De zorgsector is ambitieus om te voldoen aan de klimaatafspraken van Parijs. De overstap op duurzame stadswarmte kan daar een waardevolle bijdrage aan leveren. Warmtebedrijf Vattenfall en het BovenIJ ziekenhuis in Amsterdam vertellen over hun ervaringen. En over hun nieuwe duurzame ambities. Want er zijn nog steeds grote stappen te zetten.
In het klimaatakkoord van Parijs is onder meer afgesproken dat in 2050 ongeveer twee derde van het energieverbruik moet worden bespaard. Daarnaast moet de uitstoot van CO2 naar nul terug. Mirjam Huisman, milieucoördinator bij het BovenIJ: “Als ziekenhuis willen we ons niet alleen inzetten voor goede zorg, maar ook voor het milieu. Om dat te benadrukken hebben we in 2018 samen met het ministerie van VWS en andere zorginstellingen de Green Deal Duurzame Zorg 2.0 ondertekend. Daarmee committeren we ons aan de maatregelen van het Klimaatakkoord, met als doelstelling 49 procent minder CO2-uitstoot in 2030. Een belangrijke stap hierin was onze aansluiting op een stadswarmtenet in 2019.”
Door gebruik te maken van stadswarmte kunnen ziekenhuizen in één klap veel duurzame meters maken, zegt Erwin Manssen, accountmanager bij Vattenfall Warmte. “We zijn inmiddels gewend aan het aansluiten van woningen op een warmtenet. Wanneer ziekenhuizen de gaskraan verwisselen voor de warmtekraan, kunnen ook die een grote bijdrage leveren aan de energietransitie.”
Hergebruik van warmte uit afvalverwerking
Het warmtenet waar het BovenIJ ziekenhuis op aangesloten is, maakt gebruik van duurzame warmte van het afvalenergiebedrijf AEB. “De warmte die daar anders verloren zou gaan, gebruiken we nu voor het verwarmen van water. Het hete water stroomt door een netwerk van leidingen onder de grond. Het komt bij een overdrachtsstation terecht en van daaruit gaat de warmte naar woningen en bedrijven in Amsterdam-Noord én het BovenIJ ziekenhuis,” legt Manssen uit.
De betrouwbaarheid van warmtelevering is voor ziekenhuizen letterlijk van levensbelang. Zij moeten immers 24 uur per dag verzekerd zijn van betrouwbare warmte. Hoeveel zekerheid biedt een warmtenet wat dat betreft? Manssen: “Het is een heel robuust systeem, je hebt bijna geen uitval. Tegelijkertijd hanteren ziekenhuizen nooit één systeem, om de zorg te allen tijde te kunnen waarborgen er is altijd sprake van dubbele voorzieningen. Ook zorgt Westpoort Warmte – een joint venture van Vattenfall Warmte en AEB – ervoor dat diverse componenten in het systeem dubbel worden uitgevoerd.”
Huisman vult aan: “Als BovenIJ houden wij inderdaad één van de twee HR-ketels aan als back-up voor noodsituaties. Deze gebruiken we nu nog voor het opwekken van stoom, maar ook dit zijn we aan het verminderen. Bij vervanging van de huidige installatie, zoals bijvoorbeeld van de vaatwasser in de keuken, is gekozen voor een duurzame variant die minder water gebruikt, minder chemie zoals was- en glansmiddel gebruikt en geen stoom.”
Minder gebruik van aardgas en lagere kosten
Huisman was nauw betrokken bij de plannen voor en realisatie van de overstap op stadswarmte. “Het proces van de eerste gesprekken tot de daadwerkelijke aansluiting op het stadswarmtenet heeft ongeveer 3 jaar geduurd. We zijn blij met de overstap. We maken nu veel minder gebruik van aardgas; onze HR-ketel hoeft nog maar voor 10 procent gebruikt te worden. Dat gaan we de komende jaren nog verder afbouwen, want we willen helemaal van het aardgas af.”
