De warmtetransitie kan nog slagen, maar dan moeten alle partijen nu met de neuzen dezelfde kant op gaan staan en beginnen met het maken van keuzes. Ernst Japikse en Detlef Meijer, respectievelijk voorzitter en bestuurslid van Stichting Warmtenetwerk waarschuwen: “De tijd van vrijblijvendheid is voorbij.” Ze roepen daarmee gemeenten en andere partijen op om niet langer af te wachten en te starten met de warmtetransitie.
“Gemeenten vinden warmtenetten vaak ingewikkeld, en dat begrijpen wij. Maar we moeten stoppen met plannen en beginnen met aanpakken.” Voorzitter Ernst Japikse van Stichting Warmtenetwerk benadrukt dat er snel iets moet gebeuren om 500.000 woningen voor 2030 op een warmtenetwerk aangesloten te hebben, zoals dat in het Klimaatakkoord is afgesproken. “We moeten nu de handen ineenslaan. Uiteindelijk zal minimaal 25% van de woningen in Nederland aangesloten worden op een warmtenet. Het is de goedkoopste oplossing om van het gas af en op duurzame energie over te gaan.”
Kat uit de boom kijken
“Er is geen tijd meer voor vrijblijvendheid”, vindt ook bestuurslid Detlef Meijer van Stichting Warmtenetwerk. “Iedereen voelt wel aan dat we niet in 2049 kunnen beginnen met de warmtetransitie. Elke bestuurder heeft hier een verantwoordelijkheid in en die moet nu genomen worden.” Dat is ook wat Japikse meekrijgt in het veld. “Gemeenten voelen zich onzeker in de besluitvorming. Want wat als er nog een andere oplossing komt? Maar dat is niet erg waarschijnlijk.”
Pal achter deze oplossing
Gelukkig zijn er ook gemeenten waar het wel goed gaat, zegt Meijer. “In de grote steden liggen vaak al warmtenetten en daar is het wat makkelijker om woningen aan te sluiten. Maar ook in een gemeente als Montferland (Didam) waar nog geen warmtenet lag, is het toch gelukt om een warmtenet aan te leggen. Dat kwam omdat daar de gemeente en de woningcorporatie pal achter deze oplossing gingen staan. En dan zie je ook dat het ineens snel kan gaan; tussen het eerste gesprek en de eerste geleverde gigajoule zaten negen maanden. Het kán dus wel.”
Verantwoordelijkheid nemen
In 2024 wordt de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) ingevoerd. Deze wet geeft gemeenten meer bevoegdheden in de warmtetransitie. Zo kan een gemeente een termijn aanwijzen vanaf wanneer de aardgaslevering in een bepaalde wijk stopt. Dit ondersteunt gemeenten bij het nemen van besluiten, zegt Meijer. “Maar dan moeten wel alle partijen, dus inclusief de gemeenten, over het bestuurlijk ongemak kunnen heenstappen en hun verantwoordelijkheid nemen.”
Meer landelijke sturing
Daarnaast is de warmtetransitie gebaat bij meer landelijke sturing, stelt Meijer. “Den Haag moet rugdekking bieden voor de wethouders. Er moeten nog 500.000 woningen op een warmtenet aangesloten worden voor 2030, maar die zijn niet gealloceerd. We kunnen overwegen om gemeenten, RES-regio’s of provincies biedingen te laten doen hoeveel woningen zij op warmtenetten willen aansluiten voor 2030. Dit zou moeten optellen tot 500.000 woningen. Het Rijk kan dan de gemeenten aan hun eigen bieding houden.”
Schouders eronder
Japikse besluit: “Wij zijn ervan overtuigd dat we samen met de sector een heel eind kunnen komen om 500.000 aansluitingen in 2030 te realiseren. Maar dan moeten we samen de schouders eronder steken, alleen dan kunnen we dit realiseren.”
Ernst Japikse is al jaren actief voor de energietransitie. Naast zijn werkzaamheden als algemeen directeur bij Ennatuurlijk richt hij zich op samenwerking en verbinding binnen de sector, om de sleutelrol van Stichting Warmtenetwerk in de energietransitie verder te versterken.
Detlef Meijer werkt al zijn hele carrière in de energiesector. Als directeur van het GWIB zet Detlef Meijer zich in om de warmtetransitie te versnellen en wil daarmee een inspiratie zijn voor de overige provincies. In het bestuur van Stichting Warmtenetwerk vertegenwoordigt hij de publieke warmte-infrabedrijven..
Auteur:
Joop van Vlerken
Joop van Vlerken