Een van de meest innovatieve warmtenetten van Nederland ligt in Hengelo. Lokale restwarmte wordt daar op een slimme, vernieuwende manier hergebruikt – en nog eens hergebruikt. Volgens Bas van Golde (Ennatuurlijk) zit er veel toekomst in deze warmtecascadering.
Tijdens het Nationaal Warmtecongres van november 2020 werd de prijs voor het Meest Innovatieve Warmtenet van het jaar uitgereikt. Warmtebedrijf Hengelo, een samenwerking tussen Ennatuurlijk en de gemeente Hengelo, was samen met Warmtenetwerk Hengelo (een samenwerkingsverband van Firan en de gemeente Hengelo) de grote winnaar. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt door Greenvis, ontwikkelaar van warmtenetten.
De (online) jury had vooral waardering voor het slimme, duurzame en herhaalde hergebruik van restwarmte. ‘Die zogenoemde cascadering is op zichzelf niet nieuw of innovatief,’ licht Bas van Golde toe. Hij is key accountmanager van het Warmtebedrijf Hengelo. ‘In de industrie komt het regelmatig voor dat restwarmte van het ene proces wordt gebruikt als warmtebron voor een ander proces. Maar die warmte blijft dan binnen de poorten van een en hetzelfde bedrijf. En in Hengelo is dat juist niet gebeurd.’
De cirkel is rond
De warmte in Hengelo begint bij afvalenergiebedrijf Twence. Bij de verwerking van regionaal B-hout (geverfd hout en plaatmateriaal) en afvalhout komt stoom vrij. Die stoom wordt via een leiding naar zoutproducent Nouryon (het voormalige AkzoNobel) getransporteerd. Nouryon zet de stoom meermalen in bij het zoutwinningsproces. Daarbij ontstaat restwarmte van 40 graden. Die warmte wordt vervolgens geleverd aan het warmtenet in Hengelo. Een deel ervan gaat direct naar enkele aangesloten bedrijven, waaronder containerterminal CTT/Bolk en het High Tech Systems Park. Het restant wordt in twee decentrale energiecentrales met warmtepompen opgekrikt tot een temperatuur van 70 graden Celsius, en daarna geleverd aan zo’n zeshonderd woningen en een vijftal bedrijven in Hengelo-Zuid, waar de warmte direct geschikt is voor huishoudelijk gebruik. De warmtepompen worden aangedreven door duurzame elektriciteit uit zonneparken van Twence. Waarmee de duurzame cirkel rond is.
Innovatief en duurzaam, zo zou je dit verhaal in twee woorden kunnen samenvatten. Bas van Golde erkent dat de omstandigheden in Hengelo – met verschillende bedrijven en een flink volume aan warmteafnemers – optimaal zijn voor zo’n toepassing van cascadering. ‘Maar dit kan ook elders in Nederland,’ zegt hij. ‘Er zijn kansen en mogelijkheden genoeg. Overal waar industrie is, kun je dit soort slimme warmtecombinaties maken, waarbij je dan ook duurzaam opgewekte elektriciteit kunt inzetten.’
Het warmtenet in Hengelo functioneert naar tevredenheid, ook in koude perioden tijdens de wintermaanden. Er zijn gasgestookte hulpketels geplaatst als back-upvoorziening en om pieksituaties op te vangen, dus niemand hoeft in de kou te zitten als het erop aankomt. Huishoudens betalen een marktconforme prijs voor hun warmtevoorziening. Inmiddels zijn enkele verbeteringen doorgevoerd om het warmtenet verder te optimaliseren.
Gemeente speelt sterke rol
Opvallend is de stevige rol van de gemeente Hengelo. In de periode 2000-2005 is de gemeente zelf begonnen met nadenken over een warmtenet en een verkenning van de mogelijkheden. Bas van Golde: ‘Hengelo had daarvoor een goede uitgangspositie. Op het voormalige fabrieksterrein van Stork stonden allerlei afgedankte industriële panden. Dat binnenstedelijke gebied zou worden herontwikkeld, en al snel gingen de gedachten van de gemeente voor de energievoorziening uit naar een duurzaam warmtenet. Het oog viel al snel op Twence en (toen nog) AkzoNobel als mogelijke warmteleverende partijen.’
De (warmte)markt zag het idee op zichzelf wel zitten, maar schrok aanvankelijk terug voor het risico. Zowel de bron- als de afnamezijde van het net was namelijk nog onvoldoende ontwikkeld. In 2008 is de gemeente er toen zelf ingestapt; sinds 2016 zijn Firan en Ennatuurlijk als partners betrokken bij de stadsverwarming. Volgens Van Golde getuigt de stap van de gemeente Hengelo zonder meer van ‘bestuurlijke moed’. Niet elke gemeente durft zo’n risico aan en er zijn in Nederland inmiddels ook voorbeelden van (financiële) tegenvallers of zelfs mislukkingen. Wethouder Claudio Bruggink (Duurzaamheid) zag de innovatieprijs in november 2020 dan ook als een beloning voor die moed. Hij noemde de onderscheiding een erkenning voor de investering die de gemeente heeft gedaan.
Samenwerking loont
Volgens Ernst Japikse, ceo van Ennatuurlijk, laat het warmtenet in Hengelo zien dat er genoeg ruimte is om te blijven transformeren in de warmtebranche. André Meijer, directeur van Firan, noemde het Hengelose warmtenet vorig jaar een goed voorbeeld van de manier waarop de verschillende partners in de lokale warmteketen kunnen samenwerken aan vernieuwende oplossingen voor duurzame energie.
Dat laatste is temeer van belang omdat warmtenetten in Nederland aan de vooravond staan van een schaalsprong, zowel kwalitatief als kwantitatief. Dat geldt voor Hengelo, waar nu duurzame warmte binnen handbereik ligt voor een groot deel van de inwoners en bedrijven ten zuiden van het spoor, dankzij de realisatie van het innovatieve warmtenet. Maar het geldt ook voor heel Nederland. Volgens het Nationaal Warmtenet Trendrapport 2021 zal het aantal warmtenetaansluitingen in ons land maar liefst verdubbelen de komende tien jaar, naar 950.000 in 2030.
Meer informatie:
Bekijk een filmpje over het Warmtenet Hengelo.
Lees de blog van Ennatuurlijk over Warmtenet Hengelo
Op de foto:
- Aanleg van een warmtenet
- Warmtenet Hengelo