Naast het verlagen van de CO2-voetafdruk brengt stadswarmte volgens Huisman nog meer voordelen met zich mee. “We hoeven ons niet meer bezig te houden met het onderhoud van de installatie, dat levert ons gemak op en ook een kostenbesparing.” Manssen bevestigt dat. “Met aansluiting op het stadswarmtenet verlaag je de gaskosten, ben je verzekerd van betrouwbare warmte en word je ook op technisch vlak ontzorgd. De installatie in het BovenIJ ziekenhuis wordt door Westpoort Warmte onderhouden. Mocht er een storing optreden dan zorgt Westpoort Warmte voor een oplossing.”
Duurzaam koelen met kanaalwarmte
Niet alleen voor warmte, ook voor koelen maakt het BovenIJ gebruik van een duurzaam alternatief. Huisman: “In plaats van koelmachines en een koeltoren, koelen we ons binnenklimaat met het water uit het Noord-Hollandsch kanaal, dat gewoon door de achtertuin van ons ziekenhuis stroomt, aquathermie dus. Via een warmtewisselaar wordt de koelte van het water gebruikt om het ziekenhuis te koelen. Daardoor besparen we CO2 en gebruiken we minder elektriciteit.”
Duurzaamheid krijgt een plek in de zorgketen
Als het gaat om klimaatdoelen en duurzaamheid zit de zorgsector sinds drie jaar in een stroomversnelling, zegt Adriaan van Engelen. Hij is directeur van de vereniging Milieuplatform Zorgsector (MPZ), dat in 2015 initiatief nam voor de Green Deal ‘Nederland op weg naar Duurzame Zorg’ om verduurzaming in de zorg te versnellen. Als gevolg kwamen ruim 100 zorgaanbieders en tientallen overheden in beweging. Daarop startte in 2018 de Green Deal Zorg 2.0, die door ruim 300 partijen, waaronder banken, brancheorganisaties, zorgverzekeraars en het ministerie van VWS werd ondertekend.
Van Engelen: “Als MPZ werken we samen met intramurale zorginstellingen en een netwerk van ruim 300 duurzaamheidscoördinatoren aan duurzame zorg. Onze belangrijkste rol is faciliteren dat deze duurzaamheidscoördinatoren elkaar kunnen vinden en kennis en ervaringen uitwisselen. We onderhouden de Milieuthermometer Zorg als praktische tool om instellingsbreed aan duurzaamheid te werken. Voor vastgoed bijvoorbeeld vraagt de Milieuthermometer een CO2-routekaart. Ruim 300 locaties zijn intussen gecertificeerd voor brons, zilver of goud en steeds meer instellingen gaan hiermee aan de slag. Daarnaast hebben we een website (milieuplatformzorg.nl) met goede voorbeelden, handleidingen en tips met betrekking tot duurzaamheid in de zorg.”
Van Engelen ziet een kantelpunt op het gebied van duurzaamheid in de zorg. “Sinds een paar jaar vragen steeds meer bestuurders wat zij op dit vlak moeten doen. En ook steeds meer medici houden zich bezig met deze vraag. Daardoor zie ik dat klimaatdoelstellingen top-down een stevigere plek krijgen. Bestuurders willen een aanpak met resultaat, ook omdat steeds meer gemeenten en verzekeraars vragen om de Milieuthermometer, om zo samen invulling te geven aan de energietransitie. Inmiddels heeft driekwart van de zorgsector een routekaart opgesteld om de klimaatdoelen te halen. Je ziet dat duurzaamheid steeds meer een plek krijgt in de hele keten, het is op weg een integraal onderdeel van de zorg te worden.”
Routekaart helpt vooruit te kijken
Ook het BovenIJ ziekenhuis beschikt over een routekaart om nieuwe duurzame stappen te zetten. Huisman: “Wij noemen het onze portefeuilleroutekaart. Dit stappenplan beschrijft de duurzame route die we willen volgen tot 2030 en vervolgens tot 2050. Het is heel handig om op deze manier inzichtelijk te hebben welke maatregelen je als ziekenhuis gaat nemen. Je weet precies wat de CO2-reductie is die de verschillende stappen opleveren en wat het gaat kosten.”
