Warmteopslag: zendingswerk en best practices nodig

Geplaatst op 25-04-2024 door Stichting Warmtenetwerk

Er is steeds meer aandacht voor warmteopslag, maar grootschalige marktimplementatie staat nog in de kinderschoenen. Dat is een conclusie die Ruud Cuypers (TNO) noemt bij de presentatie van de vernieuwde Innovatieroadmap warmteopslag. 

 

In het webinar Innovatieroadmap warmteopslag noemt hij ook dat er snelle structurele acties nodig zijn om warmteopslag een stap verder te brengen. Dat gaat over investeringen in verschillende opslagtechnieken, het versterken van internationale samenwerking op lange termijn en het aangeven van de grenzen, oftewel warmteopslag een plek geven in de regelgeving en standaarden. 

“Deze roadmap biedt daar hopelijk een eerste stap voor”, zegt Cuypers, die samenwerkte met een groot aantal belanghebbenden bij de totstandkoming ervan. Niettemin ziet hij graag nog meer samenwerking. “Ik zou willen pleiten voor nog meer communityvorming en het delen van resultaten en best practices op dat vlak.”

De eerste editie van de Innovatieroadmap warmteopslag komt uit 2016 en was niet meer actueel (er zijn inmiddels meer smaken in warmteopslag). De nieuwe versie verschijnt dit kwartaal bij TKI Urban Energy, samen met RVO de opdrachtgever. Doel is onder meer om te komen tot een breed gedragen gezamenlijke beeldvorming van de stand der techniek en een innovatieagenda, én input te leveren aan de Routekaart Energieopslag van het Ministerie van EZK.

 

Europees perspectief
Al eerder in het webinar presenteert Wim van Helden (Renewable Heat) de resultaten van een onderzoek (ook in opdracht van RVO en TKI Urban Energy) naar de internationale stand van zaken. Waar is Nederland nu goed in en waar is de rest van Europa mee bezig op het vlak van warmteopslag? Van Helden verzamelde input onder meer door middel van enquêtes onder buitenlandse experts. 

Nederland loopt vooral voorop in aquifers ofwel ATES (daaronder vallen de wko’s, waarvan we méér dan 1000 installaties hebben), TCM (thermochemische warmteopslag) en ijzer redox. “Dat is een goede opsteker.”

Van alle opslagtechnologieën – Van Helden en ook de Innovatieroadmap onderscheiden er zeven – is ATES al een gevestigde industrie. “Dat maakt dat Nederland een goede springplankpositie heeft, om niet alleen kennis maar ook bedrijvigheid te exporteren.”

Internationaal is ook kleinschalige opslagtechniek op basis van water al wijdverspreid, met name Denemarken en Duitsland lopen daarin voorop. De overige technieken zijn nog niet marktrijp. 

Aanbeveling voor centrale warmteopslagtechnieken is om kennis over PTES (Pit) en TTES (Tank) uit Denemarken en Duitsland te halen, omdat een groot deel van de Nederlandse markt geschikt is voor deze technologieën. 

Het zou – in antwoord op een kijkersvraag – dus goed zijn om te buurten in het buitenland, zegt Van Helden. Via excursies kunnen beslissers en beleidsmakers dan zien hoe warmteopslag in de praktijk uitpakt.

 

Warmtenetten verduurzamen
Zendingswerk is er ook nodig richting warmtenetten, ziet Robert-Jan van Egmond (TKI Urban Energy). “In de warmtenetten zie je dat er voor de pieklast vaak nog niet naar opslag wordt gekeken.”

Van Helden ziet er grote kansen voor. “Het Deense idee wordt nu langzaam uitgerold over Midden-Europa. Vooral naar die landen waar al een sterke infrastructuur is voor warmtenetwerken. Die infrastructuur is in Nederland nog niet zo sterk. Kijk je naar Oostenrijk, waar 60% van de warmte wordt verkocht via warmtenetten, dan je zie sterk de noodzaak om het warmtenetwerk te flexibiliseren en het duurzaam aandeel te vergroten. En als je een groot aandeel duurzame energie wil hebben in je warmtenet, dan ontkom je er niet aan om ook een goede warmteopslag te hebben. Daarom denk ik dat ook in Nederland deze warmteopslagtechnologieën opgang gaan doen.”

 

Meer informatie:

Auteur:
Paul Diersen

Lees ook onze andere berichten