Studiereis Vlaanderen: lessen en praktijkvoorbeelden uit ons buurland

Geplaatst op 18-10-2023 door Stichting Warmtenetwerk

Het was voor de bijna 50 deelnemers aan de studiereis naar Vlaanderen vroeg verzamelen, op 4 oktober om 07:30 op station Lage Zwaluwe. Vanuit het oosten en noorden van Nederland had daarom een aantal deelnemers in de omgeving overnacht. Alyssa van Dansik van Rotterdam Engineering coördineerde deze reis vanuit Stichting Warmtenetwerk, en zorgde ervoor dat iedereen op tijd en op de juiste plaats van bestemming kwam.

 

Met de bus reisde de groep naar Gent. In vergadercentrum Redloft was er het welkom door de voorzitter van Stichting Warmtenetwerk (Ernst Japikse) en van Warmtenetwerk Vlaanderen (Koen Van Overberghe). Ernst legde de nadruk op de actuele situatie in Nederland, waar aankomende wetgeving (Wcw) een significante verandering zal brengen in het eigendom en de exploitatie van warmtenetten ten opzichte van de huidige situatie. Gemeenten krijgen in de ontwikkeling en exploitatie van collectieve warmtenetten in de toekomst een regierol. Dat betekent voor bedrijven die al warmtenetten ontwikkelen en exploiteren een andere aanpak.

 

 

Koen vertelde in zijn presentatie over de ontwikkeling van warmtenetten in Vlaanderen en de ontwikkeling van Warmtenetwerk Vlaanderen. In de beginfase waren Stichting Warmtenetwerk en Warmtenetwerk Vlaanderen nauw met elkaar verbonden. Vanaf 2016 werd Warmtenetwerk Vlaanderen zelfstandig en lid van ODE, een eigen platform in Vlaanderen voor duurzame energie.

In Vlaanderen wordt eveneens gewerkt aan de ontwikkeling van het marktmodel voor het beheer van warmtenetten. Ook hier staat het huidige prijsmodel van NMDA ter discussie.

 

De Nieuwe Dokken door coöperatie Ducoop
De eerste presentatie over een warmteproject in Gent is van Peter De Smet van coöperatie Ducoop over het gebied De Nieuwe Dokken. Hier zijn woongebouwen gerealiseerd die decentrale systemen voor het verwarmen, het koelen van de woningen en kantoren en de behandeling van groenafval, grijs water (keuken en douche) en zwart water (toilet) hebben. Ook wordt duurzame mobiliteit aangeboden met elektrische fietsen, elektrische deelauto’s en oplaadstations in de ondergrondse parkeergarage. Voor opslag van overtollige elektra zijn er batterijen. Door restwarmte van het afvalwater en van chemiebedrijf Christeyns kan het afvalwater volledig worden hergebruikt en is de natuurlijke afval geschikt als meststof voor groententeelt. In de totale warmtevraag van 2.600 MWh per jaar wordt zo voor 1.535 MWh voorzien. De backupketels met aardgas gaan in de toekomst door lucht-warmtepompen vervangen worden.

Een effectieve werking van dergelijke systemen vereist een nauwgezette monitoring, visualisatie en besturing op basis van gegevens. De toepassing van gegevensgestuurde monitoring en besturing van de installaties werd diezelfde dag tijdens een rondleiding ter plaatse duidelijk zichtbaar. Soortgelijke projecten in Europa, die zich richten op decentraal systeembeheer van energie, water en afval zijn nog steeds beperkt in aantal, met slechts één vergelijkbaar project in Nederland, gevestigd in Sneek.

 

Het verhaal van Luminus
Aansluitend hield Eric Perdu van Luminus een interessant verhaal. Met de groeiende bijdrage van windenergie in de energievoorziening wordt de behoefte aan het in evenwicht houden van het elektriciteitsnet steeds crucialer.

Specifiek voor warmtenetten wordt in de presentatie verteld over de Ham-locatie met opwek en buffer voor warmte (4.500 m3). Later op de dag wordt ter plaatse overduidelijk dat de volledige omslag naar duurzame energie in volle gang is: van kolengestookte installaties (sinds 1926) tot dieselgestookte centrales (sinds 1968), gasgestookte ketels (sinds 2008) en gasturbines (sinds 2008). Ook wordt er gebruikgemaakt van warmtekrachtkoppeling (WKK) sinds 2014, en vanaf 2018 zijn warmtepompen en warmtebuffers geïntegreerd.

