Nederland is aan de slag om het Klimaatakkoord uit te voeren en aardgasvrije warmte-oplossingen te realiseren. Liggen we op koers – en wat staat ons nog te wachten? Simon Rozendaal (wetenschapsjournalist van Elsevier Weekblad), Susanne van Suylekom (projectmanager bij Vattenfall Heat) en Jacqueline Cramer (hoogleraar duurzaam innoveren aan de Universiteit Utrecht) delen inzichten en visies over de warmtenetten van nu en straks.
Nederland is met het Klimaatakkoord een enorme uitdaging aangegaan: de gebouwde omgeving aardgasvrij maken. Er is veel werk te verzetten om zeven miljoen woningen en een miljoen gebouwen vóór 2050 van het aardgas af te halen. Veel Nederlanders ervaren de dreiging van klimaatverandering nog niet direct. Draagvlak voor een ingrijpend verandertraject als de energietransitie is dan ook geen vanzelfsprekendheid, constateert het Sociaal en Cultureel Planbureau in een recent rapport over aardgasvrij wonen. Tegelijkertijd lezen we dat landen als Duitsland juist overstappen op aardgas, en wordt er steeds meer bekend over het kostenplaatje dat aan de energietransitie hangt. Het draagvlak voor een aardgasvrije warmtevoorziening dreigt hierdoor nog verder af te nemen, zo blijkt uit onderzoek van stichting HIER.
In het Klimaatakkoord zet de Nederlandse overheid de route uit naar een aardgasvrije toekomst. Wat zeggen de opiniemakers Simon Rozendaal, Susanne van Suylekom en Jacqueline Cramer over de koers?
Klimaatakkoord op koers
Jacqueline Cramer is al ruim veertig jaar actief op het terrein van duurzaamheid – binnen het bedrijfsleven en de politiek, maar ook bij maatschappelijke organisaties en aan de universiteit. Ze was van 2007 tot 2010 minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en is sinds 2010 hoogleraar duurzaam innoveren aan de Universiteit Utrecht, waar ze in 2011 het Utrecht Sustainability Institute oprichtte. “Laten we vooropstellen dat het ontzettend noodzakelijk is om de klimaatdoelstellingen te realiseren. Als we de doelen uit Parijs niet halen, krijgen we te maken met een enorm klimaatprobleem dat met een hoge snelheid op ons afkomt. We moeten zelfs nog veel meer doen dan nu is afgesproken – en daarom moeten we alle zeilen bijzetten. De kwestie van een CO2-neutrale samenleving is niet zo makkelijk te benaderen vanuit een zwart-witdenken. We zullen alle mogelijke oplossingen moeten toepassen, waarvan sommigen niet helemaal duurzaam te noemen zijn. Neem het zo optimaal mogelijk inzetten van restwarmte afkomstig uit de industrie en afvalverbranding. Deze warmte is nog gebaseerd op het gebruik van fossiele energiebronnen. Maar met restwarmte kunnen we nu wel meters maken terwijl we ondertussen werken aan honderd procent duurzame oplossingen op termijn.”
“Wat mij opvalt is dat de ontwikkelingen niet altijd met elkaar te rijmen zijn”, zegt Susanne van Suylekom. Ze werkte als programmamanager bij klimaatbureau HIER, en is sinds vorig jaar bij Vattenfall Heat aan de slag met participatieprocessen in wijken die van het aardgas afgaan. “De afgelopen jaren hebben enorm veel bedrijven, professionals en bewoners de handschoen opgepakt. De wereld om de consument heen vergroent steeds meer, maar gaat het hard genoeg? De werkelijkheid is ook dat we in Nederland al achterlopen op de doelen die we zelf hebben vastgesteld. Toch denk ik dat we een heel eind kunnen komen, zeker als bedrijven vol inzetten op de eigen duurzaamheidsambities.
De warmte van de toekomst
Van Suylekom voorziet voor de toekomstige warmtevoorziening in Nederland een lappendeken van technieken. “In een deel van de woningen zullen all electric oplossingen, bijvoorbeeld met een warmtepomp, worden toegepast. Een ander deel, met name in steden waar nu al een warmtenet ligt, zullen steeds meer woningen hierop worden aangesloten. En er is nog een derde optie, namelijk het gasnet intact laten, zodat hier tegen 2050 groen gas of waterstof door vervoerd kan worden.”
Simon Rozendaal, auteur van het boek Warme aarde, koel hoofd en sinds 1986 wetenschapsredacteur van Elsevier Weekblad, reageert: “Ik heb goede hoop dat we over tien tot twintig jaar gebruik kunnen maken van groen gas of groene waterstof. Het is dan ook heel onverstandig om de gasleidingen uit de grond te halen.”
Draagvlak en draagkracht
Wat moet er de komende tijd gebeuren om warmtenetten een goede plek te geven in het toekomstige energielandschap? “Ik sta sympathiek tegenover stadswarmte, omdat het gebruikmaakt van restwarmte die anders toch maar verloren gaat. Het is dus een prima voorbeeld van efficiëntie”, zegt Rozendaal. “Vaak komen er ook isolatiemaatregelen bij kijken. Dat is natuurlijk een andere slimme manier om de CO2-uitstoot naar beneden te brengen.” De stadsverwarming van Vattenfall zorgde in 2019 al voor een gemiddelde CO2-reductie van zestig procent ten opzichte van gasgestookte cv-ketels.
