De provincie Gelderland ondersteunt haar partners bij de ontwikkeling van warmtenetten met kennis en financiële middelen. Maar de resultaten, het aantal huizen dat is aangesloten op een warmtenet, blijven achter bij de doelstelling. Dat blijkt uit het onderzoek van de Rekenkamer Oost-Nederland naar de inzet van de provincie op warmtenetten.
De inzet richt zich op dit moment grotendeels op de voorbereidende fase en brengt relatief weinig risico’s met zich mee. Gedeputeerde Staten (GS) zien warmtenetten als een manier om de energietransitie een extra impuls te geven. Dit vraagt om keuzes, zo stelt de Rekenkamer Oost-Nederland. GS onderzoeken een grotere rol bij warmtenetten, die ook meer risico’s met zich meebrengt en een meer gestructureerde aanpak vraagt dan nu het geval is.
Energietransitie
Voor de provincie Gelderland zijn warmtenetten belangrijk om haar doelen voor de energietransitie te realiseren. Voor het realiseren van deze doelen is de provincie ook afhankelijk van anderen, omdat bij warmtenetten veel verschillende partijen betrokken zijn. Dat is een van de redenen voor de Rekenkamer Oost-Nederland om de inzet van warmtenetten door de provincie Gelderland te onderzoeken.
“De provincie heeft een rol als facilitator, aanjager en financier”, zo stelt het rapport. “De inzet op warmtenetten vindt met name plaats in de fase waarin onderzocht wordt of een warmtenet een haalbare optie is. Het aantal gerealiseerde aansluitingen op warmtenetten in Gelderland blijft echter nog achter bij de doelstelling van de provincie: in Gelderland moeten 8.000 tot 10.000 woningen per jaar overschakelen op een warmtenet, de teller staat nu op een paar honderd aansluitingen per jaar.”
Twee warmtenetten
Het rapport laat verder zien dat voor vijf projecten is besloten provinciaal geld te investeren in het realiseren van een warmtenet. Twee warmtenetten zijn inmiddels daadwerkelijk opgezet: het warmtenet in Ede en Waalsprong Nijmegen. Voor twee andere warmtenetten heeft de provincie besloten bij te dragen, maar is de realisatie dan wel businesscase nog in ontwikkeling. Het gaat om respectievelijk Arnhem, Vredenburg/Kronenburg, dat gepland staat om in 2026 opgeleverd te worden; en om Nijmegen Dukenburg. Eén project – Noordtak-Arnhem – is uiteindelijk niet doorgegaan, omdat de businesscase niet rondkwam.
Complex
Dat de doelstelling niet gehaald wordt, komt mede doordat het realiseren van warmtenetten erg complex is. “Het is met name bij bestaande bouw lastig om de businesscase van een warmtenet rond te krijgen. Tegelijkertijd zien GS van Gelderland warmtenetten in het nieuwe beleid als een manier om de energietransitie een extra impuls te geven. Dit vraagt om keuzes, aangezien de huidige aanpak niet het beoogde resultaat oplevert. Met de huidige inzet op warmtenetten zijn de financiële risico’s weliswaar relatief beperkt, maar lijken de provinciale ambities ook niet realistisch. En als de realisatie van warmtenetten niet slaagt, betekent dat dat de provincie haar energiedoelen op een andere manier moet behalen.”
Financiële risico’s
Om meer aansluitingen te realiseren bekijkt de provincie of een Gelders Warmtebedrijf kan worden opgericht. Op dit moment verkent de provincie samen met zeven gemeenten en netbeheerders Alliander/Firan de oprichting van een dergelijk warmtebedrijf.
Als de provincie hiervoor kiest, betekent dat wel dat de financiële risico’s toenemen. “Dit vraagt om een expliciete afweging welke rol warmtenetten krijgen binnen de energietransitie, welke inzet de provincie daarop pleegt en welke risico’s daarbij acceptabel zijn”, aldus de Rekenkamer Oost-Nederland.
In een reactie laat Gedeputeerde Staten weten dat het haalbaarheidsonderzoek naar een Gelders Warmte Infra Bedrijf dit voorjaar 2021 plaatsvindt. “De realisatiefase vindt op zijn vroegst in het najaar van 2021 plaats”, aldus GS.
Auteur:
Harmen Weijer
Harmen Weijer