Woningcorporatie Woonplus in Schiedam zet de startmotor aan. In de wijk Groenoord worden zo’n 2700 sociale huurwoningen de komende jaren voorbereid op een aansluiting op een warmtenet. De warmte komt van de Leiding over Noord, maar de motor draait eigenlijk op andere brandstof, zeggen Eline Busser (Woonplus) en Isabel Vernooij Nijveldt (gemeente Schiedam).
Groenoord, in totaal zo’n 5000 woningen, is gebouwd in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Portiek- en galerijflats staan ruim in het groen, de meeste gebouwen zijn voorzien van blokverwarming met een gezamenlijke cv-ketel. Langs de wijk loopt de warmtetransportleiding ‘over Noord’ van Eneco, die industriële restwarmte uit de Afvalverwerking Rijnmond naar Rotterdam vervoert. Appeltje eitje, zou je zeggen: hier ligt een goede uitgangspositie voor verduurzaming van vele duizenden woningen tegelijk.
Al in 2017, ver vóór de klimaattafels, het Klimaatakkoord en het Startmotorkader, was dat dan ook duidelijk. Maar Woonplus (een corporatie met 11.500 woningen), eigenaar van de woningen, ging niet over één nacht ijs. ‘We hebben grondige gesprekken gevoerd met de gemeente Schiedam, de provincie Zuid-Holland, Eneco en Stedin over het beste alternatief voor aardgas,’ zegt Eline Busser, ontwikkelingsmanager van Woonplus. Na afweging van allerlei opties bleek de aansluiting op het warmtenet de meest duurzame, haalbare en betaalbare optie. Op 20 april 2017 werd daarvoor een intentieovereenkomst gesloten.
Warmtetransitie
Schiedam is een van de dragers van die overeenkomst. De gemeente wil al in 2030 een CO2-reductie van 49 procent bereiken ten opzichte van 1990. Aansluiting van duizenden woningen op een warmtenet zou daarbij fors helpen. Een warmtenet is de meest kosteneffectieve oplossing om de CO2-doelstelling te bereiken.
Maar daarmee is niet alles gezegd. Gemeentelijk programmamanager Isabel Vernooij Nijveldt: ‘Technisch is de wijk Groenoord misschien niet zo uitdagend. Het verzilveren van kansen voor de wijk wel. Het maatschappelijk belang is groot. Zo’n overstap moet haalbaar en betaalbaar zijn, en bewoners meer opleveren dan alleen een duurzaam verwarmd huis. Energietransitie is het meest kansrijk als je tegelijkertijd bewoners uitzicht kunt geven op werkgelegenheid, en meer veiligheid, fijnere openbare ruimte en misschien nog andere domeinen.’ Busser valt haar bij: ‘Een warmtenet in deze wijk, dat is een no-brainer. Maar de uitdaging ligt ergens anders: hoe maak je het mogelijk voor bewoners?’
De participatie van de bewoners (huurders) weegt voor Woonplus zwaar. Er wordt dan ook alles aan gedaan om hen te betrekken bij de geplande woningaanpassingen en te zorgen dat de maandlasten hetzelfde blijven (woonlastenneutraliteit). In een aanbesteding zocht de corporatie daarom samen met bewoners naar een innovatieve marktpartij voor de technische voorbereiding van de huurwoningen (een ‘aansluitpakket’) én voor de communicatie met huurders. Sterker nog: met hetzelfde aanbod kunnen ook particuliere woningeigenaren en VvE’s worden verleid om hun woningen op het warmtenet aan te sluiten.
Vertrouwen
Eline Busser: ‘We vinden het belangrijk dat inwoners vertrouwen hebben in het bedrijf dat tussen nu en 2030 de aanpassingen in de woning en de wijk komt doen. Daarom hebben we inwoners zelf een rol gegeven – in een klankbordgroep – bij de beoordeling van de ingediende plannen, binnen de randvoorwaarden. Dat zijn maatschappelijk betrokken wijkbewoners, mensen die iets hebben met duurzaamheid, en ook particuliere eigenaren, de huurdersvereniging en het VvE-platform. Bewoners kijken toch naar andere dingen dan wij. Voor hen speelt vertrouwen en lokale bekendheid van de aannemer een rol. Voor ons is dat ook belangrijk, maar wij kijken ook naar het commitment dat partijen afgeven. En als je al die belangen goed kunt verenigen, kom je het verst.’
In maart 2020 is een consortium geselecteerd. Het kwam als beste uit de bus bij een aanbesteding met zowel een aansprekende participatie-aanpak voor de wijk als voor de technische aanpassingen in de woningen. Busser: ‘Dit consortium gaat na de zomer in gesprek met bewoners van de woningen en de uitvoering voorbereiden, om te beginnen 900 woningen de komende drie jaar. Ook particulieren gaan meedoen. Helaas beïnvloedt de coronacrisis wel het tempo. Met de eerste flat waren we al begonnen, in een pilot, maar de werkzaamheden zijn nu uitgesteld, omdat werken onder deze beperkingen heel moeilijk is.’
De totale kosten per woning worden geraamd op zo’n 15.000 euro. Een fiks bedrag, en Woonplus is dan ook zeker van plan om gebruik te maken van de nieuwe Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH), die vanaf 1 mei wordt geopend. Die regeling stelt maximaal 5.000 euro per woning beschikbaar. Ook krijgt Woonplus subsidie van de EU en de provincie Zuid-Holland (Kansen voor West).
Lessen
Wat kunnen we van deze casus leren? Isabel Vernooij Nijveldt benadrukt hoe belangrijk het is om verder te kijken dan het warmtenet. ‘Dat lijkt een open deur inmiddels, maar het is het niet. Kijk naar bredere kansen voor de wijk. Wat wil je daar als partijen bieden aan bewoners? Mijn advies is: probeer zoveel mogelijk mensen mee te krijgen voor je doel. Bewoners, ondernemers, andere partijen, andere gemeenten. Leer van voorbeelden (bijvoorbeeld de websites van Platform31 en PAW). En zorg vooral dat je het bewoners zo gemakkelijk mogelijk maakt.’
Volgens Eline Busser draait de startmotor van de energietransitie in wezen op vertrouwen. ‘Dat hebben we wel geleerd. Dit project heeft uiteindelijk te maken met ontzorgen, met goed voor mensen zorgen. Als woningcorporatie voelen wij die verantwoordelijkheid sterk. Ook als het gaat om de kosten van warmte, waarover veel mensen zich zorgen maken. Een warmtenet mag voor onze huurders niet duurder zijn dan een gasaansluiting. Dat vertrouwen mag je niet beschamen.’
www.woonplus.nl
www.schiedam.nl
Op de de foto (v.l.n.r):
1.) Isabel Vernooij Nijveldt, Gemeente Schiedam
2.) Eline Busser, Woonplus
3.) Schiedam Groenoord
4.) Schiedam Groenoord
Auteur:
Edwin Lucas
Edwin Lucas