Ministeries EZK en BZK scheppen noodzakelijke randvoorwaarden warmtetransitie

Geplaatst op 25-06-2024 door Stichting Warmtenetwerk

De ministeries van Binnenlandse Zaken (BZK) en Economische Zaken en Klimaat (EZK) scheppen de noodzakelijke randvoorwaarden voor de warmtetransitie. Met name op het gebied van wet- en regelgeving zijn recent een aantal belangrijke nieuwe instrumenten in ontwikkeling die het makkelijker moeten maken om woningen op warmtenetten aan te sluiten. De instrumenten moeten warmtenetten betaalbaarder maken voor eindgebruikers en dat is een belangrijke succesfactor in de warmtetransitie.

 

“Warmtenetten zijn een belangrijke optie als het gaat om verwarmen zonder CO2-uitstoot. Maar dan moeten die netten wel verduurzaamd worden, want nu wordt er nog veel aardgas voor gebruikt.” Aan het woord is Anne Melchers, clustermanager collectieve warmte van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ook waarnemend directeur Bouwen en Energie Jan van Beuningen van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) benadrukt het belang van het terugdringen van CO2-uitstoot. “We hebben als ministerie de opgave om de gebouwde omgeving CO2-vrij te maken in 2050. En we zijn goed op weg als je kijkt naar de cijfers. We komen van 30 megaton CO2-uitstoot in 1990, zaten nog op 30 megaton in 2010 en in 2022 was het 19,6 megaton. In 2030 moet het 13,2 megaton zijn.” Het programma Verduurzaming Gebouwde Omgeving draagt daaraan bij, zegt Van Beuningen. “Daarin staat het beleid om voor 2030 2,5 miljoen woningen te isoleren, en 1 miljoen (hybride) warmtepompen te plaatsen. Ook warmtenetten kunnen een bijdrage leveren, daarom hebben we afgesproken om 500.000 woningen extra aan te sluiten voor 2030.”

 

Collectieve spoor blijft achter
Het individuele spoor – isoleren van woningen op natuurlijke momenten en het installeren van warmtepompen – gaat goed, maar het collectieve spoor blijft achter, bevestigt Van Beuningen. “Gemeenten hebben de afgelopen jaren veel ingezet op de bestrijding van energiearmoede en isolatie. Maar collectieve warmte is heel belangrijk, omdat het op verschillende plekken de goedkoopste maatschappelijke oplossing is. Daarnaast helpt het om de elektriciteitsnetten te ontlasten, gezien de netcongestie niet onbelangrijk. En we moeten meer bronnen ontsluiten dan alleen wind en zon. Aquathermie en geothermie moeten bijvoorbeeld ook meegenomen kunnen worden in de duurzame bronnenmix.”

 

Instrumenten
Een aantal instrumenten moet ervoor zorgen dat het tempo van warmtenetaansluitingen omhoog gaat, zegt Van Beuningen. “Het is zo dat alle randvoorwaarden op orde moeten zijn om het vollooprisico bij warmtenetten te kunnen beperken. De Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) is daarvoor heel belangrijk.” Dat vindt ook Melchers. “Als de Wgiw ingevoerd is, kunnen gemeenten echt knopen doorhakken over waar het aardgas afgesloten kan worden. Dat geeft duidelijkheid en gaat de warmtetransitie echt enorm helpen.” Daarnaast zijn er aanpassingen gedaan aan de SDE++, zegt Van Beuningen. “Het wordt daardoor makkelijker om subsidie aan te vragen voor minder kostenefficiënte bronnen zoals geo- en aquathermie. En de ISDE-subsidie is nu ook aan te vragen voor de aansluiting op warmtenetten, zodat deze kosten verder verlaagd kunnen worden.”

 

 

Planning herijken
Een tweede belangrijke wet voor het stimuleren van de warmtetransitie is de Wet collectieve warmte (Wcw), zegt Melchers. “Hierin wordt de stap gemaakt naar warmtebedrijven met een publiek meerderheidsbelang. Dat wordt gerealiseerd naar aanleiding van een signaal van gemeenten. Zij willen beter kunnen sturen op wat nodig is in de warmtetransitie. De geplande inwerkingtreding van de wet is nog 1 januari 2025. We weten dat iedereen erop zit te wachten, maar de wet moet ook in de praktijk werkbaar zijn. Zodra we het advies van de Raad van State binnen hebben, zullen we planning herijken.”

