“Doel van 100.000 aansluitingen huurwoningen in 2022 blijft binnen bereik”

Geplaatst op 16-03-2021 door Stichting Warmtenetwerk

Bemoedigend, zo noemt Jeroen Pepers, algemeen directeur van de koepel van woningcorporaties Aedes, het aantal warmtenetaansluitingen dat in 2020 volgens het Nationaal Warmtenet Trendrapport 2021 is gerealiseerd. Echter, als het gaat om aansluitingen van huurwoningen van woningcorporaties is Pepers minder tevreden. Afgelopen jaar is dat achtergebleven, maar Pepers houdt goede hoop dat de afgesproken 100.000 warmtenetaansluitingen op contractsniveau bij huurwoningen in 2022 gehaald wordt. “Er zit veel in de pijplijn, zeker op contractueel niveau. De afgelopen jaren hadden we vooral nodig om te zaaien, de afspraken komen concreet op papier en daarna kunnen we gaan oogsten.” 

 

In het in 2018 afgesloten Klimaatakkoord hebben Aedes en warmtebedrijven afgesproken om 100.000 woningen van woningcorporaties aardgasvrij te maken en versneld aan te sluiten op een warmtenet of te verduurzamen middels de Renovatieversneller. Voor dit zogeheten Startmotorkader is door de overheid 200 miljoen euro tot 2023 beschikbaar gesteld. Aedes, die trekker is van de Startmotor, sprak in 2019 uit zelfs potentieel 200.000 woningen te kunnen aansluiten. 

Die ambitie is groot, wellicht té groot, maar de afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet, die nu langzaam maar heel zeker leiden tot steeds meer aansluitingen. “Eind 2022 zullen de warmteaansluitingen nog niet concreet zijn gerealiseerd, maar ik heb goede hoop dat de concrete afspraken dan wel op papier staan”, vertelt Jeroen Pepers. “Ik verwacht dat we dat doel nog wel kunnen halen, want we zien dat er veel projecten in de pijplijn zitten. En dan gaat het om projecten die echt reëel zijn. Zoals in Amsterdam, waar enkele tienduizenden aansluitingen op binnen enkele jaren te verwachten zijn. Daarna moeten ze nog worden gerealiseerd.” Er zijn ook belemmeringen. “De belemmeringen zitten op een paar vlakken. Zo is woonlastenneutraliteit heel belangrijk voor onze huurders, want meestal zijn dat niet de meest kapitaalkrachtigen. Een tientje per maand extra uitgeven kan voor hen echt te veel zijn. We vinden dat daarin nog meer ondersteuning nodig is vanuit de overheid voor huurders. Dat wordt ook wel erkend in ‘Den Haag’, en ik verwacht dat het nieuwe kabinet hier aan gehoor geeft.”

 

Verduurzaming
Want, zo benadrukt Pepers, als we werk willen maken van het verduurzamen van veel woningen in vooral de grote steden, kun je niet om woningcorporaties én warmtenetten heen. “Dit is verreweg de meest verstandige oplossing om bijvoorbeeld portiekwoningen uit de jaren 50, 60 en 70 van de vorige eeuw sneller te verduurzamen, naast uiteraard isoleren dat ook in de Startmotor via de Renovatieversneller wordt meegenomen. Deze woningen zijn ook vaak in een ideale lijn te vinden in Nederlandse steden: lange rechte straten die relatief rendabel zijn aan te sluiten.” 

Verduurzaming betekent ook het inzetten van duurzame bronnen voor warmtenetten. “Bij onze leden en de gemeenten waarin we inzetten op warmtenetten, is wel veel bezorgdheid over de herkomst van biomassa. Zij vinden het niet wenselijk dat dit uit andere werelddelen naar Nederland wordt gebracht. Veel leden vragen dan ook aan die gemeenten of ze ervoor kunnen zorgen dat binnen een bepaalde termijn – maar in ieder geval wel vóór 2050 – biomassa niet meer als bron ingezet wordt voor warmtenetten.” Pepers constateert dat per gemeente sterk verschilt wat daarop hun antwoord is. “Het startpunt is ook verschillend; Rotterdam bijvoorbeeld heeft veel restwarmte en je kunt erover twisten of dit duurzaam is. Maar goed, die restwarmte zou anders wel de lucht in gaan.” 

 

Particuliere woningeigenaren
Om een warmtenet rendabel te kunnen aanleggen – ook in buurten met veel woningvoorraad van woningcorporaties – is het nodig dat particuliere woningeigenaren meeliften op het aan te leggen warmtenet. Pepers merkt dat het nog steeds niet makkelijk is om hen mee te krijgen. Sterker nog, het lijkt steeds lastiger te worden. “De spanning en weerstand onder hen om mee te doen is toegenomen. Dat krijgen we ook te horen van veel gemeentebesturen. En die weerstand is misschien wel groter dan de beleidsmakers dachten toen het Klimaatakkoord werd afgesloten. Ook voor particuliere woningeigenaren geldt woonlastenneutraliteit als een belangrijke belemmering. En nog steeds is het monopolistische karakter van warmtenetten een bottleneck voor deelname. In de nieuwe Warmtewet moet daarvoor oplossing komen, maar het duurt nog wel even voordat deze van kracht is en dat zorgt op dit moment voor onzekerheid voor deze lange termijninvesteringen. Hier ontstaat opnieuw een wachtprobleem, dat we juist dachten te hebben opgelost met het Startmotorkader.” 

 

Duidelijkheid van gemeenten
Ook lokale overheden kunnen helpen onzekerheden op te heffen, stelt Pepers. “Het is echt van belang dat gemeenten helderheid geven hoe ze de verduurzaming vormgeven in hun wijken. Als het eindplaatje is dat linksom of rechtsom in de wijk een warmtenet komt, dan is het goed om aan te geven wat het kost om direct mee te doen en eventueel later. Dat was 70 jaar geleden met het aansluiten op het aardgasnet ook het geval. Die duidelijkheid, die is hard nodig”, aldus Pepers.

 

Warmtenet Trendrappoort als informatiebron
Voor woningcorporaties is het daarom belangrijk zich zo veel mogelijk te informeren over warmtenetten. Het Nationaal Warmtenet Trendrapport 2021 helpt daar onder andere bij, stelt Pepers. “Er komt veel informatie op corporaties af en ze hebben geen tijd om dat allemaal te verwerken. Wij nemen het rapport daarom als input mee naar onze leden. Daarnaast wisselen we in het Warmtenetwerk ervaringen uit en geven hier aan welke ontwikkelingen we zien.”

 

Meer informatie:
· Het Nationaal Warmtenet Trendrapport 2021 is hier gratis digitaal te downloaden. Tegen een vergoeding van € 75,- is een hard copy exemplaar beschikbaar. Deze kunt u opvragen bij ons secretariaat (secretariaat@warmtenetwerk.nl) o.v.v. Hardcopy Nationaal Warmtenet Trendrapport 2021.
· Download hier het volledige persbericht over het Nationaal Warmtenet Trendrapport.
· Neem voor meer informatie, meer beeldmateriaal en interviewverzoeken contact op met Jacqueline Hoogervorst van Stichting Warmtenetwerk. Zij is bereikbaar via j.hoogervorst@warmtenetwerk.nl of 06 – 48 77 16 17.

Auteur:
Harmen Weijer

Lees ook onze andere berichten