Veel vragen over Wet collectieve warmte bij Kennissessie Wcw

Geplaatst op 18-01-2024 door Stichting Warmtenetwerk

De nieuwe Wet collectieve warmte heeft de afgelopen jaren al veel stof doen opwaaien in de warmtesector. Dat blijkt ook uit de interesse voor het Kennisevent Wet collectieve warmte van Stichting Warmtenetwerk op 11 januari in de Verkadefabriek in ’s-Hertogenbosch. Ruim 140 aanwezigen volgden de presentatie van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat over het wetsvoorstel. Aansluitend aan de kennissessie vond de Nieuwjaarsborrel van Stichting Warmtenetwerk en Jong Warmtenetwerk plaats.

 

“Dat het onderwerp leeft, is in ieder geval duidelijk. We hebben 180 vragen van jullie ontvangen!” Met deze woorden opent Ernst Japikse, voorzitter van Stichting Warmtenetwerk, de Kennissessie Wcw. Hij zegt dat deze wet de gemoederen in de warmtesector de afgelopen drie jaar flink heeft beziggehouden. Dat wordt bevestigd door Michelle de Rijke, voorzitter van de Programmaraad Wet- en Regelgeving van Stichting Warmtenetwerk en advocaat bij Van der Feltz advocaten. “De eerste sessie van de programmaraad ging in 2020 al over de internetconsultatie van de Wcw. En we hebben het er in de afgelopen jaren vaak over gehad, maar nu ligt er de tekst van het wetsvoorstel en hebben we sprekers van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat die dit kunnen toelichten.”

 

 

Wat is de planning?
Anne Melchers, clustermanager collectieve warmte van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), trapt de presentatie af. “We hebben inderdaad veel vragen van jullie gekregen. Een van de meest gestelde vragen is: ‘Wat is de planning voor de wet?’ 1 januari 2025 blijft het doel, maar dat kan uitlopen door de val van het laatste kabinet.” Vervolgens legt ze het doel van de Wcw uit. “We hadden iets nodig om de warmtetransitie vooruit te helpen. Loskoppeling van het maximaal toegestane warmtetarief van de gasprijs is een van de doelen. Daarnaast willen we naar meer duurzame bronnen en tot slot willen we in lijn met de afspraken in het Klimaatakkoord de gemeente meer regie geven. Sinds 2022 is er een nieuwe koers uitgezet voor de Wcw en nu moeten we vaart maken.”

 

Huidige Warmtewet voldoet niet
Geert Olthuis van het ministerie van EZK vertelt dat de structuur van de Wcw sinds de internetconsultatie in 2020 grotendeels overeind is gebleven, maar dat de invulling ervan flink is veranderd. “Er liggen ambitieuze doelen en de huidige Warmtewet voldoet niet. Die biedt nauwelijks oplossingen op het gebied van marktordening. Daarnaast lag er de wens om de duurzaamheid beter te borgen, de tariefregulering aan te passen en de leveringszekerheid verder aan te scherpen.” Olthuis legt uit dat de regels voor warmtenetten kunnen verschillen. De belangrijkste warmtesystemen in de Wcw zijn collectieve warmtevoorzieningen en de regulering is hier met name op gericht. “In afwijking van de regulering voor collectieve warmtevoorzieningen, kan echter voor specifieke situaties ook een warmtetransportbeheerder worden aangewezen. Dat kan nodig zijn als er grootschalige bronnen zijn en warmte over langere afstand getransporteerd moet worden, dat is een uitzondering aan de bovenkant.” Ook aan de onderkant is er een uitzonderingsmogelijkheid, zegt hij. “Bij netten tot 1.500 aansluitingen kan een gemeente kiezen voor een ontheffing. Aangezien er dan geen warmtebedrijf aangewezen hoeft te worden komen ook volledige private bedrijven daarvoor in aanmerking.”

