BuurtWarmteWijzer heeft een route ontwikkeld om de kansrijkheid van verschillende aardgasvrije oplossingen te onderzoeken. Wat bijzonder is dat in het model bewonersvoorkeuren worden meegenomen. “Wij proberen om techniek, economie en die participatiekant helemaal te integreren”, legt Arnold Burger uit.
Twee woningen. Technisch hetzelfde, uit hetzelfde bouwjaar. De linker heeft een lucht-waterwarmtepomp als verwarmingssysteem. Wat heeft de rechter? Arnold Burger haalt het voorbeeld aan bij het begin van het webinar ter introductie van de BuurtWarmteWijzer, dinsdag 23 januari. BuurtWarmteWijzer is een initiatief van TheEarlybirds, opgericht door zijn dochter Eline Burger en hemzelf.
Het antwoord: in de rechterwoning woont een stel op leeftijd dat een gasketel heeft en weinig zin heeft om nog veel te investeren in hun woning. Moraal van het verhaal: ‘technisch hetzelfde’ betekent niet dat de bewoners hetzelfde zijn, of hetzelfde belangrijk vinden als het op de energietransitie aankomt.
Dat dit gedragen plannen maken in de praktijk lastig maakt, is geen nieuws. Zeker als het om collectieve oplossingen zoals een warmtenet gaat. BuurtWarmteWijzer is bedacht om daar handvatten voor te bieden. Om zo tot een breder gedragen plan voor een buurt of wijk te komen, met volop input van bewoners. Motto: ‘mijn huis, mijn buurt, mijn keus’. “Wij proberen om techniek, economie en die participatiekant helemaal te integreren”, legt Burger in aanloop naar het webinar uit aan Warmtenetwerk.nl.
In de basis is BuurtWarmteWijzer een stappenplan met handboek dat een werkgroep kan doorlopen. Die werkgroep kan bestaan uit een buurtinitiatief of een energiecoöperatie en medewerkers van de gemeente – zij vormen de voornaamste doelgroep van het initiatief.
COLONY
De onderlegger van de BuurtWarmteWijzer is een rekenmodel genaamd COLONY, dat TheEarlybirds eerder ontwikkelde. Hierin wordt op basis van openbare gegevens een 3D-model gemaakt van de wijk.
Het model rekent vervolgens per woning door welke aardgasvrije warmtecombinaties van warmtetechnieken en schil labelsprongen mogelijk zijn. Dat kan een hele lijst zijn: van tien tot soms zestig warmtecombinaties. Het model toont voor iedere woning per combinatie de investering, maandlasten, CO2-uitstoot en pieken op het elektriciteitsnet. In het model kan je ook spelen met allerlei parameters, denk aan bijvoorbeeld het verhogen van de prijs van elektriciteit, warmte of gas. “Zo kun je toetsen hoe robuust zo’n warmteverkenning is”, zegt Burger.
App voor bewoner
Na het ontwikkelen van dit model zagen de initiatiefnemers evenwel twee hiaten: (1) publieke data komt voor een groot gedeelte niet overeen met de werkelijkheid en (2) een model als dit biedt geen inzicht in wat bewoners zelf belangrijk vinden en hoe ze hun woning gebruiken. Burger: “Sommige bewoners willen de laagste maandlasten, anderen de meest duurzame oplossing, weer anderen willen gewoonweg geen gedoe.”
Als onderdeel van BuurtWarmteWijzer is daarom in samenwerking met onder meer gedragswetenschappers van TNO, communicatieadviseurs van VONC communicatie en app-bouwer Ediso een app ontwikkeld. Bewoners worden uitgenodigd om in die app hun specifieke situatie waar nodig te corrigeren en aan te vullen. Daarvoor krijgen ze informatie terug, die hen meer leert over hun eigen woning en waar de besparingskansen liggen.
Dynamiek
Dit alles leidt tot een gedetailleerd data-model van de wijk, waar de werkgroep mee aan de slag kan. Burger: “Het geeft inzicht in de dynamiek in de buurt. Waar liggen de mogelijkheden en onmogelijkheden en waar zit de weerstand? Of: waar moet je nog eens met de bakfiets met koffie gaan staan, omdat er weinig respons komt?”
Een model waarin bewonersvoorkeuren zijn meegenomen maakt een hoop duidelijk, ook voor die bewoners zélf. Burger: “Als veel mensen kiezen voor individuele all electric oplossingen, dan wordt in het model zichtbaar of het elektriciteitsnet dat wel of niet aankan. Als een netbeheerder vervolgens aangeeft dat verzwaring vijf tot tien jaar gaat duren, dan geeft dat bewoners het inzicht dat een warmtenet misschien toch een betere optie is voor de wijk.”
Zo gingen bij een pilot in Zoeterwoude ook enkele stemmen in de wijk naar een oplossing met waterstof. “Dat hebben we doorgerekend. Het was voor 6 van de 900 woningen een interessante optie. Iedereen snapt vervolgens dat je niet voor 6 woningen een heel gasnet in de grond kan laten leggen. Op deze manier kan je onderbouwd laten zien wat de zin en onzin van verschillende aardgasvrije oplossingen is voor een buurt of wijk.”
Kansrijk warmtenet
Na het introductiewebinar staat voor dinsdag 6 februari een webinar specifiek gericht op het onderzoeken van een mogelijk op de agenda.
Daarbij worden individuele oplossingen vergeleken met verschillende typen warmtenetten, geeft Burger als voorproefje. “Stel: je kijkt naar de laagste maandlasten voor de bewoner en daar komt uit dat dit bijvoorbeeld een lucht-waterwarmtepomp is in combinatie met een schillabel B. Dan kan je dat vertalen naar een aansluiting op een warmtenet en weet je wat de concurrerende warmteprijs zou moeten zijn. Die prijs is voor iedere woning verschillend. In het model kan je dan fictief voor de buurt beginnen met een hoge warmteprijs en zien wie dan aansluit en wie niet. Verlaag je die warmteprijs stapsgewijs, dan zullen steeds meer bewoners aansluiten. Bij een warmteprijs van nul wil iedereen wel aansluiten. Daar tussenin zit een optimum, waar het meeste geld wordt gegenereerd uit het warmtenet. Het model maakt dit punt inzichtelijk. Daarmee kan je als werkgroep naar een warmteleverancier stappen.”
COLONY heeft ook een exportfunctie naar ontwerpsoftwarepakketten COMSOF en GSD heat voor warmtenetten, zodat de warmteleverancier of een energiecoöperatie zijn engineering kan doen. De leidingen worden hier automatisch ingetekend voor de aansluitingen vanuit de buurt en de kosten van het leidingnetwerk worden bepaald. “En dan heb je nog een vollediger beeld van de businesscase.”
Blijkt een warmtenet een kansrijke optie, dan kan de werkgroep weer verder en met een concreet aanbod richting bewoners. “Zo werk je democratisch naar een plan toe dat wordt gedragen door de wijk.”
Meer informatie:
Auteur:
Paul Diersen
Paul Diersen