Het potentieel van koudenetten in de energietransitie

Geplaatst op 11-09-2019 door Stichting Warmtenetwerk

In de discussie over de energietransitie wordt veel gesproken over aardgasvrije warmte. Maar hoe zit het met de koelinstallaties in de gebouwde omgeving? Er ligt een enorm groeipotentieel voor koudenetten. Net als bij warmtenetten spelen er ook bij de doorontwikkeling van koudenetten de nodige uitdagingen, signaleert energiebedrijf Vattenfall.


De Nieuwe Meer ten westen van de Zuidas en de Ouderkerkerplas ten westen van Amsterdam-Zuidoost zijn in de jaren zestig afgegraven voor zand waarmee de A9 en A4 zijn aangelegd. Tegenwoordig voorzien de populaire recreatieplassen de aangrenzende gebieden van duurzame koeling. In 2006 en 2010 werden nabij de meren namelijk koudecentrales geplaatst.

In de twee koudecentrales, die in handen zijn van energiebedrijf Vattenfall, wordt koud water uit de plas via een buizen- en pompensysteem overgedragen op transportbuizen, die het koele water naar de afnemers brengen. In de aangesloten gebouwen neemt het koele water warmte op uit de lucht, waardoor de binnentemperatuur daalt. Het opgewarmde water gaat vervolgens terug naar de centrale. Met behulp van warmtewisselaars en een koeltoren, die warmte afgeeft aan de lucht, zorgt de centrale ervoor dat het water met een temperatuur van 14 graden terug de plas in gaat.


Minder algen, minder CO2
Voor de koudelevering in Amsterdam werkt Vattenfall nauw samen met Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. “Net als veel andere plassen is de Ouderkerkerplas een belangrijk recreatief gebied en heeft de plas vooral in de zomer te maken met algengroei”, vertelt Raymond van Bulderen, business manager voor de regio Amsterdam bij Vattenfall. “Als je hier grote hoeveelheden opgewarmd water inbrengt, kan het algenprobleem verergeren. Daarom is op de bodem van de plas een buizenstelsel aangelegd waarmee we zuurstof aan het water toevoegen. De zuurstof bindt de fosfaten, die daarna naar de bodem zakken. Algen groeien dankzij deze fosfaten, dus op deze manier beperken we de algengroei.”

Bovendien zorgt Vattenfall ervoor dat in het water dat wordt teruggepompt in de plas zo min mogelijk fosfaten zitten. Onafhankelijke metingen hebben aangetoond dat de waterkwaliteit de laatste jaren is toegenomen.

In Amsterdam Zuid en Zuidoost worden kantoren, woningen en andere gebouwen, waaronder het AMC en de Johan Cruijff Arena, met water uit de nabijgelegen meren voorzien van comfortkoeling. Hiermee vermindert de uitstoot van CO2 met 75 procent ten opzichte van traditionele klimaatbeheersing of airconditioning.


Uniek en zeldzaam
De koudecentrales bij de Ouderkerkerplas en de Nieuwe Meer zijn op dit moment uniek in Nederland: nergens anders zijn dergelijke grootschalige koudenetten in gebruik. In het licht van de energietransitie lijkt het groeipotentieel van de koudenetten in stedelijke omgevingen enorm. De vraag naar – duurzame – koeling zou de komende jaren namelijk flink kunnen gaan toenemen: de betere isolatie van huizen en andere gebouwen kan in de zomer ten koste gaan van een comfortabel binnenklimaat. In wijken met veel kantoorgebouwen maakt het koudenet dan een CO2-vrije en duurzame koeling mogelijk die efficiënter is dan als elk gebouw een eigen systeem zou gebruiken. Ook in woonwijken liggen er groeimogelijkheden voor comfortkoeling. Appartementencomplexen die al gebruik maken van stadsverwarming zouden ook van deze comfortkoeling kunnen worden voorzien.

Op dit moment zijn koudenetten nog een zeldzaamheid in Nederland. In het kader van de transitie naar een aardgasvrije en klimaatneutrale gebouwde omgeving maken gemeenten, woningcorporaties en vastgoedpartijen wel steeds meer plannen om wijken aan te sluiten op warmtenetten. Op termijn zouden hierbij ook koudenetten in beeld kunnen komen.


Uitdagingen bij uitbreiding
Bij de grootschalige toepassing van stadskoude komen vergelijkbare uitdagingen naar voren als bij de uitbreiding van warmtenetten. De ontwikkeling van een koudenet vereist – naast de beschikbaarheid van een goede bron en voldoende afnemers in de omgeving – ook een forse investering in infrastructuur. Daarbij moet intensief worden samengewerkt tussen de verschillende partijen die in een wijk actief zijn en die een rol spelen in de drukke Nederlandse bodem en ondergrond. Denk aan gemeenten, Verenigingen van Eigenaren, vastgoedeigenaren, woningcorporaties, energiebedrijven en netbeheerders.


Applaus
Alexander van Ofwegen, directeur van Vattenfall Warmte, kent de uitdagingen die bij de aanleg en het beheer van warmtenetten komen kijken. Deze ervaringen leveren ook lessen op voor de ontwikkeling van koudenetten.

Ga het gesprek aan met betrokkenen met uiteenlopende opvattingen, is een van de leerervaringen van Van Ofwegen. “Je krijgt niet altijd applaus op de reis naar een fossielvrije samenleving. Overal kan je weerstand en polarisatie tegenkomen. Als energiebedrijf gaan wij het gesprek aan met alle perspectieven, of het nu gaat om politici of actiegroepen. Dit levert vaak interessante discussies op, zodat we de feiten en techniek goed voor het voetlicht kunnen brengen.”

Een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst is volgens Van Ofwegen de beschikbaarheid van voldoende technisch personeel. “Ik zie dat heel veel gemeenten veel duurzame ambities hebben, maar ik vrees dat ze door de krapte op de arbeidsmarkt niet allemaal tegelijk kunnen gaan overstappen op nieuwe systemen. We zullen op zoek moeten naar manieren om jongeren enthousiast te maken voor een carrière in de duurzame energiebranche.”

 

Auteur:
Leene Communicatie

Lees ook onze andere berichten