Van Suylekom vult aan: “Twee belangrijke thema’s binnen de energietransitie zijn het draagvlak en de draagkracht. Ik ben nu al een aantal jaren betrokken bij aardgasvrije warmte. De algemene houding van veel bewoners is: ik begrijp dat we van het aardgas af moeten, maar moet het per se nu in mijn wijk? In Nederland willen we de mensen graag meekrijgen in zo’n transitieproces. Je ziet dan ook dat er veel wordt geïnvesteerd in participatietrajecten. Alleen daar zit nog een hele grote uitdaging in het meekrijgen van alle woningeigenaren, en niet alleen de zeer gemotiveerde bewoners. Want het gaat immers om aanpassingen achter de voordeur. Het is belangrijk dat iedereen weet wat er speelt en welke mogelijkheden er zijn. Geen twee wijken zijn hetzelfde, en mensen hebben verschillende voorkeuren in welk communicatiemiddel ze prettig vinden om mee te werken. Laat mensen kiezen op welke wijze ze geïnformeerd willen worden; via een nieuwsbrief, WhatsApp, enzovoort, maar geef ook keuze op welk niveau ze betrokken willen zijn. En hoe verder je komt in een proces, hoe belangrijker persoonlijk contact wordt. De wijken die nu het verst zijn, zijn wijken waar de gemeente persoonlijk langs de deuren is gegaan.”
Cramer noemt de communicatie richting burgers “nog erg zwak”. “Veel mensen vinden het moeilijk om een goed oordeel te vellen over de energietransitie in hun wijk, omdat het onderwerp te technisch en ingewikkeld is. Ik ben dan ook een groot voorstander van brede participatie en collectieven in wijken. Alleen op die manier kunnen mensen een proces doorlopen waarbij ze ervaren: zo willen we het. In plaats van dat ze het gevoel krijgen dat het van bovenaf wordt opgelegd. Dan gaan ze zich verzetten.”
Duurzame ambities realiseren
Rozendaal ziet de oplossingsrichting voor verduurzaming van de warmtevoorziening vooral aan de bronnenkant. “Hoewel er in feite geen enkele echt aantrekkelijke energiebron is, is kernenergie wat mij betreft de minst onaantrekkelijke. De energiedichtheid is enorm hoog, deze steekt met kop en schouders boven alle fossiele en hernieuwbare bronnen uit. En de CO2-uitstoot is praktisch nul. Met door kernenergie gegenereerde elektriciteit zou je groene waterstof kunnen maken, waarmee onze woningen en kantoren verwarmd kunnen worden via het huidige gasnet. Ik heb goede hoop dat we de discussie over kernenergie als onderdeel van de toekomstige energiemix nog meer gaan voeren. Ik vind dat we niet overhaast aan de slag moeten gaan door alle ballen in te zetten op slechts enkele technieken. Daar krijgen we over tien jaar misschien ontzettende spijt van.”
Van Suylekom is het eens dat er een brede scope nodig is, waarbij wordt gekeken naar de mogelijkheden van biogas, waterstof, geothermie en energie uit bijvoorbeeld afvalwater en oppervlaktewater. “Maar de opgave om onze CO2-uitstoot terug te dringen is dusdanig groot, dat we nú al aan de slag moeten met wat we aan bewezen duurzame bronnen voorhanden hebben. We moeten dus meters maken én tegelijkertijd met elkaar uitvogelen hoe we de energietransitie en de overstap naar duurzame warmte de komende dertig jaar verder gaan invullen.’
Restwarmte als kans
Ondanks enkele meningsverschillen zijn Rozendaal, Van Suylekom en Cramer het over een aantal zaken ook helemaal eens. Bijvoorbeeld over de noodzaak van een rijke schakering aan duurzame warmtebronnen. Aandachtspunten hierbij zijn de betaalbaarheid van een duurzame warmtevoorziening en het maatschappelijke draagvlak voor de overstap naar aardgasvrij wonen. Dat vraagt om een transparante communicatie, een open dialoog en maatwerk per wijk, zo weten Cramer en Van Suylekom uit eigen ervaring. De inzet van warmtenetten met restwarmte uit industriële processen, zoals afvalverwerking en datacenters, is daarbij een kansrijke route. Zoals Van Suylekom stelt: “Daarmee kunnen we al op korte termijn duurzame warmte realiseren – om vervolgens de komende jaren steeds nieuwe stappen te zetten richting een aardgasvrije en CO2-neutrale gebouwde omgeving.”
*Stichting Warmtenetwerk is niet verantwoordelijk voor de inhoud van ledenblogs en/of gastcolumns. Dit ligt, net zoals de rechten, bij de auteur. Stichting Warmtenetwerk publiceert ledenblogs en gastcolumns om het debat over de ontwikkeling van warmte te stimuleren en kennisdeling te bevorderen. Deze artikelen zijn geen weergave van de standpunten van Stichting Warmtenetwerk. Wilt u in gesprek komen met de auteur? Dit kan Stichting Warmtenetwerk bemiddelen (mits de auteur akkoord gaat). U bent welkom om een contactverzoek in te dienen via het ledenprofiel of een mail te sturen naar: secretariaat@warmtenetwerk.nl.
Auteur:
Nadine Huiskes
Nadine Huiskes