Dag 1 studiereis: perspectief vanuit gemeente Almere

Geplaatst op 11-10-2018 door Stichting Warmtenetwerk

Deze blog is geschreven door Anne Marie van Osch, Projectmanager Duurzame Energie bij de Gemeente Almere. Sinds kort is zij ook bestuurslid van Stichting Warmtenetwerk. Voor haar eerste blog over de studiereis met samenvattende conclusie, klik hier.

4 oktober 2018

Om 8 uur vertrok onze grote blauwe bus met chauffeur Oele aan het stuur. In de bus bleek onze gastheer Morten Duedahl van de Danish Board for District Heating al aanwezig. De DBDH is onze zusterorganisatie in Denemarken, een 30 jaar oudere zuster. Aangekomen bij de locatie van Gentofte kregen we in een razendtempo een korte levensbeschrijving van de stadswarmte in Denemarken.

Morten nodigde ons van harte uit voor het stellen van vragen met de stelling: “Als je morgen niet alle antwoorden hebt, dan heb je niet de goede vraag gesteld”… Dat is een uitdaging.

De Deense stadswarmte blijkt al uit 1880 te stammen. In die tijd werd de warmte geleverd door Britse kolen.

De grote wake-up call was in 1973. Op het moment van de oliecrisis was Denemarken voor 92% afhankelijk van olie en gas uit het buitenland.

Toen de prijzen weer daalden, heeft de overheid besloten deze prijzen kunstmatig hoog te houden. Dat betekende dat daardoor het gas de slag verloor in de business case. Of liever gezegd: hoe de investeringen in het warmtenet opeens wel rendabel werden in de gasvergelijking. Meerdere keren leggen onze gastheren uit hoe de Deense politici hen heel goed helpen om verstandige keuzen te maken.

Ik werd er bijna jaloers van. De afgelopen jaren van mijn leven heb ik talloze discussies gevoerd in de zin van ‘ja, heel goed, heel duurzaam, maar het mag niet meer kosten dan gas’. Nou, maak dat gas dan duurder. Het is een kwestie van geduld.

Het gevolg van deze vooruitziende blik is dat Kopenhagen nu voor 98% aangesloten is, en heel Denemarken op 64%.

De vraag over hoe duurzaam werd beantwoord met ‘biomassa’. Morten stelde voor de discussie over de tegenstelling tussen biomassa en duurzaam vooral uit te stellen tot de volgende dag. Dus dat hebben we braaf gedaan. De volgende dag dus.

We wilden natuurlijk graag weten hoe omgegaan werd met klagers. Net zoals in elke democratische staat kunnen burgers diverse middelen gebruiken zoals bij ons de ACM om hun beklag te doen. Morten merkte op dat deze klagers via de complaincourts vanzelf in de toezichthoudende boards belandden.

Voor de financiering wordt gebruikgemaakt van een combinatie van vaste en variabele kosten. Bij eerste aansluiting in een wijk is er geen BAK, maar de spijtoptanten in een later stadium betalen deze wel.

Susana Paardekoper (ja, inderdaad Nederlandse zoals haar naam al verraadt) heeft ons daarna meegenomen in een geweldig EU-project. Ze werkt aan de Heat Roadmap Europe. In meerdere tranches brengt dit project in beeld welke geintegreerde strategieën nodig zijn. Ik ga haar links zeker nog uitgebreid bestuderen. Het valt me namelijk vaak op dat er behoorlijk monodimensionaal gezocht wordt naar oplossingen. Waardoor er fanatici opstaan die met veel vuur 1 techniek of oplossing verdedigen, alsof one-size fits all. Er is noodzaak voor een mix waarin je alle ruimtelijke aspecten meeneemt.

Uit dit onderzoek komen ook intrigerende feiten. Voorbeeld was Karlsruhe waar de restwarmte van 1 bedrijf zo groot is, dat het zelfs rendabel zou zijn om een warmteleiding daarvandaan naar Nederland te leggen. Ik vermoed ernstig dat dit het bedrijf is dat mijn kookplaat thuis geleverd heeft.

