Warmtewet 2 zet de markt op slot?

Geplaatst op 02-07-2020 door Stichting Warmtenetwerk

Wie ontwikkelt en beheert de warmtenetten? En vooral: waarom? Met Warmtewet 2 wil de minister van Economische Zaken warmtebedrijven integraal verantwoordelijk maken voor de gehele keten van warmtevoorziening. SEO & Ecorys, die in opdracht van Netbeheer Nederland onderzochten hoe warmtenetten kunnen bijdragen aan de transitie naar een duurzame warmtevoorziening, concludeerden dat warmtemarktbeleid juist méér ruimte moet laten voor verschillende marktmodellen, vooral als deze innovatie bevorderen. Wat is wijsheid?

 

David Peters, CTO Stedin en voorzitter van de Taskforce Warmte van Netbeheer Nederland, is bezorgd dat de voorgenomen regelgeving de ontwikkeling naar lagere temperatuur van de 4e en 5e generatie warmtenetten uitsluit.

 

Zet de markt niet op slot

“Sluit geen partijen uit. Dat is de belangrijkste oproep die ik aan de minister wil doen. Als warmtenetten, naast hybride warmtepompen, de meest voor de hand liggende oplossingen zijn voor verduurzaming van de gebouwde omgeving, dan moet je geen opties uitsluiten. En er dus voor zorgen dat zowel netwerkbedrijven als andere publieke en private bedrijven warmtenetwerken kunnen beheren. Dat is belangrijk omdat we voor het moment staan om de ontwikkeling van warmtenetten op te schalen. Volgens het Klimaatakkoord groeien we van 400.000 naar 1,2 miljoen aansluitingen op een warmtenet in 2030. Dat zijn 80.000 aansluitingen per jaar.

De minister redeneert vanuit bestaande warmtenetten, die werken op hoge temperaturen tot 100 graden. We verwachten dat die temperaturen dalen en daar is innovatie voor nodig. De voorgenomen regelgeving sluit ontwikkeling naar lagere temperatuur van de 4e en 5e generatie warmtenetten uit. Daarnaast is sociale innovatie nodig. We zijn voorstander van burgerparticipatie en coöperatieve inzet. Bovendien zijn de kosten voor aansluiting aan een warmtenet in Nederland hoger dan in omringende landen. Ook dat moet beter. We moeten dus werken aan technische innovatie, lagere kosten en meer draagvlak.

Zolang je samenwerkingsmodellen onmogelijk maakt, zet je de markt voor die innovaties op slot en netbeheerders buitenspel. De minister zou netwerkbedrijven in staat moeten stellen om een warmtenet te beheren of tenminste moeten regelen dat ze hiervoor kunnen samenwerken metandere bedrijven.

De afgelopen jaren zijn weinig warmtenetten aangelegd. Warmtenetten hebben niet zo’n goed imago, door gebrek aan transparantie, monopolieposities en privaat eigenaarschap. Om het vertrouwen van consumenten terug te winnen moet je daar wetgeving voor maken. Warmtenetbeheerders kunnen even transparant zijn over hun kosten en baten als beheerders van het elektriciteits- en gasnet.

Eén verantwoordelijke voor de gehele keten van het warmtenet zou nodig zijn om de leveringszekerheid te garanderen. Dat argument is onlangs nog glashelder weerlegd in een publicatie door Michelle de Rijke, advocate van Van der Feltz Advocaten. Voor warmtenetten moeten we nu de opschaling prikkelen, kostenefficiënt worden en meer draagvlak krijgen. Wij netbeheerders vinden het gek dat ons door de overheid de arm op de rug gedraaid wordt en we daar niet aan mogen meedoen. We hebben heel veel kennis van infrastructuur, van infrastructureel werk in bestaande bouw en van omgevingsmanagement. In onze keuzes proberen we altijd te denken vanuit het energiesysteem. Hoe houden we over het gehele systeem de kosten laag en de kwaliteit hoog?”

