Certificaten voor duurzame warmte: de trends en ontwikkelingen

Geplaatst op 25-02-2020 door Stichting Warmtenetwerk

Sinds 2013 zijn er Garanties van Oorsprong (GvO’s) voor warmte, die afnemers de zekerheid geven dat de warmte lokaal en klimaatneutraal is geproduceerd. Hoe functioneert het systeem GvO’s voor warmte nu, wat is de meerwaarde van groencertificaten voor verschillende partijen en welke ontwikkelingen zijn te verwachten in de nabije toekomst?  

 

Organische afvalstromen uit de regio Amsterdam – zoals gft-afval van huishoudens en bedrijven, en reststromen uit de voedselindustrie en horeca – krijgen lokaal een nuttige bestemming. “In de enorme vergistingsinstallatie van Orgaworld in het Amsterdamse havengebied wordt met behulp van bacteriën biogas gemaakt. Door middel van verbranding wordt het biogas omgezet in groene stroom en warmte,” vertelt Joop Suurmeijer, manager strategic accounts & innovation bij Orgaworld, een onderdeel van Renewi. Orgaworld levert de duurzame warmte – genoeg voor 1.200 tot 1.500 huishoudens – sinds 2010 aan het warmtenet van Westpoort Warmte (een samenwerkingsverband tussen energieleverancier Vattenfall en afvalverwerkingsbedrijf AEB Amsterdam).  

 

Gegarandeerd CO2-vrije warmte 

De restwarmte van Orgaworld beschikt over een Garantie van Oorsprong (GvO). Een GvO is het bewijs dat de geleverde warmte 100 procent duurzaam is opgewekt. Warmtenetten met restwarmte realiseren een CO2-besparing tussen de 45 en 85 procent ten opzichte van gasgestookte cv-ketels. Met behulp van warmte met GvO’s is er ook warmte beschikbaar waarmee afnemers de CO2-uitstoot volledig kunnen minimaliseren.

 

Met de groencertificaten kunnen producenten en leveranciers van warmte aantonen hoe groot de CO2-reductie van een warmtenet is. Gemeenten, woningcorporaties, vastgoedontwikkelaars en andere zakelijke afnemers kunnen op die manier met de aankoop van gecertificeerde warmte laten zien wat de aansluiting op het warmtenet precies oplevert voor het bereiken van hun duurzaamheidsdoelstellingen. 

 

Speciale producten

Orgaworld werkt samen met Vattenfall om warmte met een GvO als een speciaal product aan te bieden aan (groot)zakelijke gebruikers van stadsverwarming in het noordwestelijke deel van Amsterdam. Onder de naam Heat Select levert Vattenfall, samen met lokale producenten, ook gecertificeerde groene warmte in de regio’s Rotterdam, Arnhem en Nijmegen. 

 

Hiervoor is een gedegen administratiesysteem ontwikkeld dat de afboekingen bijhoudt, vertelt Daniël Awater, adviseur bij Vattenfall Heat Nederland. “Wettelijk is geregeld dat CO2-vrije warmte die wordt geproduceerd door een bron aan het warmtenet, alleen kan worden afgenomen door een gebruiker die aan datzelfde warmtenet is gekoppeld. Verder willen we geen administratieve dubbeltellingen. Warmte met een GvO valt buiten de reguliere stadswarmtelevering. Daarom reserveren we op voorhand al een deel van de warmte met een GvO van Orgaworld voor mogelijke afnemers. De duurzame prestaties van dat gereserveerde deel worden niet meegeteld in de CO2-reductie die het warmtenet sowieso al realiseert en die we vastleggen in een kwaliteitsverklaring.” 

 

Awater wijst erop dat de gereserveerde duurzame GvO’s op dit moment nog maar gedeeltelijk zijn verkocht aan afnemers. “Alle duurzaam geproduceerde warmte van Orgaworld krijgt echter een goede bestemming op ons warmtenet. Maar wat we niet willen, is dat we over een tijd GvO’s tekortkomen.”

 

Certificering van duurzame warmte

CertiQ is in Nederland aangesteld om GvO’s uit te geven voor zowel elektriciteit als warmte. Volgens relatiemanager Ivo de Vries van CertiQ is er een groeiende interesse waarneembaar voor de certificaten voor duurzaam geproduceerde warmte. 