De gasturbines zijn onder andere aangepaste vliegtuigmotoren (Rolls Royce, Airbus A330, General Electric, Boeing 747). Het voordeel van deze gasturbines is de snelle start en stop die ermee kan worden gemaakt om elektra te leveren. Met een recente installatie van gasturbine. Op verzoek van de netbeheerder van hoogspanning, Elia, kan bij een piekvraag op dit net snel extra worden geleverd.

 

 

Met de aanleg van warmtenetten werd in 1958 gestart en met warmteopslag pas vanaf 2018. Het netwerk in Gent heeft een lengte van 11 km en bedient 5.500 woningequivalenten van openbare gebouwen en woonappartementen. Met de warmtebronnen van aardgas, hoge temperatuur warmtepomp en thermische opslag wordt een hoge temperatuur warmtenet gevoed. Die thermische opslag wordt naast opvang van variatie in de energievraag ook benut om de variatie in marktprijzen voor energie zo goed mogelijk te benutten. In de toekomst zullen ook batterijen als buffer worden geïnstalleerd.

Er worden geen individuele woningen aangesloten. Dat is nu nog te kostbaar voor eigenaren. Aanlegkosten voor een warmtenetwerk zijn per kilometer standaard €2.500.000,- en in het stadscentrum van Gent € 5.000.000,-.

 

Bezoek aan de Ham-locatie
Na de lunch werd een bezoek gebracht aan de HAM-locatie van Fluvius. De toegepaste warmteleidingen werden getoond, alsook de vliegtuigturbines en elektra opwek met olie. Een recente installatie is de vernevelaar voor aardgas om betere energieopbrengst te bereiken. Ook werd de machines van elektra opwek met steenkolen getoond. Vanuit deze hal wordt de levering geregeld van extra elektra bij een piekvraag op het hoogspanningsnet. De variatie in prijs voor elektra (‘imbalance prices’) is daar goed te volgen. Tenslotte werden de warmtepompen en warmtewisselaars getoond.

 

 

 

 

 

De woon- en kantoorgebouwen met installaties van DuCoop aan de haven geven in de kelder zicht op de verzameling van keukenafval en de installaties voor verwerken van de energiestromen (elektra, warmte), waterstromen (keuken, douche, toilet) en elektraopslag. Dit wordt gevolgd met een continue datastroom.

 

 

  

Dag twee: gemeenten en provincie aan het woord
Op de tweede dag werden door sprekers van de stad Gent, Stad Mechelen, provincie Oost-Vlaanderen en Fluvius in de locatie New Zebra verteld over de aanpak van warmtevoorziening in deze steden en de regionale coördinatie van warmtevoorziening als eén van de vele ruimtelijke ontwikkelingen.

Namens de stad Gent presenteren Joris Gansemans en Claude Lybeer. Tijdens hun presentatie vertellen zij dat in Gent is gekozen voor een warmtevoorziening die geen gebruik maakt van restwarmte van het bedrijventerrein nabij de stad. De reden is dat de restwarmte al wordt hergebruikt door bedrijven zelf – en onderling uitwisselen – waardoor de uiteindelijk beschikbare restwarmte te laag is van temperatuur voor verdere verspreiding. Ook is de verwachting dat de warmte van een afvalverbrander (biomassa) binnen afzienbare termijn niet meer als duurzaam, CO2-vrij wordt beschouwd.

 

Randvoorwaarden
De verwachting is dat door elektrificatie van de warmtevoorziening warmtepompen op basis van diverse bronnen (zoals: lucht, bodem, aquathermie) warmte zullen leveren, als individuele en ook als collectieve warmtevoorziening.

Belangrijke overwegingen omvatten het verstrekken van voldoende informatie aan bewoners, het waarborgen van een betrouwbare en duurzame warmtevoorziening, de fasering van het uitvoeringsproces, en het behoud van een leefbare stad tijdens de uitvoering. Hiervoor zijn wel beleidskaders nodig, zoals voor gebruik van openbare ruimte, toegestane hinder (geluid, visueel, gebruik bodem) en openbare warmte voor openbare toepassingen. Het versnellen van woningrenovaties (door eigenaren en verhuurders van gedegen informatie te voorzien en het bieden van een beslissingskader voor sloop of renovatie) is van groot belang. Het benutten van lokale, decentrale energievoorzieningen als een “hefboom” voor de warmtetransitie moet eveneens worden benadrukt. Bovendien vereist het beheer van gemeentelijk eigendom, eigendommen van bedrijven, organisaties en monumenten specifieke aandacht.

