Sinds november vorig jaar hebben we er een nieuw bestuurslid van Stichting Warmtenetwerk bij. Lydia Hameeteman, werkzaam als Strategisch Adviseur Energietransitie bij Gemeente Rotterdam vertegenwoordigt de gemeenten in het bestuur en wil daarmee een belangrijke bijdrage leveren in de samenwerking binnen de energietransitie.
Gemeente Rotterdam is al jarenlang een van de vele gemeenten die deelnemer zijn van Stichting Warmtenetwerk en deelt er hun kennis en ervaringen met het verduurzamen van woonwijken, zoals met het warmtenet van Heindijk. Het bestuur is zeer verheugd met het aantreden van Lydia, die in 2021 ook is uitgeroepen tot Warmtetransitiemaker van Nederland, als medebestuurslid!
De hele warmteketen
Het is belangrijk dat gemeenten goed worden vertegenwoordigt in het bestuur. “Ik volg daarmee Anne Marie van Osch op, die onlangs de overstap heeft gemaakt van Gemeente Almere naar haar eigen bedrijf AMergie en nu in die hoedanigheid bestuurslid is. Het is heel interessant om in het bestuur van Stichting Warmtenetwerk te zitten. De stichting heeft een breed netwerk binnen de hele warmteketen. Samenwerking tussen en met deze partijen in de keten is essentieel om de warmtetransitie voor elkaar te krijgen. Gemeenten kunnen vanuit hun regiefunctie op de energietransitie een belangrijke rol spelen in het verbinden van verschillende partijen. In het bestuur bespreek je de gezamenlijke strategie en hoe we deze samenwerking kunnen versterken. En in de drie Programmaraden wordt de kennis die partijen hebben over bepaalde thema’s gedeeld en verder ontwikkeld. Dat is in deze lerende fase van de warmtetransitie essentieel. Als bestuurslid neem ik zelf deel aan de Programmaraad Wet- en Regelgeving. Daarmee wil ik mij inzetten om de keten nog beter te helpen organiseren en daarbinnen de nodige kennis te ontwikkelen.”
Betaalbaarheid
“Betaalbaarheid is een van de grootste uitdagingen in de warmtetransitie. Hoe borg je als gemeente de betaalbaarheid van de overstap voor bewoners en bedrijven die de overstap naar aardgasvrij maken? En wat IS dat dan precies? Landelijke subsidies bepalen nu eigenlijk wat betaalbaar is. Alleen zijn landelijke subsidies nu niet voldoende, waardoor gemeenten vaak met lokale subsidies bijspringen. Dat kunnen gemeenten niet blijven doen. Ik vind dat er een duidelijke definitie van betaalbaarheid nodig is en dat de landelijke subsidies moeten aansluiten op deze definitie.”
Langetermijnprogrammering
Lydia vraagt als bestuurslid van Stichting Warmtenetwerk ook aandacht voor een meer structurele aanpak vanuit de overheid. “De subsidies en regelingen die er nu zijn voor verduurzaming, zijn allemaal tijdelijk. Maar op ‘tijdelijkheid’ kun je geen Transitievisie Warmte of een Warmteprogramma maken, laat staan uitrollen. Want over 10 jaar weet je als gemeente niet of je de betaalbaarheid nog steeds kunt borgen. Het Rijk zet wel stappen voor wet- en regelgeving. Een belangrijk issue om vaart te kunnen maken, vind ik het vervangen van tijdelijke regelingen en subsidies door structurele budgetten voor gemeenten. Energietransities in gemeentes moet je ‘programmeren’ tot 2050. Dan moet je ook de zekerheid hebben dat je deze op de ingeslagen weg kunt uitvoeren. “
Samen leren
Gemeente Rotterdam is een van de gemeenten die graag ervaring en inspiratie deelt met Stichting Warmtenetwerk, zoals over het betrekken van bewoners bij de wijkaanpak. “Het belangrijkste is dat de warmtetransitie nu nog volledig vrijwillig is en dat je de bewoners dus echt moet overtuigen om ze mee te krijgen. Dat is best een uitdaging om voor elkaar te krijgen. Alles wat wij daarover leren op basis van ervaringen tot dusver, is heel belangrijk om verder door te ontwikkelen. Ik vind het belangrijk om de praktijk te verbinden met het gemeentelijk en landelijk beleid. In Rotterdam zijn we daarom begonnen met zes gebiedsaanpakken aardgasvrij om te leren en op basis daarvan te kijken wat er aan beleid, wet- en regelgeving en financiën nodig is. Leren door te doen!
Wij hebben zelf een leerprogramma voor die verschillende gebiedsaanpakken in Rotterdam, met verschillende leerlijnen. We zetten ook al onze ervaringen om in lessen die we in onze aanpakken gelijk weer toepassen. Om een simpel voorbeeld te geven: In de ene wijk moesten bewoners die aardgasvrij willen worden een intentieovereenkomst bij de gemeente inleveren. Uit een onderzoek bleek dat voor bewoners de drempel om een intentieovereenkomst te tekenen hoog was, doordat het woord ‘overeenkomst’ de indruk wekt van een contract waar je niet meer onderuit kunt. Daarom hebben we in een ander gebied gewerkt met interessekaarten. Nu zijn we benieuwd of dat heeft geleid tot meer bewoners die willen meedoen en of deze bewoners een aansluitovereenkomst voor stadsverwarming gaan tekenen. Zo’n leerprogramma kun je ook landelijk opzetten of organiseren. Dat voorkomt dat gemeenten opnieuw het wiel moeten uitvinden en zorgt ervoor dat je het leren kunt versnellen. Samen leer je sneller en méér dan alleen.”
Kennisontwikkeling, begrip en verbinding
Tot slot wil Lydia graag het volgende meegeven. Op dit moment zijn de rollen van gemeenten, woningcorporaties, warmtebedrijven, aannemers en particuliere woning- en gebouweigenaren in de warmtetransitie nog niet helemaal uitgekristalliseerd. De dialoog tussen de partijen die een rol spelen in de transitie is volgens Lydia dus essentieel. “Ik vind het faciliteren en stimuleren van die dialoog heel belangrijk. Partijen zoeken elkaar niet automatisch op. Dialoog helpt bij het vergroten van wederzijds begrip, en dat kan alleen als je elkaar opzoekt en spreekt. Begrip voor elkaars belangen en standpunten is belangrijk om samen te werken. En een goede samenwerking is essentieel om de warmtetransitie in de huizen en andere gebouwen goed te laten verlopen en ervoor te zorgen dat bewoners tevreden zijn met hun overstap naar aardgasvrij. Dat is voor mij ook een belangrijke drijfveer om in het bestuur van Stichting Warmtenetwerk te zitten.
Ik heb zin om binnen Stichting Warmtenetwerk aan de slag te gaan en samen met de deelnemers en het bestuur de warmtetransitie in Nederland verder te brengen. Door binnen ons netwerk kennis en ervaringen te delen en verder te ontwikkelen, kunnen we beleid, uitvoering en aanpassingen aan wet- en regelgeving met elkaar verbinden. Dat is hard nodig om de warmtetransitie in de volgende versnelling te krijgen.”
Stichting Warmtenetwerk