Vier tips voor woningcorporaties bij ontwikkeling duurzame warmtenetten

Geplaatst op 03-06-2021 door Stichting Warmtenetwerk

Woningcorporaties hebben verschillende mogelijkheden om bij de ontwikkeling van een warmtenet maatschappelijke waarden zoals duurzaamheid te borgen. Firan en Atriensis delen de belangrijkste inzichten naar aanleiding van een recent webinar over de governance van warmtenetten.

 

Een duurzaam warmtenet vereist een goede combinatie van de bron, het netwerk en de leverancier. Maar hoe vinden woningcorporaties de juiste partners om samen met de gemeente de lokale warmteketen te organiseren? Hoe worden de maatschappelijke waarden die voor de sociale huursector zo belangrijk zijn – zoals duurzaamheid en de betaalbaarheid voor bewoners – daarbij goed geborgd? Over deze vraagstukken deelden experts op 20 mei 2021 tijdens een webinar van adviesbureau Atriensis de actuele inzichten en ervaringen.

Tijdens het webinar zijn diverse adviezen naar voren gekomen die woningcorporaties in staat stellen om richting te geven aan de governance van warmtenetten. De vier highlights.

 

1. Ga voor een open samenwerking

“De toekomstige Warmtewet 2.0 focust op warmtebedrijven met een integrale verantwoordelijkheid voor de bron, het transport, de distributie en de levering van warmte. Het model geeft ook ruimte aan warmtenetten met een open infrastructuur, ook al is een warmtebedrijf integraal verantwoordelijk,” zegt Dyon Noy, directeur van Atriensis, adviesbureau voor woningcorporaties en andere partijen in de sociale huursector. Er zijn dan diverse samenwerkingsmodellen mogelijk: met een of meerdere marktpartijen (zoals energiebedrijven) en een publieke organisatie (zoals een warmtenetwerkbedrijf). 

Infraspecialist Firan benadrukt het belang van een open samenwerking met onafhankelijk netbeheer, zegt directeur André Meijer. “Open warmte-infrastructuren sluiten goed aan bij de maatschappelijke missie van woningcorporaties. De aanpak maakt namelijk een diversiteit aan bronnen en gebruikers mogelijk, wat de duurzaamheid en betaalbaarheid ten goede komt. De samenwerking met een publieke partner zoals een warmtenetwerkbedrijf zorgt daarnaast voor politiek en maatschappelijk draagvlak.”

 

2. Leer van de verschillende duurzame initiatieven

De verduurzaming van de miljoenen corporatiewoningen is een enorme opgave, waarvoor geen one size fits all aanpak is. Meijer: “Onze ervaringen met projecten in heel Nederland leren dat de ontwikkeling van lokale warmte-infrastructuren altijd maatwerk is. Maar er zijn steeds meer goede voorbeelden van duurzame, betrouwbare en betaalbare warmtenetten die leerervaringen opleveren voor andere woningcorporaties en gemeenten.”

“We zien al dat er steeds meer open warmtenetten worden gerealiseerd, zoals in Zaanstad. Daarnaast neemt het aantal coöperatieve initiatieven toe, en gaan er allerlei vernieuwende projecten van start, zoals in Lingewaard en andere Proeftuinen Aardgasvrije Wijken. Juist in deze fase van de warmtetransitie hebben we alle duurzame initiatieven hard nodig. Diversiteit in de warmteketen faciliteert meer marktwerking, meer innovatie, meer maatschappelijke betrokkenheid en meer keuzevrijheid voor gemeenten en burgers.”

 

3. Ga voor een gedeeld commitment en een langetermijnperspectief

Woningcorporaties zijn een belangrijke samenwerkingspartner voor gemeenten met plannen voor een warmtenet. De aansluiting van de corporatiewoningen is doorgaans een doorslaggevende factor voor de business case voor een collectieve warmte-oplossing. Dat vraagt om een gedeeld commitment, zegt Meijer op basis van de ervaringen van Firan in onder andere Haarlem en diverse proeftuinen van het landelijke Programma Aardgasvrije Wijken.

“Het gaat erom dat gemeenten en woningcorporaties zich gezamenlijk inzetten om concrete stappen te zetten naar aardgasvrij wonen. Woningcorporaties zijn bijvoorbeeld op zoek naar een goede timing van investeringen in de overstap naar een warmtenet. De gemeente heeft dan een belangrijke regisserende rol om te komen tot een sluitende business case en een duurzame oplossing die geschikt is voor corporatiewoningen én particulier eigendom.”

 

4. Werk stapsgewijs aan aardgasvrij wonen

Een van de learnings van Firan in de sociale huursector is dat een warmtenet met een hoge temperatuur niet op elke locatie haalbaar is, bijvoorbeeld omdat er geen geschikte warmtebron is in de buurt van een groot aantal afnemers. Modulaire warmtesystemen leveren dan de bouwstenen om wijken stapsgewijs duurzaam en CO2-neutraal te maken. De basismodule met een collectieve luchtwarmtepomp is direct inzetbaar in de bestaande bouw, en al haalbaar voor buurten met vierhonderd woningen. Het systeem is flexibel en efficiënt door te ontwikkelen tot een warmtenet dat gebruik maakt van lokale duurzame bronnen. Een modulaire aanpak ondersteunt en vereenvoudigt daarmee de overgang naar een betrouwbare, betaalbare en duurzame warmtevoorziening. 

Daarbij helpt het volgens Meijer om te kijken naar de potentiële waardecreatie die gepaard gaat met de realisatie van een warmtenet. “Een warmteproject kan een impuls geven aan de renovatie en verduurzaming van de bestaande bouw, wat bijdraagt aan het comfort van bewoners, de waarde van woningen en de kwaliteit van de openbare ruimte.”

Auteur:
Karlijn Baselaar (Firan)

Lees ook onze andere berichten