 

 

Redelijke businesscase
Martin Buijs van het ministerie van EZK vertelt dat marktordening een van de belangrijkste onderdelen van de Wcw is. “Er is af en toe gebakkeleid over de Wcw in de afgelopen jaren, zoals dat voor iedere vorm van marktordening gebruikelijk is. De marktordening begint met een verbod op het leveren van warmte en het transport.” Vervolgens is het de vraag aan wie de warmtelevering dan wel wordt toegestaan, zegt Buijs. “We beginnen met een warmtekavel. Die moet door de gemeente worden vastgesteld en daarbij heeft de gemeente veel vrijheid. Het moet wel een kavel zijn waar een warmtebedrijf een redelijke businesscase voor kan maken. En de gemeente moet bij het vaststellen van een warmtekavel oog hebben voor de leveringszekerheid.”

 

‘Pièce de resistance’
Ook de rol en taken van het warmtebedrijf zijn duidelijk afgekaderd, zegt Buijs. “Het aangewezen warmtebedrijf stelt een kavelplan op. Een volgende eis is dat er geen cherry picking plaatsvindt. Dit wordt voorkomen doordat er voor het warmtebedrijf een aansluitplicht binnen de kavel geldt voor iedere verbruiker die aangesloten wil worden. Voor verbruikers geldt een aansluitrecht en geen aansluitplicht. Zij kunnen er dus voor kiezen om zich niet te laten aansluiten, waarbij de verbruiker dan wel zelf een alternatieve warmtevoorziening moet regelen. Tot slot moet het warmtebedrijf betrouwbaar en ongestoord leveren. Dat geeft ook leveringszekerheid voor de lange termijn.” Het eigendom van het warmtebedrijf wordt door Buijs het ‘pièce de resistance’ genoemd. “Uiteindelijk is er het publieke warmtebedrijf uitgekomen, dus een warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang. Er zijn allerlei tussenvormen mogelijk met bijvoorbeeld een joint venture tussen een publiek en een privaat warmtebedrijf. Voor deze tussenvormen geldt: het meerderheidsbelang moet altijd publiek zijn.”

 

 

Warmtegemeenschap
Naast een aanwijzing van een bedrijf met een publiek meerderheidsbelang kan er ook een warmtebedrijf worden aangewezen dat eigendom is van een zogenaamde warmtegemeenschap, vertelt Buijs. “Deze mogelijkheid is toegevoegd vanuit Europese regelgeving. Gelet op het feit dat er op dit moment nog weinig publieke warmtebedrijven zijn, maakt de wet het mogelijk om gedurende de eerste zeven jaar private warmtebedrijven aan te wijzen in het geval er geen partij met een publiek meerderheidsbelang beschikbaar is. Hiermee willen we vertraging voorkomen.”

 

Tariefregulering
Melchers neemt de presentatie weer even over als het over tariefregulering gaat. “In de huidige situatie is transparantie van de tarieven een belangrijk instrument. Met de start van de Wcw gaan we steeds meer naar de kostenplus-methode. Kort na de introductie van de Wcw zal de regulering nog gebaseerd blijven op de gasprijs met een correctie. Maar uiteindelijk zullen de maximale tarieven de werkelijke onderliggende kosten reflecteren inclusief een redelijk rendement.” Dit betekent volgens haar dat uiteindelijk tariefbesluiten op basis van vergaand inzicht in de onderliggende kosten van warmtesystemen worden genomen.

 

 

Duurzaamheid belangrijke pijler
Jorinde Vernooij van EZK vertelt dat duurzaamheid een van de belangrijkste pijlers van de Wcw is. “Een belangrijk onderdeel van de Wcw is de prestatienorm die de maximum CO2-uitstoot per kavel bepaalt. Deze norm wordt elk jaar strenger en moet nul zijn in 2050. De ACM gaat deze norm handhaven. Als het warmtebedrijf de norm het eerste jaar overschrijdt, volgt een boete, maar na vijf jaar kan de ACM de gemeente adviseren om de aanwijzing in te trekken.” Vernooij geeft aan dat ze veel vragen krijgt over de prestatienorm. “Bedrijven zeggen dat de uitstootreductie als gevolg van investeringen in nieuwe bronnen vaak niet lineair zijn en daarom zijn er ook tijdelijk ontheffingen mogelijk.”