Vooruitkijken en eigen initiatief nemen is daarbij heel belangrijk. “Als ziekenhuis wachten we niet tot de wetgever met een eisenpakket voor duurzaamheid komt, maar bekijken we zelf waarop we actie kunnen ondernemen,” legt Huisman uit. Zo proberen we bij onze verduurzaming aan te sluiten bij natuurlijke vervangingsmomenten van apparatuur. Als we weten dat over enkele jaren of maanden een bepaald apparaat vervangen moet worden, dan kijken we op dat moment naar de duurzame mogelijkheden en maken dan een afweging. Zo kozen we dus voor die duurzamere variant vaatwasser en in plaats van de koelmachine te vervangen, halen we energie uit oppervlaktewater om het gebouw te koelen. Zo kunnen we op een efficiënte manier duurzaamheidswinst boeken. Dat werkt heel goed.”
Urgentie tot actie steeds hoger
Volgens Van Engelen laten de routekaarten van ziekenhuizen zien dat het technisch en financieel mogelijk is om als zorgsector de klimaatdoelen te halen. “We hebben er met het opstellen van routekaarten meer grip op gekregen. De wil is er, nu is het vooral een kwestie van handelen. En in die vertaalslag zie ik nog knelpunten. Het moet allemaal wel georganiseerd worden. Er is menskracht nodig om de plannen verder uit te werken en tijd voor de uitvoering. Ook moeten ziekenhuizen continu blijven nadenken over nieuwe ontwikkelingen; de wereld verandert snel. Dan is een routekaart mooi, maar je moet ‘m wel elke 3 à 4 jaar aanscherpen.”
Van Engelen windt er geen doekjes om: de urgentie om in actie te komen wordt steeds groter. “Eigenlijk hebben we minder dan tien jaar de tijd om ernstige gevolgen van klimaatverandering, waar eerder dit jaar weer met klem voor werd gewaarschuwd in het verschenen IPCC-rapport, af te wenden. Die urgentie heeft niet iedereen in de gaten. Maar de eerste stappen zijn gezet. Zeker de komende tien jaar verwacht ik dat er veel innovatieve oplossingen worden aangereikt, zoals warmtepompen, zonnepanelen, zero emissie vervoer en verplichte duurzame voeding. Daarbij moeten we voorkomen dat de sector in twee groepen uiteenvalt; een deel dat hard gaat en een deel dat achterblijft. Veel organisaties ontbreekt het aan duurzaamheidsbeleid en bestuurders die duidelijke doelen formuleren.”
Duurzaamheid is niet iets wat je overkomt
Duurzaamheid is niet iets wat je overkomt, zegt Huisman. “We weten al jaren dat er iets moet gebeuren als we de aarde goed achter willen laten voor de komende generaties. Ik zou andere ziekenhuizen zeker aanraden om te onderzoeken of stadswarmte iets voor hen is. En kijk ook naar andere innovatieve oplossingen. Het is niet alleen nodig, maar ook leuk om kansen voor verduurzaming te benutten. Vaak zijn medewerkers op de werkvloer zelf ook enthousiast en komen ze met goede ideeën. Zorg dat je hen erbij betrekt en begin gewoon.”
Ook Vattenfall blijft intussen nieuwe duurzame stappen zetten. Stadswarmte is immers nog niet vanzelfsprekend duurzaam. Manssen: “Dit hangt af van de aangesloten warmtebronnen en of die duurzaam zijn. Voor duurzame stadswarmte wordt nu in veel gevallen gebruikgemaakt van warmte die vrijkomt bij het opwekken van stroom of het verbranden van afval. We blijven investeren in het toevoegen van duurzame bronnen als zonnethermie of geothermie. Zo willen we onze warmtenetten naar 2050 toe volledig CO2-neutraal maken. En onze ambitie bereiken om in één generatie fossielvrij te worden.”
Foto 1: BovenIJ buiten, foto door Suzanne Blanchard
Foto 2: Noord-Hollandsch kanaal, foto door Henk Rougoor
Foto 3: Noord-Hollandsch kanaal (tijdens de aanleg voor de kanaalkoeling), foto door Henk Rougoor
Auteur:
Davita de Jonge
Davita de Jonge