 

Erik Stronk, voorzitter Stichting Warmtenetwerk, het platform dat spelers uit de warmteketen aanzet tot samenwerking en uitwisselen van kennis en kunde wijst erop dat samenwerking tussen netbeheerders en warmtebedrijven van essentieel belang is.

 

Samenwerking ligt voor de hand

“Ik ben blij dat de onderzoekers constateren dat er straks meerdere modellen mogelijk moeten zijn. Zo kijken we er ook in de sector tegenaan. Een warmtenet is een lokaal ecosysteem waarin vraag en aanbod op elkaar zijn afgestemd, en juist daarin echt anders dan ons gas- en elektriciteitsnet. In Nederland hebben we maar twee of drie netten met meer dan 50.000 aansluitingen. Opsplitsen van die netten in het model dat we voor gas en elektriciteit hebben, is niet rendabel. Misschien kan dat bij netten van 100.000 of 500.000 aansluitingen, maar daar is de komende decennia in Nederland nog geen sprake van.

Bij een warmtenet voor de metropool Amsterdam of de metropool Rotterdam ligt het voor de hand om samenwerking te hebben tussen netbeheerders en warmtebedrijven die beiden een deel van de infrastructuur aanleggen en beheren. Maar dat is op zijn minst een integrale samenwerking met één verantwoordelijke partij voor de geïntegreerde keten. De marges bij de exploitatie van een warmtenet zijn zo beperkt, dat je een heel precieze afstemming moet inrichten tussen de warmtebron of bronnen, het transport over de leidingen en de vraag van de klanten. Alleen als je dat in één hand houdt kun je het goed managen, continuïteit en betaalbaarheid voor de klant borgen, en als leverancier een redelijk rendement behalen.

De beperkte schaal van warmtenetten zorgt er ook voor dat concurrentie op het warmtenet tussen meerdere warmteleveranciers niet werkt. Je kunt wel met partijen concurreren om een warmtekavel te bemachtigen en een warmtenet aan te kunnen leggen. Maar als je die kavel hebt verkregen, komt er in het warmtenet geen concurrentie bij. Dat past niet bij deze schaal.

De onderzoekers spreken overigens over marktfalen, daar ben ik het niet mee eens. Onduidelijkheid in de regelgeving zorgt ervoor dat er nu niet zo heel veel gebeurt. Er moet dus meer eenduidige regelgeving komen rond warmte, langetermijnstabiliteit rond de spelregels en helderheid over stimuleringsmaatregelen. In een gelijk speelveld komt marktwerking tot zijn recht.

Afgelopen decennia lag het initiatief voor de ontwikkeling van een warmtenet voornamelijk bij warmtebedrijven – volledig zelfstandig, geïntegreerd en als monopolist in een bepaalde regio. We zijn ervan overtuigd dat dat model niet het enige model is voor de toekomst. Om alle honderdduizenden aansluitingen de komende decennia te realiseren, zullen we met elkaar moeten samenwerken en nieuwe verbindingen aangaan. Gemeenten, provincies en alle stakeholders in de sector. Het is hierbij essentieel dat netbeheerders en warmtebedrijven niet tegenover elkaar staan, maar de handen ineenslaan om te bezien hoe ze dit samen gaan oplossen.”

Op de foto (v.l.n.r.):

  1. Erik Stronk, Stichting Warmtenetwerk
  2. David Peters, Stedin


Eerder verschenen in het kwartaalmagazine Net NL
Net NL gaat over alles wat samenhangt met de energievoorziening. Het magazine biedt inzicht in de activiteiten van de netbeheerders en de netbedrijven, de elektriciteits- en de gasnetten. Met ruimte voor achtergrondinformatie en opinie. Kortom: een blad waarin de lezer wordt meegenomen in de wereld van het energienet. Wilt u Net NL ook ontvangen? Mail dan uw naam en postadres aan communicatie@netbeheernederland.nl en u ontvangt elk kwartaal kosteloos het magazine.

Auteur:
Ron Elkerbout

Lees ook onze andere berichten