 

 

Leveringszekerheid
Om leveringszekerheid te garanderen, zijn in de Wcw een aantal waarborgen opgenomen, zegt Vernooij. “Zo is de gemeente verplicht rekening te houden met de leveringszekerheid in een warmtekavel en moet er een exit-strategie zijn als het misgaat met de levering. Het warmtebedrijf heeft betrouwbare levering als taak en moet jaarlijks rapporteren over leveringszekerheid. De ACM kan ingrijpen als leveringsproblemen worden voorzien en kan in een noodsituaties een derde partij opdracht geven om de leveringstaak van het aangewezen warmtebedrijf over te nemen. Die derde partij wordt dan een noodwarmtebedrijf.”

 

Geplande investeringen terugverdienen
Olthuis vervolgt de presentatie met informatie over het overgangsrecht. “Hiervan is het doel om de nieuwe regels toe te passen op de bestaande situaties. Zo kunnen bestaande warmtebedrijven een aanwijzing krijgen voor een warmtekavel. Na de overgangstermijn van minimaal 14 en maximaal 30 jaar volgt een verplichte overdracht aan een warmtebedrijf met een publiek meerderheidsbelang. Deze overgangstermijn biedt de bedrijven de mogelijkheid om geplande investeringen nog terug te verdienen.”

 

Randvoorwaarden
Melchers sluit vervolgens de presentatie af, waarmee het tijd is voor vragen uit de zaal. Die zijn er genoeg, blijkt uit de vele handen die omhoog gaan. Zo vraagt voormalig bestuurslid van Stichting Warmtenetwerk, Wim Mans, zich af of de nieuwe wetgeving ervoor gaat zorgen dat we 500.000 woningen aangesloten krijgen op een warmtenet in 2030. Buijs antwoordt hierop: “De Wcw regelt niet de businesscase, maar creëert alleen de randvoorwaarden. De gemeenten zijn aan zet. Laten we er vooralsnog vanuit gaan dat ze dat goed doen en dat ze met de juiste partijen aan de gang gaan.”

 

 

Brevet van vermogen
Een gemeenteambtenaar in de zaal vraagt zich af wat de rol wordt van de ACM. Buijs antwoordt: “Bij de aanwijzing van de warmtekavel moet het warmtebedrijf aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo zal de ACM toetsen of het desbetreffende bedrijf voldoende kwaliteiten heeft om zijn taken uit te voeren. Niet zomaar elk warmtebedrijf komt dus in aanmerking voor een aanwijzing. Het idee achter de toets door de ACM is dat een onafhankelijke partij de benodigde kwaliteit controleert. Dit is ook in het belang van de leveringszekerheid. Ook bij kleinere systemen beoordeelt de ACM de ontheffingsaanvraag.”

 

 

Publieke partij is de baas
Een vraag van een van de advocaten in de zaal: “Private partijen hebben een maximaal aandeel van 49%, betekent het dan dat ze geen zeggenschap hebben?“ Hierop antwoordt Buijs: “In principe is de publieke partij inderdaad de baas, maar we hebben wel maatregelen genomen in de wet om de private belangen te borgen.” Keesjan Meijering van AKD wil nog weten hoe het zit met de huidige vergunninghouders, hebben die ook een brevet van vermogen nodig? Olthuis geeft hierop het antwoord: “Voor bestaande situaties komt er een aanwijzing, daar is geen besluit van de ACM voor nodig.”


Hoewel niet alle vragen beantwoord konden worden, is de Kennissessie Wcw afgelopen en gaan de meeste bezoekers naar de Nieuwjaarsborrel om na te praten en te netwerken. Stichting Warmtenetwerk blijft dit onderwerp volgen en informeert de deelnemers de komende tijd over de voortgang van de Wet collectieve warmte.

 

Meer informatie:

 

De datum voor het Warmte Congrestival is ook al bekend: noteer 14 november 2024 alvast in uw agenda. Meer informatie volgt!

Auteur:
Joop van Vlerken

Lees ook onze andere berichten