In een toelichting wordt door Pieter de Vriese en Pieter de Graeve ingegaan op de rol van Fluvius in de energievoorziening en specifiek in de warmtevoorziening via warmtenetten. Een voorbeeld is het suikerpark Veurne waar Fluvius restwarmte van een aardappelfabriek naar woningen transporteert. Ook in Antwerpen is Fluvius actief voor warmtelevering via warmtenetten.  Het uiteindelijke doel is om de gehele stad te voorzien van deze warmte.

 

Aquathermie
Moira Callens van de Provincie Oost-Vlaanderen neemt ons mee in een onderzoek naar de potentie van het benutten van aquathermie, met name oppervlaktewater, als een integraal onderdeel van de Ruimtelijke Regionale Energievisie en -strategie (RRES). Naast Energie zijn daarin ook het Landschap, Ruimtegebruik, Maatschappelijke aspecten en Haalbaarheid onderdelen van het afwegingskader.  Voor aquathermie is een verdeelsleutel nodig voor gebruik van het oppervlaktewater van bijvoorbeeld rivieren.

In de RRES wordt voor warmtegebruik specifiek onderscheid gemaakt in woonkernen en bedrijventerrein met veel warmtevraag naast gebieden met minder intensief warmtegebruik. In de gebieden met intensief warmtegebruik wordt voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling verdichting voorgesteld. De gebieden met minder intensief warmtegebruik is verdichting enigszins of zelfs geheel niet de voorgestelde strategie. Voor de bedrijventerreinen met intensief warmtegebruik en soms ook –productie (EHUBT) is het belangrijk het gebruik van de restwarmte voor warmte en elektra zoveel als mogelijk te benutten.

 

Top-down en bottom-up
Ighor Van de Vyver vertelt tijdens zijn presentatie over de warmtenetten in Mechelen. De stad Mechelen werkt in een internationale samenwerking WaterWarmth aan het ontsluiten van warmte en koude uit oppervlaktewater. Er is echter uiteindelijk een grote diversiteit van warmtenetten nodig vanwege de diversiteit van warmtebronnen en warmteafnemers. Restwarmte en hernieuwbare warmtebronnen van lage temperatuur (LT) hebben de voorkeur. Uiteindelijk zal vanuit warmteplanning (top-down) en projectontwikkeling (bottom-up) een warmtenet in de stad worden ontwikkeld. Dat vraagt wel afstemming in tijd en gebruik van noodzakelijke methoden voor planning en realisatie. De lokale overheid heeft hierin verschillende rollen, zoals regisseur en facilitator.

 

Paneldiscussie onder leiding van Ernst Japikse
Aan het einde van de tweede dag vindt er een interessante paneldiscussie plaats onder leiding van Ernst Japikse. Hierin gaan Moira Callens (Provincie Oost Vlaanderen & Vlaanderen), Caroline Vermeulen (VEKA), Karel van Butsel (Fluvius), Tjalling de Vries (EZK) en Michaël Heiremans (POM Oost-Vlaanderen) samen in gesprek aan de hand van enkele stellingen. En mooie interactieve manier om de leerzame dag mee af te sluiten.

 

Dag drie: Restwarmte uit Antwerpen
Op de derde dag werd er van Gent naar Antwerpen gereisd. Daar werd in de Felix Food Klub aan de Godefriduskaai in een presentatie uitleg over warmtevoorziening in de stad en bedrijventerrein van Antwerpen gegeven door Sam Verbelen van gemeente Antwerpen. Antwerpen kiest nadrukkelijk voor gebruik van restwarmte van het noordelijk gelegen bedrijventerrein aan de Schelderivier. Met een klimaatplan, Plan van Aanpak voor Warmtenetten en een Roadmap 2030 als basis wordt er gewerkt aan de realisatie van 10% marktaandeel (33.500 woningequivalenten) in 2030 en 50% (200.000 woningequivalenten) in 2050.

