“Heel veel aardgasvrije initiatieven stranden: dat is zonde!”

Geplaatst op 24-04-2023 door Stichting Warmtenetwerk

Hugo Biersma en Laetitia Ouillet constateren in de praktijk dat de warmtetransitie niet opschiet. Dat ligt niet aan de techniek of de participatie van bewoners. Maar met name omdat het Rijk het laat afweten als het gaat om wet- en regelgeving, vinden zij. Daarom lanceerden ze de website Reddewijkaanpak.nl die de knelpunten bij het aardgasvrij maken van wijken met behulp van tekeningen in beeld brengt.

 

“De wijkaanpak gaat zo niet. Wat het Rijk klaargezet heeft voor deze ontwikkeling is 100% onvoldoende. De regelgeving is momenteel totaal ongeschikt voor de gebiedsgerichte aanpak.” Hugo Biersma is er duidelijk over. Volgens hem gaat het niet goed met het aardgasvrij maken van wijken. Hij werkt als adviseur voor de Warmteregisseurs en is onder meer betrokken bij de het aardgasvrij maken van de wijk De Ooi in Doesburg. Samen met Laetitia Ouillet, ook als adviseur betrokken bij het aardgasvrij maken van wijken, trekt hij nu aan de bel met het initiatief Reddewijkaanpak.nl. Ook Ouillet merkt op dat het niet goed gaat. “Hugo en ik delen dezelfde frustraties en conclusies en raakten een tijd geleden in gesprek over wat we zagen gebeuren: heel veel aardgasvrije initiatieven stranden. Dat is zonde!”

 

Onrendabele top
Een van de problemen waar aardgasvrije projecten mee te maken krijgen, is de onrendabele top. Biersma: “Die is ongelooflijk hoog en loopt in sommige gevallen op tot 20.000 euro per woning. Voor warmtebedrijven is de situatie ingewikkeld. Ze lopen enorme risico’s bij het aansluiten van bestaande wijken op warmtenetten. En ze willen graag dat deze risico’s gedekt worden. Dat zorgt ervoor dat heel weinig projecten het financieel redden. We zien dat het soms met heel veel moeite lukt in grote steden. En dan vaak alleen als er een actieve woningcorporatie betrokken is. De rest van de doelgroepen wordt amper bereikt.”

 

Verschillende doelgroepen
Op de website Reddewijkaanpak.nl zijn de knelpunten voor de warmtetransitie per doelgroep uitgewerkt in mooie tekeningen die inmiddels ook onder Tweede Kamerleden verspreid zijn, vertelt Ouillet. “Het probleem is dat een wijk geen collectief is, maar een groep eilandjes van doelgroepen, bestaande uit particulieren, huurders, VvE’s, bedrijven enzovoorts.” Elk van deze doelgroepen heeft zijn eigen regeling, financieringsmogelijkheden en ze vallen ook vaak onder verschillende wetten, legt Biersma uit. Er is dan ook een woud aan regelingen voor verschillende doelgroepen in de wijken, de welbekende ‘subsidiespaghetti’. Voor de particuliere eigenaren is er de ISDE die je achteraf kan aanvragen, voor verhuurders de SAH die je dan weer van tevoren krijgt en voor VvE’s zijn er weer andere regelingen. Voor bedrijven in wijken is er bijna niets. Vervolgens wordt de ene subsidie wel toegekend en de andere niet. Als gemeente kun je geen goed aanbod ontwikkelen richting alle doelgroepen.”

 

Gebrek aan visie
Het probleem is volgens Biersma een gebrek aan visie op de aardgasvrije aanpak. “Met de gebiedsgerichte aanpak zijn de afgelopen jaren door heel Nederland ongeveer 8.000 tot 10.000 huizen van het aardgas gehaald. We zitten dus nu op ongeveer 2.500 huizen per jaar en dat lijkt niet te gaan versnellen. De gemeenten hebben inmiddels geaccepteerd dat ze huis-voor-huis, complex-voor-complex moeten werken. Op deze manier wordt het heel moeilijk om warmtenetten aan te leggen in bepaalde gebieden. Ik denk dat het onder de huidige wetten en regels alleen met woningcorporaties lukt. Mensen haken af, ook vanwege het beperkte vertrouwen in de overheid.”