Er is nu een enorm momentum, dus die kans moeten we optimaal benutten. Zie ook https://heatroadmap.eu/   

Birger Lauersen start met de trieste feiten van warmte. Door de omzetting van de olieraffinage, het transport verliezen we maar liefst 53%. In welke bedrijf vinden we een verlies van 53% acceptabel? Vervolgens importeren we dit percentage. Dus we importeren zodat we het kunnen verliezen.

Met alle feiten in de achterzak heeft Denemarken zich sterk gemaakt om dit punt geagendeeerd te krijgen bij de EU-verkiezingen. Ook hij beklemtoont dat de politici hen helpen om de goede beslissingen te nemen. Maar daar staat tegenover, zo wordt me duidelijk, dat zij op hun beurt zorgen dat de politici ook de inhoud hebben om die wetten op de goede manier op te stellen.

Precies de reden waarom ik ja heb gezegd om bestuurslid te worden. Onze politici moeten weten welke consequenties bepaalde keuzen hebben. Dan alleen kunnen ze gefundeerd beslissingen nemen en wetten aanpassen. Daarvoor moeten ze de informatie van het hele veld hebben.

Johan Heinesen gaat vervolgens dieper in op de aantallen, de kilometers en MWh’s vliegen om ons de oren.

De kern van de aanpak blijkt te zijn: de gemeente neemt het voortouw in de planning. De bedrijven zijn verplicht de juiste informatie te geven. Gezamenlijk wordt zo bepaald welke wijk wanneer aangesloten wordt.

Gemiddeld is een wijk 3 maanden ‘under construction’. Een gebouw maximaal 1 week in de rommel en er wordt pas afgesloten als de warmte stroomt.

Wederom komt de business case ter sprake. De gasprijs is 1,5 keer van de Nederlandse. Dus de 20 ct verhoging die voor het klimaatakkoord was afgesproken lijkt ook hier heel realistisch, maar helaas gesneuveld in de politiek.

Opvallend in deze ochtend is: alle sprekers benoemen het meerdere keren: het kan omdat de overheid de randvoorwaarden stelt door de belastingaanpak.

Net zoals Diederik Samsom tijdens het warmtecongres zei: we hebben een fantastisch middel, we kunnen draaien aan de belastingknoppen. Het grote verschil is voorlopig dat de Denen het al doen, terwijl wij nu wederom met een uitgesteld klimaatakkoord zitten.

Een kennis van me zei al een paar keer: “We weten al jaren dat het moet gebeuren, de enige vraag is: Wanneer vertellen we het de kindjes? “

De Denen hebben het de kindjes in 1980 al verteld. Die zure appel is nu allang vergeten.

De Denen praten ook niet over de prijs van stadsverwarming, maar over de TCO. Er bestaat ook geen onrendable top. Logisch, want een onrendabele top kan alleen maar bestaan als je aardgas te goedkoop is. Zonder de politieke keuze voor een hogere aardgasbelasting, zou dit verhaal niet kunnen.

De hele ochtend denk ik maar 1 ding: waarom hebben we onze voorziening voor het algemeen nut op deze manier tot een marktproduct gemaakt dat moet concurreren met een eindige erfenis van onze grootouders? Wie heeft ooit gedacht dat dit slim was?

Intussen blijkt dat bij elke nieuwe wijk 80% van de inwoners direct akkoord is met aansluiting. Dat was 65% toen er alleen gepraat werd over de kosten. Maar toen ze in de gesprekken het milieu als belang noemden, steeg het aantal inwoners dat direct akkoord was.

Karsten Petersen van GrundFos toont hoe een besparing doorgevoerd is door retourwarmte te mixen met de aanvoerwarmte. Afhankelijk van de graad van isolatie of type huis is er een verschillende warmtebehoefte. Hoe maak je een netwerk waarbij je verschillende temperaturen kunt aanbieden aan verschillende eilanden? Grundfos heeft daarvoor op verschillende knooppunten deze mixer aangebracht, waardoor de toegeleverde temperatuur per ‘eiland’ niet onnodig hoog ligt. Tegelijkertijd ontvangt de gebruiker verderop die wel die hoge temperatuur nodig heeft de originele temperatuur.

