Aanvankelijk leek het niet haalbaar: de gebouwde omgeving op Ameland van warmte via geothermische bronnen te voorzien. Daarin is sinds kort verandering gekomen. Recent hebben de gemeente, Firan en Ghiocel een intentieovereenkomst getekend om te onderzoeken of zowel warmte- als stroomopwekking mogelijk is. ‘Aardwarmte van 120 °C gaat bij 85 °C naar het warmtenet, de resterende 40 °C zetten we om in stroom’, zegt Harry Hollander, CEO van Ghiocel Energy.
Waddeneiland Ameland bestaat uit vier dorpen (Hollum, Ballum, Nes en Buren) en twee kleinere buurtschappen (Kooiplaats en Ballumerbocht). Het eiland heeft 1800 permanente woningen plus ruim 2000 woningen voor recreatief gebruik. In 2016 legde het eiland een zonneweide van 23.100 PV-panelen naast het vliegveld Ballum aan, indertijd het grootste in Nederland en goed voor twintig procent van de totale stroombehoefte. De waddengemeente wil in 2035 niet alleen energieneutraal worden maar ook volledig van het aardgas af.
Volgens Hollander, jarenlang werkzaam in olie- en gasboringen en tevens aardwarmtespecialist, staan daarvoor drie opties open: woningen volledig elektrisch maken, waterstof opwekken of verwarmen op geothermie. “De laatste optie is het meest geschikt”, vertelt hij. “Met 25 cent per Megawatt is aardwarmte goedkoper dan 30 cent per MW aardgas. Bovendien is geothermie, in tegenstelling tot wind- en zonnestroom, de enige duurzame energiebron die 24/7/365 constante energie levert, tot in lengte der dagen.”
Murphy’s wet
Voor een duurzaam warmtenet, later aan te leggen door Firan, zullen alle woningen op het eiland moeten worden aangesloten. De crux van zijn plan schuilt in een ORC-installatie naast de geothermische installatie en is niet veel groter dan een paar zeecontainers. Uit een triplet haalt Ghiocel aardwarmte bij 120 °C. “ORC staat voor ‘organische rankine cyclus”, legt hij uit. “Omdat de organische vloeistof een veel lager kookpunt heeft dan water, kunnen we met aardwarmte van 120 °C tot 85 °C – voordat het naar het warmtenet gaat – een turbine laten draaien. Die elektriciteit kan heel Ameland van stroom voorzien of naar de wal worden gebracht, voor opwekking van waterstof worden gebruikt of voor zoetwaterdestillatie worden ingezet.”
Murphy’s wet indachtig, laat Ghiocel Energy twee productieputten en een injectieput slaan, een zogenaamd triplet. Hollander: “We willen natuurlijk niet dat, tijdens een koude periode, de woningen geen warmte geleverd krijgen. Als de ene put het laat afweten, dan kunnen we op de andere put terugvallen en de problemen met de eerste snel oplossen. De aquifer op 3,5 kilometer diep in de Slochteren formatie heeft zich bewezen, qua temperatuur, permeabiliteit en een natuurlijk debiet van acht kuub per uur tijdens een gasexploratieput op Ameland. Omdat we van composieten gebruik maken, krijgen we in de pijpleidingen geen minerale afzettingen en dus corrosie.’
Kosten
De kosten voor het upstream project belopen in de miljoenen euro’s. Per put trekt Ghiocel 7,5 miljoen uit, een ORC-installatie kost pakweg vijf miljoen. Voor waterbehandeling en warmtewisselaars is acht miljoen euro nodig, nog afgezien van de aanleg van de infrastructuur. “Firan werkt die kosten nu uit, in totaal komt het upstream gedeelte op ruim 35 miljoen euro”, zegt hij. “Over dertig jaar valt dat mee. Sommige geothermische installaties doen het al zestig jaar in Frankrijk en Italië. Een proefboring kan technisch over een paar maanden beginnen. Juridische procedures, de aanvraag voor een concessie en het gewenste overleg met NGO’s als de Waddenvereniging duren veel langer, soms twee tot drie jaar. Amelanders zijn positief maar hebben aangegeven dat de winsten zoveel mogelijk op het eiland moeten blijven.”
Auteur:
Tseard Zoethout
Tseard Zoethout