 

 

Problemen beperken zich niet tot warmtenetten
Volgens Ouillet beperken de problemen zich niet tot het aanleggen van warmtenetten. “Het maakt weinig uit of het gaat om warmtenetten. Het gaat om alles wat je collectief wilt regelen. Dus ook als je een wijk van het aardgas af wilt halen met individuele elektrische oplossingen, spelen deze problemen: denk bijvoorbeeld aan alle complexiteit rondom het verduurzamen van VvE’s.” Toch blijft Ouillet pleitbezorger van de collectieve aanpak. “Wat ik in de praktijk zie is dat er heel veel koppelkansen zijn. Je kunt in bepaalde wijken echt dossiers beet pakken en bijvoorbeeld het sociale domein betrekken bij het project, zodat ook andere problemen in de wijk aangepakt kunnen worden. Zo vaak kom je namelijk niet achter de voordeur bij de mensen.”

 

Geen alternatief in dichtbevolkte steden
In dichtbevolkte steden is er vaak geen alternatief voor een warmtenet, zegt Biersma. “Een warmtenet is vaak de enige technische oplossing om hoog- en gestapelde bouw van het aardgas af te halen. Maar dat betekent wel dat er goede wetten en regels nodig zijn om dit voor elkaar te krijgen.” Ouillet benadrukt dat participatie niet het probleem is. “De mensen zijn niet tegen een project, ze hebben er ook vaak niet direct zin in, maar het lukt om ze nut en noodzaak uit te leggen. We willen vooral vanuit het veld terugkoppelen dat het niet goed gaat als de knelpunten die er liggen niet aangepakt worden. Het idee is goed, maar de uitvoering krijgt echt een drietje. Wijziging van wet- en regelgeving is nodig om bij de realiteit aan te sluiten.” Beiden willen niet op de rem trappen om de ontwikkeling van collectieve warmtesystemen tegen te houden. Ouillet: “Maar dat zal vanzelf gebeuren als de businesscases niet rond komen, waardoor de projecten niet uitgevoerd kunnen worden.”

 

Aanbevelingen en suggesties
Er is een uitgebreide evaluatie van het Programma Aardgasvrije Wijken verschenen in oktober 2022, zegt Biersma. “Dit rapport staat boordevol met aanbevelingen en suggesties om de wet- en regelgeving te verbeteren. Maar deze aanbevelingen komen niet terug in bijvoorbeeld Kamerbrieven van minister De Jonge. Men stuurt alleen het positieve nieuws uit het Programma Aardgasvrije Wijken naar buiten. De maatschappij verdient het eerlijke verhaal.”

 

Denemarken
Biersma vertelt dat er ook voorbeelden zijn waar het wel goed gaat met collectieve aansluitingen op warmtenetten. “In Denemarken hebben ze bijvoorbeeld echt een visie op hoe ze warmtenetten ontwikkelen. Omdat de spelregels en financiering duidelijk zijn, gaat de aandacht naar de mensen. De gemeenten beslissen over de projecten en de toezichthouder levert de juiste getallen aan om gemeenten te laten beslissen of het project goed is of niet. Deze toezichthouder controleert en benchmarkt de warmtebedrijven.” In Nederland kan het ook beter, voegt Ouillet toe: “Als het Rijk de juiste middelen voor de gemeenten ontwikkelt, kunnen we gaan versnellen. Ruim de knelpunten op en verbeter de geldstromen zodat gemeenten ieder type gebouweigenaar van het aardgas kan helpen.”

Auteur:
Joop van Vlerken

Lees ook onze andere berichten