Thermisch smart grid met lokale bronnen

Geplaatst op 25-03-2022 door Stichting Warmtenetwerk

Nieuwbouw, het isoleren van de bestaande bouw, hergebruik van het bestaande warmtenet, het toevoegen van wko-bronnen en aquathermie, en de nettemperatuur steeds verder omlaag brengen. Het gebeurt allemaal in de Binckhorst in Den Haag, dat de komende 10 tot 15 jaar van bedrijven- en industrieterrein transformeert in een duurzame wijk waar wordt gewerkt én gewoond. Voor Eneco “een milestone”, zegt commercieel directeur Martijn van der Zande. 

 

BinckNet, zo gaat de energievoorziening in de wijk heten. Een eigen naam, dat tekent de ambitie. “Wat hier gebeurt, doen we deels voor het eerst. Eigenlijk brengen we heel veel competenties samen. Daarbij is de combinatie van bestaande bouw en nieuwbouw superuitdagend. Normaliter werken we wel aan grote nieuwbouwwijken met een paar duizend woningen, maar dan kun je alles op de tekentafel ontwikkelen. Nu zitten we in een transformatiegebied. All eyes on us.”

Eneco is gekozen door projectontwikkelaar VORM, die tekent voor het overgrote deel van de herontwikkeling van het gebied, middels een tender die gefocust is op duurzaamheid, betaalbaarheid en betrouwbaarheid. Een deel van de bedrijven in de wijk gaat verdwijnen, een deel blijft. Drie nieuwe appartementengebouwen zijn al in aanbouw. “Daar zijn wij momenteel met het gebouwgebonden deel van het BinckNet bezig. Tegelijkertijd werken we nu aan de wko-bronnen en – op twee manieren – aan het leidingnet: we zijn het bestaande net aan het uitbreiden en kijken naar de opties om de temperatuur naar beneden te brengen. Op die manier kunnen we over twee jaar – als de appartementengebouwen klaar zijn – beginnen met het invoeden van wko-bronnen. Dan moet de nettemperatuur op diverse clusters al zijn teruggebracht van 85 naar circa 65 graden. Dat is fase 1. In een volgende fase – als er meer volume is aangesloten – gaan we kijken naar aquathermie. Dan moet de temperatuur in het warmtenet nog weer een trede naar beneden.”

 

Smart
BinckNet wordt een thermisch smart grid. Door data te verzamelen, kunnen vraag en aanbod van energie op elkaar worden afgestemd. “Dat kan op gebouwniveau maar ook op bronniveau. Alles wordt connected en met IoT aangestuurd.”

Met een combinatie van wonen en werken is dat gunstig. Immers: overdag staan de kantoren ‘aan’ en zijn veel bewoners niet thuis. ’s Avonds is dat andersom. “De profielen zijn tegenovergesteld aan elkaar. Zo kun je optimaliseren qua energieverbruik en heb je minder bronnen nodig”, zegt Van der Zande. 

Eneco gaat de profielen op basis van het werkelijke energieverbruik verifiëren. “In de toekomst – als de temperatuur in het BinckNet verder omlaag gaat – wordt forecasten op basis van algoritmes belangrijk, om nog fijner vraag en aanbod te kunnen balanceren. Dat kan op meerdere niveaus: bij de collectieve installatie in de kelder, maar nog beter is op woningniveau, waarvoor natuurlijk altijd goedkeuring van de bewoners nodig is.”

De tapwatervraag is hierbij het meest belangrijk. In welk huishoudens doucht men ’s ochtends? En wie doet dat ’s avonds? “De meeste installaties worden nu heel ruim berekend, omdat je aan een theoretische tapwatervraag van 100% om 7.00 uur ’s ochtends moet kunnen voldoen.”

 

Collectieve installaties
Eneco zet in de wijk in op collectieve energiesystemen. Eén wko-bron bedient straks meerdere gebouwen. Dat geldt ook voor de warmtepompcentrales: een technische ruimte in een gebouw  bedient straks ook gebouwen die er dicht omheen staan.

Afweging bij het bepalen van deze clusters: hoeveel meter leidingwerk is er nodig en hoe ingewikkeld is het tracé, versus het vermogen. En in het geval van de warmtepomp: wat is op kosten versus energieprestatie interessant? Blijkt in de praktijk een cluster te groot, dan kan het rendabeler zijn om toch een eigen warmtepomp te installeren, waarmee in feite een nieuw cluster wordt gestart. Zo zijn er nog heel veel “schuivende panelen”, zoals Van der Zande het noemt. “We weten wat we aan het eind van deze gebiedsontwikkeling willen bereiken, we weten waar we nu staan met het traditionele warmtenet en we hebben het plan fase 1.”

 

Aquathermie
In een volgende fase van het project wil Eneco aquathermie toevoegen aan BinckNet. Langs de wijk loopt de Trekvliet, een kanaal. Ook zijn er oude binnenhavens. Vanwege de lage temperatuur waarop aquathermie opereert – 15 tot 20 graden – vereist dit wel dat de temperatuur van het BinckNet nog verder zakt. “Dan ga je echt naar een laagtemperatuurnet. Dat is de toekomstvisie, maar dat kunnen we pas doen als we de bestaande klanten voldoende hebben verduurzaamd.”

Een andere potentiële lokale bron: de waterberging van waterleidingbedrijf Dunea. “Een grote opslagtank, die ook zou kunnen worden ingezet voor warmte”, zegt Van der Zande. “We zijn daarover in gesprek. Het is drinkwater, dus je moet zorgen dat de kwaliteit en het gebruik van het drinkwater is geborgd. Iets soortgelijks doen we al veel met rioolwaterzuiveringsinstallaties.”

 

Gebruik bestaand warmtenet
Eneco maakt voor BinckNet gebruik van leidingen die er al liggen: de Binckhorst zit op een uitloper van het bestaande Haagse warmtenet. Dat maakt het technisch eenvoudig om het af te sluiten.  Simpel gezegd komt er een afsluiter – een ‘kraantje’ – tussen. Het is nadrukkelijk een ‘kraantje’: dan bestaat de mogelijkheid om – als een soort piekvoorziening – een hogere temperatuur in te voeden. “Met de winters die we nu hebben, hoeven we daar niet vanuit te gaan, maar je weet maar nooit”, zegt Van der Zande.

Andere redenen zijn de omvang en looptijd van het project, de afhankelijkheid van het gebied en de aanwezige ondernemers en snelheid van de verduurzaming van de bestaande bouw. “Of stel: er zou om wat voor reden dan ook een woningbouwcrisis komen en we gaan een paar jaar geen woningen bouwen, dan willen wij bestaande klanten wel voorzien van een product waarmee ze hun pand kunnen verwarmen. Die flexibiliteit biedt het BinckNet-concept ons ook.”

 

Op de foto:

  1. Eneco zet in de wijk in op collectieve energiesystemen. (Eneco)

  2. De wijk Binckhorst vanuit de lucht. (Gemeente Den Haag)

Auteur:
Paul Diersen

Lees ook onze andere berichten