De transitie naar duurzame warmtenetten hapert. Wijkbewoners hebben weinig toegang tot relevante kennis. Meerdere aannemers buigen zich over verduurzaming, met versnippering tot gevolg. Door een integrale aanpak vanuit één procesregisseur wil TransitieSpijkers zowel bewoners als gemeenten ontzorgen. “We trekken schoon geld aan door onze ‘neck’ uit te steken voor de aanleg en versnelling van duurzame warmtenetten”, zegt Erick Wuestman van TransitieSpijkers.
Wuestman is al jaren bezig met verduurzaming en zet zich, samen met medeoprichters Jack de Kraaij en Hans de Wit, sinds maart 2023 in voor TransitieSpijkers. Ook is hij adviseur circulaire economie bij Kiemt dat de energietransitie en de circulaire economie wil versnellen.
Neck
“Neck staat voor natuurinclusief, energiepositief, circulair en klimaatadaptief”, zegt Wuestman. “Met dat concept kunnen we geld vanuit de sustainable finance rubricering uit Brussel aantrekken en onzekerheden voor bewoners en gemeenten reduceren. Investeringen voor nieuwe warmtenetten hebben weliswaar een terugverdientijd van twaalf tot vijftien jaar maar moeten wel een halve eeuw meegaan. Doordat zowel het warmtenet als verduurzaming van de woningen parallel worden gerealiseerd, vormen ze elkaars toeleverancier. Daarmee elimineren we het vollooprisico, oftewel of er voldoende bewoners in het warmtenet zullen participeren. Woningen die al zijn verduurzaamd, kunnen voor een ‘opt-out’ kiezen.”
Voor ‘neck’ heeft TransitieSpijkers het plan Arthur ontwikkeld, genoemd naar de kleinzoon van Wuestman. Het plan om complete wijken in één geïntegreerd proces versneld te verduurzamen valt in twaalf stappen uiteen. Speerpunten zijn isolatie in combinatie met LT warmtenetten en warmteopslag. Erick licht de belangrijkste toe.
Speerpunten
“Na een inventarisatie beginnen we, op basis van het wijkuitvoeringsplan, met een circulaire ESco (energy service company). Die bestelt het geld, selecteert de aannemer, investeert in duurzame maatregelen (isolatie, opwek) en voert de regie op het proces totdat de CESco aan een publiek warmtebedrijf overgedragen kan worden. Bewoners betalen voor hun warmte en koeling niet meer dan anders (NMDA), dus zonder woningaanpassingen. Gemeenten hebben in plan Arthur invloed en zeggenschap maar dragen de zorg voor realisatie en het beheer over aan een service coöperatie buurtverduurzaming. Wij zien erop toe of het proces naadloos verloopt.”
Toekomstgereed
Het plan Arthur richt zich op LTwarmtenetten. TransitieSpijkers maakt de woningen toekomstgereed: als de woningen eenmaal goed zijn geïsoleerd en het warmtenet ook werkt, gaat de CV-ketel eruit en de warmtepomp erin. De woningen zijn dan aangesloten op de WKO installatie die ’s zomers en ’s winters de aanvoerwarmte op circa 12 °C houdt. Wuestman verduidelijkt. “Woningen worden, als het ware, onderdeel van een bodemwaterbatterij die door koeling in de zomer de warmte voor de winter opslaat”, zegt hij. “Wij noemen zo’n LT warmtenet ook wel een uitwisselnet. Zonnepanelen wekken de benodigde elektriciteit op. De relatief lage stroomvraag voor koeling en verwarming voorkomt extra netcongestie. Idealiter wordt vervolgens via een wijkbreed energiemanagement systeem het hele energielandschap optimaal uitgelijnd. Het LT warmtenet, de WKO installatie, de warmtepompen, opwekking en eventueel stroomopslag vormen de knoppen om de optimale balans te vinden.”
Uitrol
Volgens Wuestman hebben veel gemeenten interesse in plan Arthur en het CESCo-concept. Ketenorganisatie Kiemt treedt daarbij als ecosysteem regisseur op. “We zijn onder meer in gesprek met Renkum, Berkelland en Arnhem. Binnen het CESCo concept kunnen ze aanhaken op plan Arthur. De truc schuilt erin dat we duurzame maatregelen als biobased isoleren, andere kozijnen en zonnepanelen ook voorfinancieren. Bewoners betalen daar een kleine bijdrage voor die ze onmiddellijk of gespreid over vijftien jaar aflossen. Daarvoor hebben we diverse scenario’s uitgewerkt.”
Auteur:
Tseard Zoethout
Tseard Zoethout