 

Samenwerken
Voor het stimuleren van warmtenetten in de gebouwde omgeving werken de ministeries van EZK en BZK nauw samen, zegt Van Beuningen. “De beide ministeries hebben veel contact om de warmtetransitie goed vorm te kunnen geven. EZK gaat daarbij vooral over de bronnen en infrastructuur tot de woningen. Bij BZK gaat het meer over de aansluitingen in de woning zelf.” Als het gaat over betaalbaarheid van warmtenetten, heeft EZK een belangrijke rol, zegt Melchers. “Het blijft een complexe opgave om ieder huishouden bij de laagst mogelijke maatschappelijke kosten van het gas af te krijgen. We bepalen welke subsidies beschikbaar gemaakt worden. Zo is sinds vorig jaar de Warmtenet Investeringssubsidie (WIS) in het leven geroepen die het gat in de businesscase voor veel warmtenetten moet dichten.”

 

Publieke realisatiekracht
De samenwerking met de warmtesector omschrijft Melchers als constructief. “Ik begrijp goed dat de warmtebedrijven naar de toekomst kijken en zich afvragen wat hun rol is. Voor hen zijn de nieuwe ontwikkelingen spannend. En desondanks werken we constructief met ze samen. De warmtebedrijven maken zich bijvoorbeeld zorgen over de publieke realisatiekracht. Veel gemeenten hebben weinig ervaring met warmtenetten. Daarom praten we bijvoorbeeld met Energie Nederland over een goede overdrachtsregeling, en met de VNG over een waarborgfonds en nationale deelneming.” 

 

Betaalbaarheid meest urgent
Een van de grotere issues in het warmtetransitie-beleid is betaalbaarheid. Melchers: “Daar blijven we mee bezig en het is wat ons betreft ook het meest urgente probleem. Hoe komt het bijvoorbeeld dat sommige warmtenetten duurder zijn dan andere? En wat zijn redelijke tarieven? We verwachten dat de Wcw verbetering gaat brengen. Gemeenten stellen dan warmtekavels vast en partijen kunnen daarop inschrijven met een transparant businessmodel en een beperkt winstoogmerk. Dat gaat helpen om te zorgen voor eerlijke tarieven. Nu zijn de warmtetarieven voor velen ondoorzichtig en we beschikken we over te weinig data.”

 

Kosten warmtenetten niet gesocialiseerd
Van Beuningen benadrukt dat warmtenetten een goede oplossing zijn op die plekken waar ze ook het goedkoopst zijn. “Nu is nog het probleem dat deze lage maatschappelijke kosten nog niet altijd bij de eindgebruiker terecht komen. Dat heeft er ook mee te maken dat de kosten voor het aanleggen niet gesocialiseerd zijn, maar terecht komen bij de eindgebruiker. De WIS kan hier verandering in brengen en is mijn ogen dan ook niet per se een subsidie, maar eerder een manier om de aanleg van warmtenetten te socialiseren via de begroting. Warmte gaat pas echt lopen als het ook echt de goedkoopste oplossing is voor de huishoudens.”

 

 

Duidelijkheid bieden
De kans dat warmtenetten voorbijgestreefd worden door individuele oplossingen zoals warmtepompen, acht Van Beuningen klein. “All electric neemt nu een voorsprong in sommige gebieden, maar dat zijn vaak niet de plekken waar aan een warmtenet gedacht wordt.” Gemeenten kunnen inwoners bovendien helpen met keuzes, zegt Melchers. “In Den Haag hebben ze een postcodechecker waar iedereen kan zien wat er in de toekomst met hun wijk gaat gebeuren. Het is belangrijk om aan je burgers deze duidelijkheid te kunnen bieden.” 

 

Innovaties en ontwikkelingen
In de warmtetransitie spelen ook innovaties, zegt Melchers. “Zeer lage temperatuurnetten zijn nog relatief nieuw en daarnaast wordt koudelevering steeds belangrijker. Daarin kunnen we nu stappen maken. Ik kijk met grote interesse naar de ontwikkelingen in de toekomst.” Een andere ontwikkeling is de energiecoöperatie, ofwel de warmtegemeenschap, die een rol kan pakken als warmteleverancier. Melchers: “Daar ben ik erg benieuwd naar. Het is complex om als groep burgers een warmtenetwerk te ontwikkelen. Maar ik heb voorheen in de windenergie gewerkt en daarbij leek het in het begin ook heel ingewikkeld om energiecoöperaties te laten deelnemen, maar dat heeft uiteindelijk heel goed uitgepakt.”

 

Goede sparringpartner
Stichting Warmtenetwerk levert volgens Melchers een positieve bijdrage aan het debat in de warmtesector. “Het is organisatie met een brede scope in de warmtesector. Omdat het geen lobbyclub is, zien we ze als een goede sparringpartner. We hebben veel waardevolle gesprekken gehad met de mensen uit het netwerk, waarbij we open communiceren over de uitdagen waar we samen voor staan.”

 

Meer informatie:

Auteur:
Joop van Vlerken

Lees ook onze andere berichten