Verschillende politieke partijen willen een geldigheidsduur voor warmtelevering in een bepaald gebied. VVD, GroenLinks en D66 willen dat die bepaling wordt opgenomen in de Warmtewet 2, waarbij een termijn wordt afgesproken voor het aflopen van de warmtelevering. Dat bleek tijdens het algemene overleg Klimaat en Energie op 11 maart.
De politieke partijen willen dat na een vooraf bepaalde periode het alleenrecht voor een bedrijf op warmtelevering stopt. Na die periode zouden ook andere bedrijven mee kunnen dingen naar de warmtelevering in een bepaald gebied. Gemeenten zouden in de Warmtewet 2 de mogelijkheid krijgen om de geldigheidsduur voor warmtelevering in een bepaald gebied te bepalen. Hoe de maatregel er precies uit zou moeten zien, is nog niet bekend. Minister Wiebes van EZK wil het idee voor het beperken van de termijn voor warmtelevering meenemen in de presentatie van de Warmtewet 2. Binnenkort overlegt hij hierover met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De resultaten van dit overleg deelt hij met de Tweede Kamer.
Grote rol warmtebedrijven
In de Warmtewet 2 worden randvoorwaarden opgenomen om de publieke belangen zoals betaalbaarheid en duurzaamheid van warmtenetten te borgen. Warmtenetten gaan een grotere rol spelen in de Nederlandse energievoorziening, als alternatief voor het verwarmen met aardgas. Dat is afgesproken in het Klimaatakkoord. Professionele warmtebedrijven spelen een grote rol in deze transitie, omdat zij ervaring hebben met het efficiënt aanleggen van warmtenetten. Om de aanleg en exploitatie van warmtenetten voor deze bedrijven rendabel te houden, is het risicovol om warmtenetten open te stellen voor meerdere leveranciers. Als ook andere partijen zouden mogen leveren, zou het langer duren voordat een warmtebedrijf zijn investering in een warmtenet heeft terugverdiend. Daarom willen de politieke partijen GroenLinks, VVD en D66 graag onderzoeken of het mogelijk is een termijn af te spreken voor het aflopen van de warmtelevering door één bedrijf. Na die termijn zouden dan eventueel andere bedrijven de warmtelevering in het gebied voort kunnen zetten.
Forse investeringen
Warmtebedrijven investeren fors in nieuwe warmtenetten. Om die investering terug te verdienen, is het noodzakelijk om de risico’s zoveel mogelijk te beperken. Een open net aan de vraagzijde wordt in de regel door de bedrijven als te risicovol ervaren. De haalbaarheid van een open net aan de bronzijde wordt door partijen op verschillende plekken in Nederland onderzocht. De verwachting is dat dit type open warmtenetten, waarbij het mogelijk is om duurzame bronnen toe te voegen, binnen afzienbare tijd van de grond komen. Ook elders in de wereld is een open warmtenet aan de vraagzijde ongebruikelijk. Zelfs in Denemarken, dat vaak als voorbeeldland wordt genoemd, hebben warmtenetten aan de vraagzijde één aanbieder. Een open leveranciersmodel zoals dat bij elektriciteits- en gasnetwerken gebruikelijk is, lijkt daarom niet bij de bij de huidige warmtemarkt te passen.
Auteur:
Joop van Vlerken
Joop van Vlerken