Bestaande woningen in Heindijk aansluiten op warmtenet

Geplaatst op 20-01-2023 door Stichting Warmtenetwerk

112 woningen in de Rotterdamse wijk Heindijk worden momenteel aangesloten op het warmtenet van Vattenfall. Dat is geen sinecure, omdat het in veel gevallen om particulier bezit gaat. Dat betekent dat bijna elke woning maatwerk vereist en dat bewoners niet verplicht zijn om mee te doen met de warmtenetaansluiting. De eerste appartementen zijn eind 2022 al aangesloten en de rest van de woningen volgt in 2023 en 2024.

 

“We hebben net de werkzaamheden afgerond voor het aansluiten van drielaagsappartementen in portiekflats aan de westkant van Heindijk.” Aan het woord is Bas Kool, projectmanager bij Vattenfall. Hij vertelt dat voor de wijk Heindijk eerst een hoofdnet is aangelegd. “We hebben daarbij aangesloten op de rioolwerkzaamheden in de wijk. Omdat wij sneller gaan dan de aanleg van het riool, zijn we wat later gestart, om zo achter de rioolwerkzaamheden aan te gaan. Daarna kan de gemeente de straat dan weer tijdelijk dicht maken. Het warmtenet voor de hele wijk ligt nu in de grond, behalve de aansluitleidingen. Na het aanbrengen van de aansluitleidingen zal de gemeente de wijk nieuw inrichten met bestrating en groenvoorzieningen.”

 

 

Rozenburg
De warmte voor het warmtenet wordt gemaakt bij de afvalcentrale in Rozenburg en maakt de aangesloten woningen aardgasvrij. In 2013 al werd de hoofdleiding voor het warmtenet in dit gedeelte van Rotterdam aangelegd. “Dat is eigenlijk de aorta voor het warmtenet. Deze loopt vanaf de afvalcentrale naar Hoogvliet, Rotterdam-Zuid en het Maasstad Ziekenhuis. Daar is de leiding voor het warmtenet in Heindijk op aangesloten.”

 

Appartementen
In de laatste maanden van 2022 heeft Vattenfall 27 appartementen in Heindijk West aangesloten, vertelt Kool. “We beginnen dan bij de portiek. Vanuit de hoofdleiding maken we een sleuf naar de portiek en maken een stukje leiding kaal, waarop we een roestvrijstalen flex-leiding lassen die naar het gebouw gaat. Vervolgens maakt een aannemer de stijgleidingen in het gebouw en de afleversets. Als we dan de kraan open zetten heeft de bewoner warmte. We sluiten drie appartementen in ongeveer tien dagen aan.”

 

Eenvoudig
Dat klinkt eenvoudig, maar dat is niet het helemaal, licht Kool toe. “In deze appartementen zit een stijgkast waar de leiding doorheen moet, maar daar liggen ook de waterleidingen en de leidingen voor de cv-ketel met de rookgasafvoer.” Wat het hier extra ingewikkeld maakt, is dat maar 27 van de 85 appartementen meedoen met de aansluiting op het warmtenet, legt hij uit. “Maar we moeten toch in die woningen zijn om de stijgleidingen te maken. Daar is een omgevingsmanager van de gemeente en Vattenfall lang mee bezig geweest, maar het is wel gelukt. Het was een hoop puzzelwerk, maar uiteindelijk zijn we tevreden.”

 

Kostenaspect
In de flats die zijn aangepakt zaten naast huurders van een vastgoedbeheerder ook particuliere eigenaren, vertelt Kool. “Zij konden zelf kiezen of ze mee wilden of niet. In 2027 krijgen ze opnieuw een kans om aan te sluiten op het warmtenet en in 2030 nog een laatste keer.” De reden waarom veel mensen niet mee willen doen, is volgens Kool toch het kostenaspect. “Het project wordt echt goed gesubsidieerd, maar er wordt toch een eigen bijdrage van 1500 euro per aansluiting gevraagd. Dat is voor sommige mensen te veel. Vanuit de gemeente wordt hiervoor zelfs een renteloze lening verstrekt, maar zelfs daar hadden veel mensen geen trek in.”

 

 

Grondgebonden woningen
De volgende opgave is het aansluiten van 28 eengezinswoningen in de wijk, vertelt Kool. “We gaan nu verder met grondgebonden woningen in de wijk, bestaande uit drie woningtypen. De aansluiting hiervan verloopt in grote lijnen hetzelfde als voor de appartementen. We graven een sleuf door de voortuin. Deze wordt later weer hersteld. En we brengen de aansluiting naar binnen met behulp van een flexibele rvs-leiding. De installateur zorgt dan voor de binneninstallatie. Dat is nog wel een flinke ingreep in deze woningen, omdat de cv-installatie op zolder staat en de afleverset bij de voordeur komt te hangen.” Per woning kost het Vattenfall ongeveer vijf dagen voor de aansluiting. Van de 46 eengezinswoningen in Heindijk West worden er nu 28 aangesloten.

 

 

Woonbron
Tevens in de westzijde van de wijk zijn de vier complexen ( totaal 265 appartementen) van woningcorporatie Woonbron in de wijk aangesloten op het warmtenet. Hiervoor realiseert Vattenfall een collectieve aansluiting met vier afleverstations, voor elk complex een. Na Heindijk West volgt het oostelijke gedeelte van de wijk, dat omstreeks 2007 gebouwd is. Het gaat daar om tien herenwoningen waarvan er vijf meegaan, twaalf kwadrantwoningen waarvan er zes meegaan en 50 Appartementen waarvan er 46 meegaan.

 

Samenwerking
De samenwerking met de gemeente Rotterdam verloopt goed, vindt Kool. “Tot nu toe hebben we de knelpunten goed kunnen oplossen. Goede communicatie is gewoon heel belangrijk. We hebben regelmatig voortgangsoverleg. Als je open en eerlijk communiceert, kunnen problemen meestal eenvoudig worden opgelost.” De gemeente Rotterdam heeft een centrale rol in de warmtetransitie, beaamt Kool. “Ze hebben een aantal pilotwijken aangewezen, waaronder ook Heindijk. Dat was voor ons wel even spannend omdat we niet eerder wijken met particulier bestaand bezit hadden aangesloten. Maar de bewoners zijn door de gemeente en Vattenfall goed meegenomen in het verhaal.”

 

Elke woning anders
Kool is duidelijk over wat er beter kan. “Eigenlijk moet iedereen meedoen om de aanleg een beetje rendabel te maken. We maken nu heel veel kosten voor de aansluiting terwijl niet iedereen meegaat en we misschien nog twee keer moeten terugkomen. Dan heb je de hele installatie drie keer in je handen. Als iedereen meegaat, is het ontwerpen ook makkelijker.” En een belangrijke les die die Kool wil meegeven is: “Elke woning is anders en dat geldt zeker voor koopwoningen. De indeling kan sterk variëren en dat heeft gevolgen voor de aansluiting. De tuin moet vaak open en de gasleidingen moeten verwijderd worden, inclusief de gasmeter.”

 

Auteur:
Joop van Vlerken

Lees ook onze andere berichten