Warmtemeting, is nog niet duidelijk. In afwachting daarvan staat het denken niet stil. Stichting Warmtenetwerk roept alle betrokkenen op hun visie te delen op de Richtlijn waarvan de tekst hier is te vinden. Wie vragen of opmerkingen heeft kan deze delen via dit contactformulier.

 

Lees ook onze andere berichten