In Tilburg gaat Grundfos dit nu samen met Ennatuurlijk in praktijk brengen. Dus zeker te volgen. Na de technische uitleg mogen we even naar buiten wandelen om de schakeling onder de grond te bekijken.

In de gezamenlijke laatste sessie die ochtend kunnen alle vragen gesteld worden. Danish District Heating Association (Dansk Fjernvarme) blijkt al in 1957 gestart te zijn. Toen wij de bel in Slochteren nog niet eens gevonden hadden, kon de Dansk Fjernvarme al fietsen. Nog wel met zijwieltjes dan.

Morten houdt er de hele dag de wind onder, dus netjes op tijd zitten we weer in de bus.

Na een copieuze lunch gaat het gezelschap door naar de Transmission DH Control Room. Hier splitsen we ons. Ik kies voor de uitleg over het gebruik van biomassa in de bronnenmix.

Lars Gullev van VEKS: (een van de 3 bedrijven die warmte leveren) vertelt ons over het gebruik van de schillen van citrusvruchten. Denemarken mikt op 70% biomassa, zoveel mogelijk uit nationale bronnen. Ook hout uit het hele gebied rondom de Baltische zee is een bron. Dit leidt tot een flinke discussie in de zaal. De Nederlandse discussie over biomassa blijkt in Denemarken onverkort te spelen.

Ik vind het een heel lastige. Mijn collega’s in Almere werken keihard aan de circulaire economie. Het lukt ons steeds beter om afval te hoger in de keten te krijgen. Dat betekent dus minder biomassa en minder afval. Het is gewoon beter om het materiaal niet om te zetten in gas, maar het als vaste stof te behouden. Maar tegelijkertijd hebben we nog onvoldoende bronnen om het warm te houden. Daar dwars tegenin weten we dat er voorlopig nog veel materiaal niet zinvol benut zal worden.

Voorlopig gaan we er maar vanuit dat biomassa ons voornaamste transitiebron zal zijn.

CTR, een ander warmtebedrijf kan volgend jaar afscheid nemen van kolen omdat dan de overgang naar biomassa gemaakt kan worden. Het blijft dus een kiezen uit twee kwaden, waarbij toch wel duidelijk is dat kolen de meest ongewenste is.

Er zijn in totaal tientallen warmtebedrijven, die vanwege verschillende redenen samenwerken. Politiek is er de wens om op te schalen, wetgeving daarvoor is in de maak.

Het mooie is dat er bijv ook samengewerkt zodat er minder piketdiensten nodig zijn. Dus niet alleen schaalvergroting omwille van de harde kronen, maar ook om de arbeidsvoorwaarden van werknemers te verbeteren.

Als er dieper ingegaan wordt op de financieringssystemen, blijkt dat er voor de warmtebedrijven steeds een overheidsgarantie nodig was. In praktijk is er nog nooit een beroep op gedaan vanwege een bankroet. Maar zonder de overheidsgarantie trokken de investeerders zich terug.

Hiermee komt een belangrijk advies van de Denen:

De markt kan dit niet doen: de overheid moet zijn rol pakken.

Had ik 3 pagina’s geleden al niet zoiets geschreven? Het is een terugkerend thema.

Warmte is een basisbehoefte. En in geciviliseerde landen neemt de overheid die taak op zich.

Het laatste deel van de middag brengen we door in een restaurant waar architecten Christine Sandersen en Kristian Honore vanaf de 17e verdieping laten zien welke ontwikkelingen in de haven plaatsvinden.

Daar horen we interessante details over de aanscherpende wetgeving over energieneutrale woningen. Opvallend is dat het niet toegestaan is om koeling in woonhuizen aan te brengen, terwijl dat steeds vaker nodig is, door de combinatie van de toenemende isolatie en de opwarming in steden.

Na een mooie wandeling door druilerig Kopenhagen voor de obligate foto van de zeemeermin, gaan we uit eten. Die avond heb ik weinig energiediscussies meer gevoerd en desondanks een bijzonder gezellige avond gehad.

Voor haar blog over dag twee klik hier.

Lees ook onze andere berichten