 

“Een GvO is noodzakelijk om als producent van duurzame warmte een SDE-subsidie te ontvangen”, licht De Vries toe. Een producent die een beschikking voor de SDE-subsidie heeft ontvangen, is verplicht om de installatie aan te melden bij CertiQ. RVO raadpleegt de GVO-applicatie van CertiQ om gegevens te checken. “Het daadwerkelijke aantal handelstransacties ligt wel wat lager dan het aantal partijen dat interesse toont. Het systeem voor GvO’s voor warmte staat in feite nog in de kinderschoenen, zeker in vergelijking met groene stroom.” 

 

Awater vult aan: “We verwachten dat de vraag wel zal groeien en dat deze keuzemogelijkheid bijdraagt aan de ontwikkeling van nieuwe, duurzame bronnen voor het warmtenet, zoals warmte afkomstig uit oppervlaktewater en zonnecollectoren.”

 

Extra stap in duurzame bedrijfsvoering

“Bedrijven die stadsverwarming gebruiken, kunnen met GvO’s voor warmte hun MVO-prestaties verbeteren”, stelt Awater. “Ze kunnen bijvoorbeeld aan interne en externe stakeholders laten zien dat ze volledig hernieuwbare warmte gebruiken.” Awater ziet hiervoor al veel belangstelling bij organisaties zoals gemeenten of onderwijsinstellingen, die de ambitie hebben om hun CO2-voetafdruk – verder – te verkleinen. Warmte met een GvO is geschikt voor organisaties die een extra stap in hun duurzame bedrijfsvoering willen zetten, en daar – net als het geval is bij groene stroom – een iets hoger tarief voor over hebben. 

 

Suurmeijer ziet in de praktijk ook een andere meerwaarde van de warmte die Orgaworld produceert. Op een steenworp afstand van de vergistingsinstallatie in het Westelijk Havengebied bevindt zich Koopman Car Terminal. Het bedrijf gebruikte twee jaar geleden nog aardgas om de kantoorruimtes en droogtunnels te verwarmen, vertelt Suurmeijer. “Koopman Car Terminal heeft bewust gekozen voor volledig duurzame warmte van Orgaworld. Dit geeft het bedrijf een voorsprong in bijvoorbeeld (internationale) aanbestedingen, omdat ondernemingen die duurzaam opereren voorrang krijgen boven concurrenten die dat niet doen.”

 

GvO’s en energieprestaties

Volgens De Vries en Awater is een belemmering voor de verdere vraag dat duurzame warmte niet meetelt in diverse energieprestatielabels, zoals het energielabel en de BENG-eisen voor nieuwbouw. Duurzame warmte wordt mogelijk wel (gedeeltelijk) meegenomen in de BREEAM-methode. Daar komt naar verwachting in de loop van dit jaar meer duidelijkheid over. 

 

De Vries verwacht dat GvO’s voor warmte steeds meer aandacht zullen krijgen, met name als grote stedelijke gebieden van het gas af gaan. CertiQ zou dan wel een aantal zaken beter geregeld willen zien. “CertiQ is voorstander van een vernieuwde Warmtewet waarin verantwoordelijkheden en rollen helderder zijn belegd en er een meetcode komt voor warmte. Naarmate de focus steeds meer op duurzame warmte komt te liggen, zal deze noodzaak groeien. Nu moeten wij wat betreft GvO’s voor warmte nog te veel optreden als netbeheerder.”

 

Net als groene stroom, moet ook groene warmte een gangbare term worden, vindt Suurmeijer. “Wij zijn er heel enthousiast over en zien veel potentie. Misschien moeten mensen er nog aan wennen, net als destijds bij groene stroom.” Hij hoopt dat ook huishoudens op termijn de mogelijkheid krijgen om warmte met een GvO af te nemen, ook van bronnen die niet aangesloten zijn op hun specifieke warmtenet. Dit vergroot de keuzevrijheid en stimuleert daardoor marktwerking. Awater voegt toe: “We hopen dat meer aandacht voor hernieuwbare warmte leidt tot meer bronnen die we aan het warmtenet kunnen koppelen.”

 

Foto:
Orgaworld, Hans Peter van Veldhoven

Auteur:
Nadine Huiskes

Lees ook onze andere berichten