Daarna werd door Bart Mertens een presentatie gegeven over het Stedelijk Reglement Warmtenetten. Met name de prijsstelling en randvoorwaarden van de maximumprijs gaf aanleiding voor vragen en discussie. Aanleiding voor de stad Antwerpen om dit zelf op te stellen is de beperkte regulering door de Vlaamse overheid. Het reglement wil zowel aan warmteleveranciers alsmede aan warmteafnemers duidelijkheid en zekerheid geven. Voor bewoners en andere warmtegebruikers worden maximale tarieven vastgesteld voor zowel het variabele gebruikstarief als de jaarlijkse vaste bijdrage, ook wel de capaciteitsvergoeding genoemd. Het primaire doel is om warmtegebruikers in woningen en kleine bedrijven (ook wel ‘kleingebruikers’ genoemd) te beschermen.

Ook wordt in het Reglement de reservering door een warmtebedrijf van een gebied beperkt tot drie jaren van ontwikkelrecht.  In het kader van het NMDA-principe wordt voor de energiebron A (aardgas) vervangen door een duurzaam alternatief, namelijk een lucht-waterwarmtepomp.

 

Warmte verzilverd
De volgende presentatie heeft als titel ‘Warmte Verzilverd’ en verwijst naar de restwarmte van fabriek Agfa Gevaert aan een naastgelegen woonwijk met een warmtecoöperatie. Hartwin Leen (Kelvin Solutions) en Lenn Cousement (ZuidtrAnt-W/WarmteVerzilverd) geven hierover uitleg. Warmte Verzilverd is de coöperatie waarin de coöperaties ZuidtrAnt en Ecopower en adviesbureau Kelvin Solutions vertegenwoordigd zijn. In vergelijking met het gebruik van aardgas resulteerde 2022 in een besparing van €700 per wooneenheid.

 

Restwarmte voor moutbrouwerij
Hierna wordt een presentatie door Jan-Kees de Voogd van afvalverwerkingsbedrijf Indaver gegeven. De restwarmte van dit bedrijf wordt gebruikt door Boortmalt, een moutbrouwerij. De infrastructuur van warmte van Indaver (maximaal 40 MW) naar Boortmalt (maximaal 30 MW) en Flavius (maximaal 20 MW) is over het bedrijventerrein aangelegd en kruist een spoorlijn. De uitdagingen daarvoor worden in een presentatie toegelicht door Bart van Walderveen van Ede-Wageningen Engineering. Specifiek wordt aandacht besteed aan de ‘voorspantechniek‘. Dat is het bij de aanleg van de leiding door verwarmen van de stalen buis de buis op spanning te brengen, zodat in de gebruiksfase de spanning door uitzetten van de buis door warmte van het doorgevoerde water (101°C. – 103°C.) lager is.

In de toelichting op het gebruik van de restwarmte bij bedrijf Boortmalt wordt de uitleg over de benodigde installaties van pompen en het waterreservoir (130 m3). Bij het bezoek aan de fabriek van Boortmalt wordt uitleg over de aanleg van het warmtenetwerk op het terrein gegeven. De gelijkmatige productie van mout in het jaar maakt het productieproces bij uitstek geschikt voor restwarmte van de afvalverbrander Indaver. Bij waterreservoir wordt specifiek uitleg gegeven over het belang van gebalanceerd warmtegebruik in het productieproces.

 

 

 

 

Tot slot
Dit was het slot van de Studiereis 2023 naar Vlaanderen voor de deelnemers van Stichting Warmtenetwerk. Naast de vele geboden informatie was er veel gelegenheid voor de deelnemers elkaar te leren kennen en onderling informatie uit te wisselen. De deelnemers kijken met volle tevredenheid terug op een succesvolle studiereis, en iedereen keerde huiswaarts met een gevoel van voldoening. We danken de organisatie, de deelnemers en de gastlocaties voor weer een leuke en leerzame reis.

Ondertussen wordt er al druk nagedacht over de volgende bestemming voor de jaarlijkse studiereis van Stichting Warmtenetwerk!

Houd onze website in de gaten voor de volgende Studiereis en onze overige evenementen!

 

 

Auteur en foto’s: Mark van ’t Hof (Gemeente Oss)

Lees ook onze andere berichten